Die angst is volgens betrokkenen niet helemaal terecht: leden zijn de afgelopen jaren trouwer geworden aan de Bijbel en staan vaker achter het gedachtegoed van de kerk. Bovendien is een kritische houding de afgelopen jaren gebruikelijker onder jongeren uit de Biblebelt.
Op de gangmuren, naast de studentenkamer van Hannah Weststrate (22), is het logo van de studentenvereniging C.S.F.R. twee keer groot afgebeeld. Boven de trap zijn alle namen van de studenten die in dit Rotterdamse dispuuthuis gewoond hebben met stift op de muur geschreven. De masterstudente Health Care Management zit in haar kamer, ze draagt donkerblauwe slippers met hetzelfde logo. “Merchandise”, lacht ze. “De opbrengst gaat naar het goede doel.”
Drie jaar geleden werd Hannah lid van Ichthus – zo heet het Rotterdamse dispuut van de C.S.F.R. – en kwam ze hier wonen, samen met vier andere vrouwelijke leden. Ze woonde daarvoor met haar ouders in Biblebelt-dorp Elspeet in Gelderland en is aangesloten bij de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, een van de conservatieve takken binnen het christendom. “Ik was vooral op zoek naar verdieping van het geloof, maar ook naar gezelligheid”, vertelt ze. “Bij Ichthus vond ik die combinatie.”
Kritische houding
De nadruk ligt bij Ichthus volgens voorzitter Hans van Beek vooral op de verdieping. “We vinden gezelligheid belangrijk – we hebben spelletjes, borrels, maaltijden – maar het is niet onze allereerste doelstelling”, zegt hij. “We bieden vooral een plek waar studenten de Bijbel, maatschappij en hun eigen achtergrond kunnen bestuderen.”
En daar hoort een kritische houding bij. Dat is al sinds de oprichting van C.S.F.R. in 1951 een van de belangrijkste speerpunten. “We zijn niet alleen maar bezig met onze eigen achtergrond, het gaat om de verbreding van het eigen gedachtegoed”, zegt Van Beek. De vereniging bestaat dan ook uit leden uit verschillende stromingen – met name uit de reformatorische hoek. Samen praten ze, bijvoorbeeld in Bijbelkringen waarin religieuze onderwerpen aan bod komen, over hun verschillende perspectieven.
Reformatorisch
Het protestantse christendom kent duizelingwekkend veel stromingen. De een is progressiever, de ander conservatiever. Ichthus bestaat uit zo’n zeventig leden, waarvan de meeste reformatorisch zijn. Dat is een overkoepelende term voor (zeer) conservatieve protestanten die bijna altijd uit de Biblebelt komen. Daar valt de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de stroming waar Hannah bij hoort, ook onder. Het verschil tussen de reformatorische stromingen zit vaak in de manier waarop onderwerpen in de Bijbel worden uitgelegd, maar voor de buitenstaander zijn deze verschillen erg klein. Reformatorische christenen staan bekend om hun afstand tot de ‘moderne cultuur’ en emancipatiebewegingen: traditionele man-vrouwverhoudingen, bijvoorbeeld, zijn voor hen de norm.
Daarnaast heeft de vereniging studiekringen, waarin ook niet-religieuze onderwerpen besproken worden. Van Beek: “Je moet wel een boek over sterrenkunde lezen wil je iets zinnigs kunnen zeggen over waar een ster vandaan komt.” En de vereniging nodigt jaarlijks sprekers – christelijk en niet-christelijk – uit om een lezing te geven over, bijvoorbeeld, het kijken naar kunstmatige intelligentie vanuit morele waarden. “Het gaat erom dat studenten sterker in hun schoenen komen te staan en goede antwoorden leren te formuleren op vragen over hun geloof.”
Reflexiviteit
Een kritische houding als die van Ichthus is sinds begin deze eeuw gebruikelijker onder jongeren uit de Biblebelt, zegt Anneke Pons-de Wit, cultuursocioloog aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ze is bezig met een proefschrift over hoe religieuze identiteit ontwikkelt wanneer jongeren in aanraking komen met diverse perspectieven. “Bij de oude generatie moest je vooral geen vragen stellen, die zei: ‘Zo doen we het nou eenmaal’”, zegt ze. “Jongeren komen nu eerder in aanraking met andere meningen, bijvoorbeeld via sociale media. Daarom willen ze nu vaker argumenten voor waarom zij bepaalde dingen doen en geloven.” Denk bijvoorbeeld aan de overtuiging binnen sommige conservatieve kringen dat vrouwen geen broek mogen dragen.
Wanneer jongeren in contact komen met andere opvattingen komt er een reflexiviteitsproces op gang, zegt de wetenschapper. “Ze gaan ze op zoek naar onderbouwing voor waarom ze gelijk hebben.” Dat kan op twee manieren uitpakken. “Ze vinden argumenten in bijvoorbeeld de Bijbel en worden dieper geworteld in hun eigen gedachtegoed, of ze vinden geen argumenten en worden liberaler, waardoor ze soms het in twijfel trekken.”
Hannah is in haar tijd bij Ichthus vooral zelfverzekerder geworden over wat zij gelooft. Zij is achter haar overtuigingen blijven staan en is niet van kerkverband gewisseld. “Doordat we bij de vereniging samen in gesprek gaan over elkaars perspectieven, ben ik meer gaan nadenken over waarom ik achter mijn gedachtegoed sta en waarom ik hier achter zou blijven staan”, vertelt ze. “Ik heb geleerd om te beredeneren waarom ik bepaalde dingen geloof. Hierdoor kan ik nu beter voor mijn mening opkomen.”
Eng
Mensen van de oude generatie vinden reflexiviteit en daarmee kritische verenigingen zoals de C.S.F.R. vaak ‘eng’, zegt Pons-de Wit. Ze zijn bang dat de jongeren de kerk verlaten. Dat de C.S.F.R. nog weleens gevoelig ligt in de Biblebelt, heeft ze bij haar dochter, die lid is bij het Leidse dispuut, gezien. “Wil je afhaken van de kerk, of zo?”, vroegen vrienden uit de kerk aan haar.
Vooral in 2012 deed de C.S.F.R. stof opwaaien binnen Gereformeerde Gemeenten, een van de meest conservatieve takken waar veel Ichthus-leden onderdeel van zijn. In De Saambinder, hét weekblad van de Gereformeerde Gemeenten, raadde emeritus predikant en destijds hoofdredacteur dominee IJp van Aalst studenten af om zich aan te sluiten bij de vereniging. Hij sprak van een ‘verwereldlijkte sfeer’ en stelde, op basis van een kleinschalig onderzoek, dat lidmaatschap risico op kerkverlating zou kunnen verhogen.
Van Aalst, die vroeger zelf lid was van het Amsterdamse dispuut omdat er toen geen alternatief was, staat nog steeds achter zijn standpunt. “De vereniging was en is breed in leer en leven, ofwel in opvattingen en levensstijl”, zegt hij. Die ‘breedte’ is volgens hem vooral terug te zien in het feit dat de vereniging ook niet-christelijke sprekers uitnodigt en niet-gereformeerde studenten toelaat.
Theologische verrechtsing
Dominee Gert Jan Baan van de Bethelkerk in Rotterdam, die nauw contact heeft het Ichthus, nuanceert de kritiek van Van Aalst. “Toen ik ging studeren – meer dan dertig jaar geleden – werd er bij de C.S.F.R. weleens getwijfeld aan het gezag van de Bijbel”, vertelt Baan, die destijds lid werd van een reformatorische vereniging in Utrecht. “Maar dat soort dingen hoor ik de afgelopen jaren absoluut niet meer. Als ik nu student zou zijn, was ik ongetwijfeld lid geworden.”
De afgelopen jaren heeft er volgens de dominee een ‘theologische verrechtsing’ plaatsgevonden bij de vereniging. Dat wil zeggen: leden gaan meer uit van de Bijbel en zijn het eens met wat er in de kerk verkondigd wordt. “Vroeger bestond de vereniging uit meer uiteenlopende kerkelijke achtergronden, maar later zijn meer mensen uit reformatorische kerken gaan studeren”, vertelt hij. De afgelopen jaren hebben alle Ichthus-voorzitters zich aangesloten bij zijn kerk, die deel uitmaakt van de Gereformeerde Gemeenten.
Het reformatorische gedachtegoed en de kerk wordt allesbehalve losgelaten bij de C.S.F.R., benadrukt ook Ichthus-voorzitter Van Beek. “Als je als student naar Rotterdam gaat, bouw je je eigen leven op. Het kan dan zijn dat je bepaalde leefregels of tradities loslaat; iemand kan bijvoorbeeld meer moderne liederen willen zingen in zijn of haar kerk. Maar het is niet zo dat leden alles loslaten, want dan hoor je niet thuis op onze vereniging”, zegt hij. “Sterker nog: door de komst van bijvoorbeeld de Bijbelkringen is het geloofsaspect tegenwoordig belangrijker dan het studieaspect.”
Rotterdamse kerken
Het is dan geen verrassing dat de vereniging goed contact heeft met verschillende kerken in Rotterdam. Sommige studenten sluiten zich ook aan bij een van deze kerken; bij de Bethelkerk zijn dat er jaarlijks ongeveer vijftien. Maar alle leden kunnen daar voor van alles terecht, zegt dominee Baan: van persoonlijke vragen over relatieproblemen tot het zoeken van een studentenkamer. “En soms zet ik de deuren van mijn huis open voor een barbecue of drankje.”
Hannah bezoekt af en toe samen met de vereniging diensten in Rotterdamse kerken. Maar de kerk die ze van huis uit heeft meegekregen heeft ze nooit verlaten. Bijna ieder weekend pakt zij haar koffer onder haar bed vandaan, loopt ze de vele steile trappen in het dispuuthuis af en reist ze terug naar het dorp om met haar familie en vriend naar de kerk te gaan. Ook daar bezoekt ze verschillende reformatorische kerken. “Ik blijf het interessant vinden om verschillende perspectieven op het geloof te horen.”
hallo, leuk stuk. Een beetje verwarrende titel echter omdat er ook een landelijke studentenvereniging genaamd Ichthus is die ook in Rotterdam zit. Misschien was het beter geweest C.S.F.R. in de titel te gebruiken om verwarring te voorkomen.
Reageren niet meer mogelijk.