Nederlandse universiteiten moeten eind dit jaar honderd extra vrouwelijke hoogleraren in dienst hebben. Dat zegt Jet Bussemaker, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, woensdag tegen de Volkskrant.

De minister stelt 5 miljoen euro beschikbaar om vrouwelijke universitair hoofddocenten in de komende vijf jaar aan te stellen als hoogleraar. Daarna moeten universiteiten de leerstoelen zelf financieren. Dit idee komt bovenop de eerdere afspraken over het opvoeren van het aantal vrouwelijke hoogleraren tot 2020 (de Erasmus Universiteit beloofde dat in 2025 een op de vier hoogleraren vrouw zal zijn). “Het gaat in Nederland domweg niet snel genoeg”, zegt de minister.

‘Talent blijft onbenut’

Woensdag stuurde de minister een brief aan de Tweede Kamer over haar beleid voor wetenschappelijk talent. Ze vindt dat universiteiten te veel talent onbenut laten vertrekken. Denk bijvoorbeeld aan vrouwelijke studenten of promovendi die er niet tussen komen, of migranten, maar ook jonge onderzoekers die steeds vaker korte, onzekere contracten krijgen. Bussemaker: “De leeftijdsopbouw bij de universiteiten is onevenwichtig.”

‘Meer erkenning voor onderwijs’

Ook pleit Bussemaker voor meer waardering voor onderwijscapaciteiten. “Universiteiten hebben in de eerste plaats de taak jonge mensen op te leiden tot verantwoordelijke, creatieve burgers. Ik vind het belangrijk dat onderwijs naast onderzoek meer erkenning krijgt in de organisatie en carrièrepaden in de universiteiten.”