Petra Saskia Bayerl zat voor haar onderzoek naar samenwerking een week lang tussen de ruwe-bolster-blanke-pit-mannen op een booreiland. ‘Op een gegeven moment gingen ze toneelstukjes doen voor de camera. Echt heel schattig.’

Nooit over nagedacht. Maar natuurlijk, bij een groot oliebedrijf heb je de mensen op kantoor en de mensen die op het platform zitten. De managers, de planners en de rekenwonders die van negen tot vijf de targets bepalen in hun air conditioned kantoren. En de techneuten, schilders, koks die bij nacht en ontij, ver van de bewoonde wereld, omgeven door natuurgeweld, een overweldigende hoeveelheid aan stampende, bonkende machines draaiende houdt. Non-stop. Weken, soms maanden op rij.

Saskia Bayerl (RSM)

Voor de rubriek Cowboys in de Wetenschap spreekt Geert Maarse die net even verder gaan dan hun collega’s. Petra Saskia Bayerl is universitair hoofddocent aan de Rotterdam School of Management en gespecialiseerd in organisatiecultuur, communicatie en technologie. Voor haar onderzoek naar boorplatformen bezocht ze offshore/on-shore teams in Schotland, Trinidad en de VS, en interviewde ze ruim driehonderd betrokkenen.

En nee, die twee groepen gaan niet automatisch goed door één deur. Als ze al contact hebben, is het via email, wat het wederzijds begrip niet bevordert. Dat moest anders, vond het grote bedrijf waarvan Saskia Bayerl de naam niet bekend mag maken (‘ik heb een non-disclosure agreement getekend’). Er werd een videoverbinding geïnstalleerd waardoor de twee groepen van de een de op andere dag ineens 24/7 met elkaar in contact stonden. De vraag die Saskia Bayerl had: wat maakt dat los? Draait de boel efficiënter? Worden mensen ineens vrienden? En kun je defecten sneller fixen? Om het uit te zoeken zat ze twee jaar intern. Op kantoor én op zee.

Weet je nog de eerste keer dat je aan boord ging?

“Het eerste dat je merkt is dat alles schudt. En alles ruikt naar olie. Ik kwam van een kantoorruimte, met lekkere stoelen en collega’s in pak. En hier loopt iedereen in oliejassen, is alles heel krap en moest ik – als ik naar buiten ging – mijn volledige uitrusting aan, inclusief chemische sensoren om eventuele gaslekken op te sporen. Wat ik ook nog weet: de aankomst. Je komt aan met de helikopter, wat überhaupt al fantastisch is. Je ziet alleen maar water en als je door de wolken vliegt, zie je rainbow fires: regenbogen die tussen de zee en de wolken heen en weer schieten. Echt geweldig.”

Saskia Bayerl (RSM)
‘Als ik naar buiten ging moest ik mijn volledige uitrusting aan, inclusief chemische sensoren om eventuele gaslekken op te sporen.’ (Foto: privéarchief Petra Saskia Bayerl)

Hoe is het om daar te zitten?

“Het is spannend en oersaai tegelijk. Er is altijd iets te zien en te beleven. De omgeving is heel indrukwekkend, de machines bruut. Medewerkers zitten twee weken op, twee weken af. Dus er is volop entertainment: een sauna, een pooltafel, een bioscoop, een bibliotheek. Er staan gitaren waarop je kunt spelen en er is 24 uur per dag keuken, dus je kunt om drie uur ’s nachts naar binnen lopen en diner krijgen. Maar het werk is fysiek, en vaak ook heel eentonig. Je zit twaalf uur lang naar een monitor te staren en als je naar de WC wil moet iemand het overnemen. En het is ook gewoon een eiland midden op zee, met freaking nowhere to go. Het is een soort kleine gevangenis. Je ziet constant dezelfde zestig mensen. Als iemand internetradio zat te luisteren, kon je geen mails meer versturen. En dat twee weken aan een stuk.”

Hoe lang heb jij er gezeten?

“De langste periode was een week, in Schotland.”

Zou je er permanent kunnen zitten?

“Ik heb erover nagedacht. Veel mensen doen het voor het geld. Je verdient zeker het dubbele van hetzelfde werk als je dat onshore zou doen. Maar het is zwaar, helemaal voor een partner of familie.”

Wat voor mensen zijn het?

“Het is een bepaalde lifestyle. Als het platform schudt, voelen ze dat in hun lichaam. En als het koud is, stormt en regent, moeten zij nog steeds dat platform aan de gang houden. Ze zijn praktisch en pragmatisch, down to earth. Ze moeten wel, want ze staan er volledig alleen voor. Ik bedoel: er komt olie en gas uit de grond, dus dat platform kan in theorie elk moment exploderen. Pas als je daar bent, snap je hoe nietig je bent tussen al dat natuurgeweld en die machines. Het mooie is dat het een hele hechte community is. Ik heb het als heel warm ervaren. Er is altijd iemand om mee te praten. Natuurlijk zijn er conflicten, maar daar moet je mee leren omgaan als je zo op elkaars lip zit. Het platform is hun tweede thuis. Ze zeggen ook: ‘Dit is mijn familie. Ik breng meer tijd met deze gasten door dan met mijn vrouw en kinderen.’”

Hoe reageerden ze op jou?

“Heel verschillend. De gemiddelde leeftijd ligt rond de vijfenveertig, dus veel van hen hebben zelf ook kinderen. Wat leuk was, is dat ze me een beetje als hun kleine dochter op sleeptouw namen. Ze chaperonneerden me rond.”

Saskia Bayerl (RSM) olieboorplatform
De fitnessruimte op het boorplatform (Foto: privéarchief Petra Saskia Bayerl).

Zijn het alleen maar mannen?

“Op het platform waar ik het langste ben geweest wel. Zestig mannen. En ik.”

Ik kan me voorstellen dat er wel een paar bij waren die het spannend vonden dat er ineens een vrouw aan boord kwam.

“Ja, die waren er wel ja.”

Hoe merkte je dat?

“Het kwam voor dat er mannen in de fitnessruimte naar me toe kwamen voor een praatje en dat ik dacht… okee… En er heeft weleens iemand aan mijn kamerdeur gestaan.”

Vond je dat vervelend?

“Nee. Iedereen is zich in zo’n besloten omgeving extreem bewust van je aanwezigheid. Dan krijg je dat. Maar er zit ook een zelfregulerend vermogen in zo’n groep. De wat oudere mannen die dan tegen zo’n jongen zeggen: doe nu maar weer even rustig. Je wordt beschermd.”

Snapten ze wat je kwam doen als onderzoeker?

“Niet echt. Ik heb het duidelijk uitgelegd, maar een deel van hen dacht dat het een soort hobby van me was. Ze vonden het wel leuk dat ik zo geïnteresseerd was. En ze konden alles tegen me zeggen. Wat ze leuk vonden aan hun werk, maar ook wat ze tegenstond. Ik kreeg veel persoonlijke verhalen. Ik herinner me een van de managers die me vroeg om carrière-advies. Hij twijfelde of hij op zoek moest naar een nieuwe baan. Dat krijg je als je zo lang intern zit, maar er toch niet echt bij hoort. Dan word je een soort bedrijfspsycholoog.”

Jij bracht in kaart hoe twee totaal verschillende groepen collega’s ineens dagelijks met elkaar te maken kregen. Hoe ging dat?

“Het mooiste voorbeeld is een team dat ik gevolgd heb, bij de introductie van die technologie en dat elkaar in eerste instantie echt niet mocht. Er is een enorme kloof tussen on-shore en offshore, inclusief alle bijbehorende stereotypen. Offshore vindt dat on-shore alleen maar met het maximaliseren van de olieproductie bezig is en zegt: wij weten hoe het platform werkt en als je de boel gaat opvoeren, sloop je de boel. Ze voelen zich niet serieus genomen omdat ze geen universiteit gedaan hebben. En die universiteitsmensen hebben ‘het echte werk’ nooit gedaan. Scherpe tegenstellingen, met veel negativiteit. En dan zie je dat ze door zo’n constante videoverbinding gedurende een jaar naar elkaar toegroeien. Ze begonnen het over hun vakantie te hebben. Op een gegeven moment gingen ze een soort modeshowtjes doen als er iemand een nieuw shirt had. Dat was echt heel schattig. En de offshore-mannen deden kleine toneelstukjes met papieren poppetjes voor de camera. Er ontstond een persoonlijke band.”

P1020849
‘Je kunt geen kant op. Het is net een gevangenis’ (Foto: privéarchief Petra Saskia Bayerl).

Een constante videoverbinding klinkt nogal intimiderend. Was er ook een downside?

“Zeker. Stel je voor dat iemand jou de hele tijd op je vingers zit te kijken. Als je aan het werk bent, als je je vrouw belt. Dat is puur Big Brother. Het was niet alleen offshore die in de gaten gehouden werd trouwens. De verbinding ging twee kanten op. Dus het gebeurde ook dat mensen op het platform zaten mee te lezen terwijl de kantoormedewerkers e-mails zaten te tikken. Tot grote ontevredenheid natuurlijk.”

Dit waren mensen die elkaar nooit ontmoet hadden. Dat is ook gek toch?

“De communicatie liep via de chain of command, dus via het hogere management. Dat is niet ongewoon in grote bedrijven.”

Is dit een voorbeeld waar technologie dat management overbodig heeft gemaakt?

“Een deel van het management voelde zich ineens buitengesloten. Wilde controle houden. Soms terecht overigens. Een kleine fout kan op zo’n platform tot een grote ramp leiden. Daarom kan niet alles onderhands geregeld worden.”

Wat is de meerwaarde voor de wetenschap dat jij dit veldwerk hebt gedaan?

“Het laat ons zien hoe technologie gebruikt kan worden om te leren omgaan met extreme diversiteit. We hebben het vaak over virtual team work. Maar niet over dit soort verschillen. Alles wat je kunt bedenken aan deze twee groepen is anders. Hoe ze denken, hoe ze werken, hoe ze opgeleid zijn, de demografie. Het is nuttig om een keer zo’n hele unieke omgeving te onderzoeken. Dat doen we niet zoveel. Bij zulk onderzoek is het zaak dat je niet alleen aanhoort wat mensen zeggen. Je moet het zien, ervaren. Dan pas snap je waar die behoefte aan autonomie vandaan komt.”