Op jonge leeftijd stapte mijn opa zonder afscheid te kunnen nemen op de boot naar Nederland. Zo vluchtte hij uit Indonesië, op zoek naar een beter bestaan. Mijn opa was een halfbloedje: iemand die niet hier en niet daar hoorde. Hij groeide op aan een rivier in Jakarta, maar werd uiteindelijk een strijder voor het Nederlandse leger. Een jongen van de straat die de wereld door mannenogen moest zien.

In groep zes moesten wij onze grootouders interviewen. Terwijl iedereen verhalen vertelde over oma’s die gewonde soldaten verzorgden tijdens de Tweede Wereldoorlog en opa’s die piloten aanstuurden in Canada, kwam ik terug met verhalen over mijn opa die met krokodillen had gezwommen en op zijn tiende op een motor door de stad reed.

Want opa vertelde niet over het Jappenkamp, maar over hoe snel hij een kokosnoot uit een boom kon trekken en over hoe hij mijn oma had versierd door heel de nacht met haar te schuifelen. Opa was niet de man in uniform in de frontlinie; opa was de man met de vetkuif en de witte lakschoenen die besloten had naar de andere kant van de wereld te varen. Opa was Peter Pan, de jongen met de zorgeloze jeugd die alleen maar mooie avonturen beleefde. En in gedachte ging ik mee naar een andere wereld, ver van de werkelijkheid, waar opa kon vliegen.

Laatst heeft mijn opa een beroerte gehad. De woorden in zijn puzzelboekje werden strepen en alles wat hij eerst in zijn linkerooghoek zag, verdween. In het ziekenhuis kreeg hij te horen dat zijn leven niet meer zou worden zoals het was; dat zijn lichaam niet meer altijd zou doen wat hij wilde.

Peter Pan was eigenlijk een ontheemd vogeltje dat door een samenloop van omstandigheden niet meer naar huis kon. En Neverland, dat was geen land, maar een plek in zijn hoofd om de werkelijkheid te ontvluchten.

Als opa nu zegt dat hij niet kan geloven dat zijn lichaam niet meer goed werkt en dat zijn jeugd echt voorbij is, vertel ik hem over hoe ik oog in oog stond met een komodovaraan en hoe ik ’s nachts ging salsadansen op het strand. Zo vertrekken we naar Neverland, een plek in je hoofd om de werkelijkheid te ontvluchten. Een plek waar opa nog steeds kan vliegen.