Het bombardement van 1940 heeft er in Rotterdam letterlijk en figuurlijk gigantisch ingehakt. Nu, 75 jaar later, is er een totaal andere stad voor in de plaats gekomen. Stoerder, hipper en grootstedelijker dan ooit. Met hier en daar een herinnering aan vroeger. EM bezocht met Paul van de Laar, EUR-stadshistoricus en directeur van Museum Rotterdam vijf plekken die de wederopbouw in zijn ogen het best typeren.

Rotterdam is geen stad om te wonen, zo vinden een heleboel mensen. Je komt er alleen om te werken. Toen ik in de jaren tachtig in Rotterdam ging studeren, dacht ik precies hetzelfde. Ik bleef liever in Utrecht wonen, daar is het veel gezelliger. Wat een misverstand was dat. Want ware liefde is duurzame liefde. Zo is het met Rotterdam ook. Dat is absoluut geen liefde op het eerste gezicht. Je moet er even doorheen, maar als dat is gebeurd dan laat de stad je nooit meer los en is de liefde voor altijd. Zo is het met mij ook gegaan. En net als in een liefdesrelatie moet je ook in de stad investeren. Als je dat doet, krijg je er enorm veel voor terug.”

Het Timmerhuis

Van de Laar 2
Het Timmerhuis Beeld door: Sanne van der Most

“Het Timmerhuis, het nieuwe onderkomen van het Museum Rotterdam, zit in een prachtig nieuw gebouw van architect Rem Koolhaas. Tegelijkertijd is het gebouwd tegen de oude gevel van het Stadstimmerhuis, een gemeentemonument met een mooie symbolische betekenis. Vanuit dit gebouw is het plan van Van Traa (stedenbouwkundige, red.) voor de wederopbouw van de stad gecoördineerd. In onze eerste wisselexpositie besteden we daarom veel aandacht aan wat de wederopbouw heeft gebracht. Direct na het bombardement zijn we razendsnel gaan bouwen aan een nieuwe moderne stad, met de nadruk op de haven en de economie. Een rokende schoorsteen vinden we nu vies en verontreinigend, maar in die tijd was het een teken van welvaart. Begin jaren zeventig, met de oliecrisis, kwam er een kantelmoment. Hebben we eigenlijk wel de stad gebouwd die we wilden bouwen? Kun je wel prettig wonen in de binnenstad? Waar is de intimiteit gebleven? In de jaren die volgden, zijn we Rotterdam gaan veranderen en herwaarderen. We werden weer trots op onze stad en we gingen de schoonheid ervan inzien. Ruige, robuuste steden, ‘cities on the edge’: tegenwoordig zijn we er gek op. Al die opgepoetste en gepolijste geveltjes, die kennen we nu wel. Dat is een wereldwijde trend en daar past Rotterdam natuurlijk perfect in.”

De Laurenskerk

Van de Laar 4
De Laurenskerk Beeld door: Sanne van der Most

“De Laurenskerk, het oudste gemeenschapshuis van Rotterdam. Pas later in de achttiende eeuw is het een religieuze plek geworden. En nu in onze tijd is het wederom een multifunctioneel gemeenschapsgebouw, waar van alles gebeurt. Dat vind ik bijzonder. Door het bombardement is er weinig van de Laurenskerk overgebleven. Alleen de toren bleef gespaard. Het schijnt dat de Führer zelf opdracht had gegeven die te laten staan. Wat daar van waar is, weet ik niet. Na de oorlog is de Laurenskerk steen voor steen weer opgebouwd. Daarmee staat hij symbool voor de wederopbouw. Schuin voor de kerk staat het beeld van Desiderius Erasmus. Hoewel hij als kleuter uit Rotterdam vertrok en nooit is teruggekeerd, kunnen we ons geen geschiedenis van Rotterdam voorstellen zonder Erasmus. Ik begin mijn colleges ook altijd door te zeggen dat met Erasmus de city marketing is uitgevonden. In oude reisbeschrijvingen en gidsen werd er al over geschreven: ‘Rotterdam is misschien niet heel rijk aan stedelijk schoon, maar een bezoek aan het standbeeld van Erasmus is een omweg waard.’ Dat is toch heel bijzonder? Net als het feit dat het beeld gewoon in de openbare ruimte staat. Best kwetsbaar. Maar blijkbaar hebben mensen er zo veel respect voor, dat het toch kan.”

De Kubuswoningen

Van de Laar 6
De Kukuswoningen Beeld door: Sanne van der Most

“De Kubuswoningen, ook wel het Blaakse Bos genoemd, vind ik vreselijk. Onaantrekkelijke, slecht onderhouden toeristische winkels, lelijke plantenbakken en ik zou er zelf ook nooit willen wonen. Toch trekt de museumwoning tienduizenden toeristen per jaar. Daarmee is het onderdeel geworden van de city marketing van Rotterdam. Het staat op bijna alle uitingen van Rotterdam. En dat is opvallend. Het is namelijk een complex dat volstrekt niet Rotterdams is. Het is geen groot, ruig opvallend gebouw zoals de Markthal of de Rotterdam. Het is kleinschalig en intiem. En dat zegt veel over de opvattingen die we in de jaren zeventig hadden over de stad en hoe die zou moeten zijn. Het moest gezellig worden. Er kwam een kleinschalig en postmodern aanzien van de stad waarin de mensen dichter bij elkaar moesten wonen en meer met elkaar in contact moesten komen. In een gebied wat toen nog vrij leeg was, zijn de Kubuswoningen neergezet. Architect Piet Blom heeft zich duidelijk laten inspireren door de Ponte Vecchio in Florence. Die brug met huisjes erop. Hij wilde een verbindingsweg creëren over de Blaak naar het andere gedeelte van de stad. De Blaak en de Maasboulevard zijn twee snelwegen die de stad doorkruisten. De Kubuswoningen vormen een brug naar de Oude Haven. Op zich goed bedacht. Of het geslaagd is, daar zijn de meningen over verdeeld.”

Katendrecht

Van de Laar 7
Deliplein op Katendrecht

“Katendrecht stond vroeger bekend als het schiereiland waar Rotterdam zijn ‘onmaatschappelijken’, zijn asocialen huisvestte. Eind negentiende eeuw kwamen hier de ongeschoolde krachten uit Brabant en Zeeland om in de havens te werken. Dat is het klassieke beeld van Rotterdam- de groei van de werkstad. Katendrecht is heel sterk geassocieerd met ‘het andere Rotterdam’, dat wat niet bij noord hoorde. In Katendrecht woonden de ‘afwijkenden’. Na 1911 kwamen hier de eerste Chinezen van Rotterdam wonen. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen ook de prostituees naar Katendrecht en ging het imago nog meer achteruit. En ineens veranderde er iets. Binnen nog geen tien jaar tijd is Katendrecht van een no-go-area een van de grootste hotspots van de stad geworden.

‘De culturele levendigheid die je hier nu hebt – het succes van de Fenixloods, Walhalla en het Deliplein – is duidelijk van onderaf tot stand gekomen’

Paul van de Laar

Wat verklaart dat succes? We zijn altijd geneigd te zeggen dat het de verdienste van de stad is, met zijn stadsontwikkeling en de ‘waterfront regeneration’, zoals dat heet. Net zoals op de Kop van Zuid is gebeurd. Toch is hier wat anders aan de hand. De culturele levendigheid die je hier nu hebt – het succes van de Fenixloods, Walhalla en het Deliplein – is duidelijk van onderaf tot stand gekomen.De culturele en creatieve sector zelf heeft de grootste rol gehad in de ontwikkeling van dit gebied. En daar zit hem de kracht in. Daarom is herontwikkeling van het Entrepotgebied ‘mislukt’ en van Katendrecht een groot succes. Mede geholpen door de economische crisis uiteraard, want anders had het grootkapitaal hier direct zijn stempel opgedrukt. En dan had je je kunnen afvragen of ze wel rekening hadden gehouden met de historie van dit gebied. Dat is nu gelukkig wél gebeurd. De negatieve beelden van het vroegere Katendrecht zijn omgedraaid en hebben een positieve lading gekregen. Katendrecht is een gebied van tolerantie en bovendien enorm stoer en ruig. ‘Kun jij de Kaap aan?’ Hier zitten de pioniers. Een bijzondere plek op Katendrecht vind ik het Verhalenhuis Belvedère. Daar worden alle verhalen van de Kaap bij elkaar gebracht.”

De Wilheminapier

“De rechtopstaande stad. Zo noemde Louis- Ferdinand Céline New York toen hij er met de boot aankwam. Als ik kijk naar Rotterdamse wolkenkrabbers als ‘New Orleans’, ‘Montevideo’ en ‘de Rotterdam’, dan krijg ik ook heel sterk dat gevoel. En al die architectuurstijlen door elkaar heen. Heel bijzonder. ‘De Rotterdam’ van Rem Koolhaas vind ik echt een prachtig gebouw. En het idee dat Hotel New York een hele tijd heeft leeggestaan. Jammer dat het gebouw van het Havenbedrijf zo dicht erbovenop staat. Anders had je een prachtige doorkijk gehad van Noord naar Zuid. Het zal ongetwijfeld met geld te maken hebben gehad, maar ik vind het een gemiste kans. Begin jaren 90 waren er weinigen die dachten dat de Wilhelminapier een succes kon worden. Fantastisch om te zien wat de Erasmusbrug teweeg heeft gebracht. En recent ook de Rijnhavenbrug die de Wilhelminapier met Katendrecht verbindt.

Eigenlijk zou het heel Rotterdams zijn geweest om de Rijnhaven te dempen’.

Paul van de Laar

Het had immers geen functie meer. De reden waarom dat niet is gebeurd, is ook een financiële. Het graven van een haven is heel duur, maar het dempen van een haven is nog veel duurder. En daarom is het gebied van de Wilhelminapier behouden. Gelukkig maar, want van deze plek word ik erg blij. De verbinding tussen noord en zuid is fantastisch” ‘Eigenlijk zou het heel Rotterdams zijn geweest om de Rijnhaven te dempen’.

75 jaar wederopbouw: EM bracht een ode aan de Maasstad in een speciaal themanummer. We keken als inwoners en buitenstaanders (en vanuit de lucht) naar onze eeuwige second city, vroegen studenten naar hun ervaringen met Rotterdam, en brachten het unieke start-uplandschap van de stad in kaart.

Lees alles in onze gloednieuwe special.