Op het eerste gezicht is er genoeg dat het trio verbindt. Drie Zuid-Hollanders die allemaal studeren aan dezelfde universiteit. Toch zijn er ook grote verschillen. Anouschka is namelijk overtuigd protestants, terwijl de atheïst Sjors religie totale onzin vindt en Martijn een rooms-katholieke twijfelaar is.

Om erachter te komen hoe zij hun verschillende levensovertuigingen ervaren en wat daarvan de invloed is op hun studentenleven, spelen zij een spel. Op tafel ligt een stapel met vragen die zij om de beurt aan een persoon naar keuze stellen. Ook heeft iedereen twee jokers om de vraag door te geven aan iemand anders. Onder leiding van EM bevragen zij elkaar en zichzelf.

Waar baseer jij op dat jouw overtuiging juist is en die van mij niet?

Zodra Martijn de vraag heeft gesteld en overtuigd atheïst Sjors het woord geeft, barst hij samen met Anouschka in lachen uit. Maar Sjors is serieus en heeft snel zijn antwoord klaar.

“Het is niet heel moeilijk. Gelovigen moeten bewijzen dat hun claim, het geloof, klopt. Ik maak geen claim. Christenen zeggen bijvoorbeeld dat God bestaat, dus moeten zij het bewijs leveren. Ik had altijd al mijn twijfels bij de verhalen die op school verteld werden. Tegen mij werd gezegd: als je twijfelt, lees de Bijbel. Op mijn zeventiende deed ik dat voor het eerst. Het klopte voor mijn gevoel gewoon niet. Bij de tweede keer lezen dacht ik: als dit waar is, zou ik die god dan wel willen aanbidden? Toen kwam ik tot de conclusie dat er geen reden is om te geloven dat er een god bestaat.”

Ondanks dat deze opvatting haaks op die van haar staat, snapt Anouschka zijn keuzes. “Het is een heel lastige vraag, want het blijft geloof en het is heel moeilijk om waterdicht bewijs te leveren voor de vraag waarom jouw geloof hét geloof is. Natuurlijk heb ik ook weleens getwijfeld. Ik kon ook geen waterdicht bewijs vinden, maar kwam uiteindelijk tot de conclusie dat het geloof veel voor mij betekent. Dat is voor mij genoeg.”

Martijn begrijpt als geen ander de twijfels. “Die heb ik zelf ook. Aan de andere kant: zolang niet definitief is bewezen dat god niet bestaat, vind ik het mooi om te geloven of om op zijn minst hoop te houden. Hoop is de reden waarom ik het geloof niet definitief vaarwel heb gezegd.

Sjors religie
Beeld door: Aysha Gasanova

Naam: Sjors van Wijngaarden
Leeftijd: 28
Studie: Master Maatschappijgeschiedenis
Opgegroeid in: Sliedrecht
Achtergrond: Nederlands Hervormd

Stel, je eigen overtuiging komt te vervallen.
Welke overtuiging zou je dan gaan
volgen en waarom?

Anouschka leest de vraag voor en zucht diep. ‘Dit is een heel interessante.’ Na enige twijfel gaat de vraag naar Sjors.

“Pfoe, dat is een moeilijke. Maar als ik moet kiezen, is het toch iets als de Griekse mythologie.” Als twijfelaar weet Martijn dat de blikken op hem zijn gericht. “Moeilijk, ik ben natuurlijk al een beetje halfhalf. Ik weet niet of ik echt atheïst zou kunnen zijn, omdat ik dan toch het gevoel heb dat ik wat mis. Wat precies? Toch die hoop, denk ik. Het idee dat er na de dood niets meer op je wacht en het ineens over is, vind ik moeilijk om te accepteren.”

Anouschka heeft lachend de antwoorden van haar gespreksgenoten aangehoord. Voor haar is het – in ieder geval voor nu – een uitgemaakte zaak. “In elk geloof zit wel iets moois, bijvoorbeeld de liefde voor je medemens. Maar uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat dit geloof ook echt mijn geloof is. Daarna heb ik er nooit meer over nagedacht.”

Is een leven met of zonder religie mogelijk voor jou?

Anouschka leest de vraag voor en begint uit enthousiasme meteen zelf met antwoorden.

“Voor mij is dat niet mogelijk. Religie betekent heel veel voor mij. Het geeft troost en rust, dat er iemand boven is tegen wie ik kan praten en dat ik lastige dingen gewoon uit handen kan geven.” Sjors kijkt vol verbazing naar Anouschka.

“Ik vind het bizar dat je zegt dat een leven zonder religie niet mogelijk is. Het betekende ooit ook veel voor mij, maar ooit valt dat stukje weg en kom je erachter dat de meerwaarde voor je leven er niet is. Je zegt dat religie je hoop geeft, maar ik ga nu niet volledig in angst en hopeloos door het leven.”

Anouschka reageert begripvol. “Er zitten genoeg moeilijke dingen in het geloof. Daar worstel ik zelf ook weleens mee. Bij sommige verhalen denk ik: wat moet ik daarmee? Maar het geeft mij hoop als ik dan bijvoorbeeld verhalen van Jezus lees, daar haal ik kracht uit.” Sjors blijft dwarsliggen. “Ik respecteer dat jij gelooft en dat mensen geloven, maar wat ze geloven respecteer ik niet.” Die laatste opmerking zorgt voor gelach aan de tafel, waarna er nog een kleine toelichting komt. “Dat wil niet zeggen dat ik voor jou geen respect heb of dat gelovigen slechte mensen zijn.”

Anoushka religie
Beeld door: Aysha Gasanova

Naam: Anouschka Rozendaal
Leeftijd: 22
Studie: Master Health Economics, Policy & Law
Opgegroeid in: Groot-Ammers
Achtergrond: Nederlands Hervormd Gereformeerde Bond

Hoe heeft het studentenleven invloed
op de manier waarop jij je overtuiging
aanhangt?

Zonder twijfel geeft Sjors de vraag aan Anouschka.

“Ik zit bij NSR, een christelijke studentenvereniging, dus het is logisch dat mijn studentenleven verweven is met mijn geloof. Het was een bewuste keuze om na de middelbare school bij NSR te gaan. Ik dacht: ik ga naar de universiteit, waarschijnlijk zijn er daar veel mensen die niet geloven, en ik wil er toch op een vaste manier mee bezig blijven.”

Martijn geeft aan die keuze bewust niet te hebben gemaakt. “Ik snap wel dat het fijn is om af en toe met een groep mensen over het geloof te praten, maar dat doe ik buiten de universiteit al. Op die manier blijf ik bezig met het thema, maar praat je ook met mensen die er anders over denken.” Anouschka is niet bang dat ze door het christelijke karakter van de vereniging in een bubbel terecht komt. “Door mijn studie kom ik ook genoeg mensen tegen die een andere achtergrond hebben.”

Op welke momenten is het lastig om
binnen jouw studentenleven uit te komen
voor je overtuiging?

Sjors, die de vraag krijgt van Martijn, denkt even na, maar kan zich geen moment voor de geest halen. Hij maakt het wel mee, maar dan in zijn geboorteplaats.

“Als ik thuiskom in Sliedrecht, is het soms een ander verhaal. Daar worden mijn opvattingen af en toe minder gewaardeerd. Maar dat vind ik stiekem wel leuk.” Dan bedenkt hij zich en zet de joker in. “Ik ben wel benieuwd hoe dat bij jou is, Anouschka. Ik kan me voorstellen dat het voor jou een stuk lastiger is.”

Volgens haar zit het vooral tussen de oren. “Toen ik net ging studeren, was ik bang dat mensen zouden denken: ‘Hé, zij is christelijk, wat doet zij hier op een wetenschappelijke studie, kan ze niet nadenken?’ Maar ik merkte al snel dat mensen juist openstaan voor het gesprek en dit interessant vinden. Verhitte discussies heb ik niet vaak meegemaakt.” Hoewel Sjors meteen het aanbod doet om de discussie aan te gaan, blijft die ook nu uit. Er volgt wel een bekentenis van Martijn

“Ik zal niet ontkennen dat hoe ik mijzelf presenteer, afhankelijk is van wie er in mijn omgeving zijn. Liegen doe ik niet en als mensen ernaar vragen vertel ik het gewoon, maar zelf begin ik niet snel over mijn katholieke achtergrond. Waarom dat is weet ik niet. Ik vind het toch lastig om die afwijkende mening te hebben.”

Wat was het lastigste moment dat je
vanuit je overtuiging hebt meegemaakt
in je academische leven?

‘Twijfelaar’ Martijn krijgt de vraag en heeft zijn antwoord direct klaar.

“Sinds ik met mijn bachelor Geschiedenis begon, heb ik meer begrip voor het atheïsme. Ik kreeg steeds meer het idee dat het christendom weleens een verzinsel kan zijn. Als klein jongetje weet je niet beter dan dat het geloof de waarheid is. Maar hoe breder je horizon wordt, hoe meer je gaat twijfelen en relativeren.”

Anouschka geeft aan dit beeld niet te herkennen. “Tijdens mijn studie word ik niet vaak uitgedaagd om na te denken over de combinatie van studie en geloof, behalve bij een vak als gezondheidsrecht. Dan komen ook dingen als euthanasie en abortus voorbij. Dan merk ik soms wat anders in onderwerpen te staan.”

Martijn religie
Beeld door: Aysha Gasanova

Naam: Martijn Schoolenberg
Leeftijd: 21
Studie: Master Maatschappijgeschiedenis
Opgegroeid in: Rotterdam
Achtergrond: Rooms-katholiek

Hoe verschilt jouw studentenleven van
het studentenleven van iemand met een
andere overtuiging?

Net als de eerdere vraag over het studentenleven, geeft Sjors de vraag zonder twijfel aan Anouschka, die moet lachen. ‘Ik wist het.’

“Ik denk dat het verschil vooral zit in normen en waarden. Dingen als trouwen vind ik mooi. Voor mij hoort seks bij één iemand en trouw zijn aan elkaar hoort daarbij. Daar denk ik anders over dan veel studenten. Ook bij NSR gaat het anders dan bij andere verenigingen. Ja, we houden allemaal van bier, maar bij onze sociëteitsavonden is het niet het doel om dronken afgevoerd te worden.”

“Ik herken dat wel.” De eerste reactie van Sjors zorgt voor verwarring aan de tafel, maar hij schept snel duidelijkheid. “Niet van mijzelf, maar van vrienden uit Sliedrecht. Seks voor het huwelijk is voor sommige vrienden nog wel een issue.” Zelf ziet hij het geloof niet veel terugkomen in het studentenleven. “Van tevoren dacht ik dat het een grotere impact zou hebben, maar het gaat er gewoon niet vaak over.” Martijn sluit zich hierbij aan. “Ik loop ook niet tegen dat soort dingen aan. Drinken doe ik gewoon en met seks voor het huwelijk heb ik ook geen probleem.”

Wat is het mooiste aspect van jouw overtuiging?

De slotvraag wordt meteen beantwoord door Anouschka.

“Hoe Jezus in het leven stond en zichzelf heeft opgeofferd. Daardoor kunnen wij vrij leven. Ik ervaar niet dat ik minder vrij ben, omdat ik graag leef zoals ik dat nu doe. Een afscheid van het geloof zou voelen als een afscheid van een stukje van mezelf.” Bij Martijn klinkt – naast de zoektocht naar hoop – het begrip liefde door. “Het geloof is voor mij een manier om met mensen in contact te komen en een sterke band te krijgen. Die vorm van liefde vind ik mooi.” Sjors neemt de nuchtere afsluiting voor zijn rekening. “Het feit dat je vrij bent en niet meer iemand hebt die weet wat je denkt, weet wat je droomt en vindt dat alles wat je in je leven doet in zijn teken moet staan. Dat vind ik mooi.”