Wim Pouw promoveerde bij Sociale Wetenschappen op denkprocessen die ontstaan bij handbewegingen. Deze zomer vertrekt hij met een Rubicon-beurs naar de University of Connecticut.
Je zit op een verjaardag
naast je oom. Hoe leg
je in een paar zinnen uit
wat je hebt onderzocht?
“Ik heb onderzoek gedaan naar handelend denken in leerprocessen, zoals denkprocessen terwijl je handelt, zoals bij handgebaren. Een algemeen idee over handgebaren is dat ze communicatief zijn, maar ze zijn veel meer dan dat. Een mooi exotisch voorbeeld is de abacus, een Japanse versie van een telraam. Kinderen of studenten leren daarmee complexe sommen maken. Op een gegeven moment kunnen ze die berekeningen ook zonder de abacus, maar dan maken ze nog wel de bijbehorende handgebaren. Mensen die nooit met een abacus leerden rekenen, hebben veel meer moeite met de sommen. Waarschijnlijk hebben zij een talige strategie.”
Wat wordt de wereld beter van je
proefschrift?
“Ik denk dat mijn proefschrift bijdraagt aan de kennis over handelend denken, dat maar moeilijk te vatten is in de cognitieve wetenschappen. Denkprocessen worden doorgaans in de Psychologie bestudeerd in geïsoleerde situaties, zonder interactie met de omgeving. Meet je hersenactiviteit in een MRI-scanner, dan is bijvoorbeeld bewegen lastig.”
Van wie in je dankwoord had je
vooraf niet gedacht dat deze zo belangrijk
zou zijn?
“Wat zo bijzonder is aan een dankwoord in een proefschrift, is dat het samenvat wie je tijdens het promoveren ontmoet en hoe belangrijk ze zijn voor je onderzoeksproces. Neem de vriendschappen die ontstonden. Ik deed veel onderzoek met een PhD die tegelijk met mij is begonnen. We dronken ook regelmatig een biertje. Veel goede ideeën komen tot stand door die vriendschap en dat biertje. Dat had ik zeker niet willen missen.”
Wat was het eerste wat je deed
toen het af was?
“Niets bijzonders. Ik was een aanvraag voor een Rubicon-beurs aan het schrijven. Mijn dissertatie heeft ook geen grote symbolische waarde voor mij. Het is vooral een verzameling artikelen die al af waren. In andere vakgebieden is dat heel anders. Een boek schrijven voelt, denk ik, daarom veel meer als écht promoveren.”
Wat ga je nu doen?
“Ik wil nu vooral verder onderzoek doen. Op 1 augustus vertrek ik naar de University of Connecticut voor mijn Rubicononderzoek. Tot die tijd moet ik nog wat projecten afronden. En mijn rijbewijs halen. In dat kleine campusstadje in de bossen kun je echt niets zonder auto. Dat wordt wel even wennen, want ik woon nu in Amsterdam.”

De cover
“Ik wilde graag iets abstracts. Bij onderzoek naar handgebaren staan er altijd handen op de cover en die zijn niet per se mooi. Je kunt hier wel handen in zien. Het idee is dat het ook de geest voorstelt en alle componenten die daar een deel van uitmaken, zoals het lichaam.”