9 december 2016, het verraad van Ketelaars. Zo luidt het onderschrift op een meme die door heel corporaal Nederland ging. Ewout Ketelaars (22), president van het Rotterdams Studenten Corps, zou zijn overgelopen naar de vrouwen. Hij lacht: “Het was de dag dat ik samen met Henriette, de praeses van de RVSV, een brief de deur uit deed met de boodschap dat in een gemengde vereniging de toekomst ligt.”

De fusie was al door voorgaande besturen en senaten in gang gezet, waarna de twee huidige bazen van de corpora besloten dat proces te versnellen. Henriette Claus (23): “Het voelde goed, onze besturen konden heel goed met elkaar overweg. Dus we zeiden: we gaan het gewoon regelen!”

'Nog één hamerklap'

Het is woensdagochtend als Henriette en Ewout vertellen over de fusie. De stand van zaken: de eerste algemene ledenvergadering van beide verenigingen is achter de rug. Met een grote meerderheid (83 procent van de vrouwen en 93 van de mannen) stemden de leden voor een samenvoeging. “Bij deze ALV vroegen we het mandaat om een concreet plan te maken voor de fusie, en om vanaf volgend verenigingsjaar samen te kunnen werken als een gemengde vereniging”, legt Henriette uit. “Nu hebben we nog één hamerklap nodig om het juridisch te finaliseren.”

Het gesprek vindt plaats in het gebouw waar ze iedere dag te vinden zijn: de sociëteit in Kralingen van beide verenigingen. Een pand met een wirwar aan zalen en ruimtes, waar de lucht iets weg heeft van een mengsel van bier en schoonmaakmiddel. Op de benedenverdieping zit vrouwensociëteit Mimosa, bestaande uit kleine, donkere borrelzalen, elk voorzien van een bar. Boven, in sociëteit Hermes, zitten de mannen. Zij hebben één grote open ruimte, praktisch schoon te houden dankzij afvoerputjes in de vloer. In de gangen staan dolly´s met fusten klaar om de corpsleden te bedienen van bier; inpandig zit een afhaalluik voor een latenight- snack en andere versnaperingen.

Het jaren-70-pand – wat vanbuiten lijkt op een bunker – doet in de ontvangstruimte verrassend statig aan. “Deze ruimte gebruiken we voor officiële gelegenheden”, licht Ewout toe. In deze Viëtor-zaal, vernoemd naar de eerste president van het RSC, zijn de wanden bekleed met eikenhout. Twee marmeren bustes kijken toe. Ketelaars houdt in zijn linkerhand een flesje donkerrood fruitsap stevig vast. Van een kater heeft hij geen last, verzekert hij: “Ik ben okselfris!” En dat is belangrijk. De voorzitters mogen niet samen antwoorden op stellingen van EM, maar moeten juist elkaar stevig bevragen over drie thema’s: De Fusie, De Vereniging en De Voorzitter.

De Fusie

Nadat de kaarten geschud zijn, pakt Henriette de eerste vraag: “Wat is de allerstomste traditie of eigenschap die de nieuwe vereniging krijgt nu de andere kant erbij komt?” De verhoudingen staan meteen op scherp. Toch hoeft Ewout hier niet lang over na te denken. “Het leuke, doch leerzame beleidsweekend van de vrouwen. Wat het precies inhoudt weet ik niet, dat is in nevelen gehuld. Maar dat kunnen we wel schrappen.” Henriette legt uit: “Als aankomend bestuur heb je bepaalde bondings-weekenden.” Er valt een korte stilte. Ewout haalt zijn hand door zijn haar – blond, halflang – en besluit droogjes: “Wij mannen doen dat toch anders.”

0E0A8935

Ewout pakt de volgende vraag: “Wat is het belangrijkste verlies voor jouw vereniging nu je niet meer ongemengd bent?” Bij oud-leden hoort Henriette soms een nostalgisch sentiment. “Het gevoel dat je de mannen niet nodig hebt om het te regelen. Dat je het met de vrouwen alleen kan, zo’n hele vereniging draaiende houden.” Zelf heeft ze dat gevoel minder. Enthousiast: “We kunnen samen veel meer bereiken. Ik merk het om me heen, er komen allemaal nieuwe ideeën, mensen gaan buiten de kaders denken. Zo gaven wij aan dat we het leuk vonden als er nieuwe gemengde onderverenigingen komen. Sindsdien zetten leden van RSC en RVSV samen al een juridisch loket op en komt er een hockeyvereniging aan.”

“Wat is de meest absurde reactie die je kreeg op het nieuws dat de verenigingen gingen fuseren?” “We hebben de mail op 9 december 2016 de deur uit gedaan”, beantwoordt Ewout. “Dat kwam voor sommigen als een donderslag bij heldere hemel. Maar binnen een half uur kregen we vijftig mails binnen van oud-leden. Die zeiden: ‘Goed bezig, we steunen je, we staan achter je.’ De meest bizarre reacties kreeg ik op WhatsApp, van de huidige generatie.” Ewout grinnikt. “Die zijn natuurlijk vrij speels met social media en memes. Voor ik het wist, ging door Nederland een portretfoto – niet mijn meest charmante – met als onderschrift ‘9 december 2016, het verraad van Ketelaars’. Maar dat is humor, dat hoort erbij.”

De Vereniging

Corporalen, die vooral een enorme hoeveelheid bier zuipen, zijn samen één groot, vrouwonvriendelijk old-boys-network. Alvast, dat is het beeld van de buitenwereld. Ewout stelt een vraag aan zijn evenknie: “Waar maak je je het meest boos om in de beeldvorming rond studentenverenigingen?” Er valt een lange stilte bij Ewout. Hij zucht. “Ik vond het toch leuker om over de fusie te praten.” Dan geeft Henriette antwoord op de vraag. “Ik kan me vooral boos maken om het idee dat vrouwen hier niet gelijk aan mannen zouden zijn. Zeker hier in Rotterdam is het corps een plek waar vrouwen gelijkwaardiger zijn aan mannen dan gemiddeld in de maatschappij. Rotterdam is natuurlijk best een mannenstad, dus er zijn wat meer mannen lid. Toch zijn vrouwen in leiderschapsposities hier hartstikke vanzelfsprekend.”

Verder naar het stereotype van bierzuipen. “Natuurlijk zijn we een plek waar je, als je uit de UB komt, lekker wat biertjes kunt drinken. Maar we zijn meer dan alleen een kroeg. Je kunt je ontwikkelen in bestuurlijke functies, we doen veel aan vrijwilligerswerk.” Ewout knikt: “Inderdaad. Alleen de excessen komen in het nieuws: als er iemand van de bar is gevallen en hoofdletsel opliep.” Dan, lachend: “We zuipen ons hier niet zes dagen in de week laveloos. Onze vereniging behelst meer.” Hij somt op: “We organiseren de Phillips Innovation Award, de grootste studentenondernemersprijs van Nederland, het Kroon Festival tijdens Koningsdag, de Sinterklaasintocht, we strijden met ‘ Hermes voor KWF’ tegen kanker. Zo kan ik nog wel even doorgaan.”

Volgende vraag. Henriette grinnikt met wat leedvermaak na het lezen van de kaart. “Stel, jouw vereniging zou niet bestaan, bij welke Rotterdamse studentenvereniging zou je dan zitten?” Ewout gaat wat ongemakkelijk verzitten en trekt zijn jasje recht. Henriette: “Ja, dat is een pijnlijke hè?” Ewout: “Ja, jij lacht erom, maar ik moet enorm op mijn woorden passen.” Met enige tegenzin kiest hij uiteindelijk voor Laurentius. Omdat het een grote vereniging is, zegt hij. Maar ineens schiet hem de christelijke studentenvereniging NSR te binnen. “ Ik ben daar met mijn bestuur geweest. Ik wist niet goed wat ik moest verwachten, maar ik vond de sfeer heel leuk. Ze zijn een gelovige vereniging, dus hun insteek is heel anders. Dat maakt ook dat ik daar niet snel lid zou worden. Maar het is heel interessant om daar een keertje te zijn. We gingen uitgebreid lunchen en aan het eind zongen we christelijke liederen, terwijl ik op voorhand verwachtte dat ik niet kon zingen. Maar de sfeer was gemoedelijk, heel open en oprecht.”

RSC en RVSV in het kort

Het Rotterdams Studenten Corps (RSC) is op 11 december 1913 opgericht. Het is de oudste studentenvereniging van Rotterdam, heeft op dit moment ruim zevenhonderd leden en vormt – samen met de RVSV – de enige corporale vereniging in Rotterdam. De Rotterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (RVSV) begon op 17 juli 1915 en heeft zo’n 550 leden.

Om studentencorps te worden moet je erkend zijn door de Algemene Senaten Vergadering, een overkoepelend studentenverbond. Corpora zijn vaak de oudste verenigingen in studentensteden. Ze bevonden zich altijd in de liberale hoek. Daarom zijn er ten tijde van de verzuiling katholieke en protestantse verenigingen bij gekomen. Bekende oud-leden zijn onder andere schrijver Drs. P en politicus Frans Weisglas bij de mannen, en de politici Neelie Kroes en Marianne Thieme bij de vrouwen.

De Voorzitter

Praeses bij de vrouwen, president bij de mannen: voorzitter zijn lijkt de meest prestigieuze functie bij studentenverenigingen. Henriette kiest als vraag: “Corpora zijn hiërarchisch, maar zitten ook vol ambitieuze mensen. Hoe is het jou gelukt om de baas te worden?” Beiden grinniken, waarna Ewout het antwoord geeft. “Ik zou mezelf niet als baas omschrijven. Ik ben voorzitter van een groep die het samen doet. Wel zijn er eigenschappen die een president kenmerken. Ten eerste moet je heel gedreven en enthousiast zijn, en je moet er echt zin in hebben. Maar je moet het ook kunnen. Dat gaat van spreekvaardig zijn tot hart hebben voor de vereniging en draagvlak hebben onder de leden. Dat laatste ontwikkel je door commissies te doen. Zelf deed ik vorig jaar de Kroegcommissie. Dan moet je ‘s avonds de orde handhaven en ben je gastheer van de sociëteit.”

RSC RVSV Cover 2

Ewout pakt een kaart voor Henriette. “Wat is het belangrijkste offer dat je moest brengen om voorzitter van je vereniging te zijn?” De praeses verbaast zich over de vraag: “Het was voor mij haast vanzelfsprekend dat ik hier een jaar aan zou besteden. Je bent natuurlijk een studiejaar kwijt, dat kost een hoop geld. Maar ik zie het als een goede investering. Ik leer hier meer dan in mijn hele studie Econometrie. Het is iets compleet anders, juist daarom spreekt het mij aan. Zo leer ik van oud-leden over het juridische deel van de fusie.” Ewout vult aan: “Zonder te vergeten dat het natuurlijk ook heel erg leuk is. Ik ben op dit moment met zeven beste vrienden een jaar lang 24/7 een bedrijf aan het runnen. Dat is waanzinnig leuk. Veel gezelligheid, veel borrelen, veel bij andere verenigingen langs, en daarnaast doe je bestuurlijke ervaring op. Het is een goede mix van leuk en leerzaam.” Maar als opstapje naar het old-boys-network moet je het niet meer zien, claimt hij. “Dat is een stigma dat niet meer van deze tijd is. Je concurreert niet alleen met de Nederlandse samenleving, maar met heel de wereld. Bestuurservaring is waardevol, maar geen dealbreaker om ergens binnen te komen.

Henriette kiest de laatste kaart en leest deze snel. “De fusie lukt alleen met de voorzitter tegenover je. Wat is de leukste eigenschap van deze persoon, en wat is de irritantste?” Henriette vult aan: “Ja, hier ben ik nou wel benieuwd naar, Ewout!” Ewout vertelt dat ze zich de afgelopen maanden veel met elkaar vergeleken hebben. “Betrek ik dat op het goede bij Henriette, dan zeg ik dat zij veel beter zaken kan concretiseren. Hebben we het ergens over, dan werkt ze dat uit en voor je het weet staat het in je inbox. Dat gaat bij mij wat langzamer.” En de slechtste eigenschap? Ewout puft even. “Het is niet alsof ik daar dagelijks tegenaan loop.” Hij denkt nog even na, maar kan alsnog nergens opkomen. “Er zijn geen irritaties. Ik denk dat de samenwerking dit jaar niet beter had kunnen zijn.” En hoewel dat bijna utopisch klinkt, beaamt Henriette de conclusie. “Het is in zo’n jaar natuurlijk altijd geven en nemen. En uiteraard botst dat af en toe, dat is ook gezond. We zijn toch twee verschillende verenigingen met verschillende culturen, die tijdens de gemengde avonden al naar elkaar zijn toegegroeid. Maar net als Ewout vind ik dat het proces een stuk soepeler loopt dan we ooit hadden kunnen denken. Daar kan ik alleen maar hartstikke blij mee zijn.”