Rotterdamse start-upcursus voor nitwits (fase 1)

Zeker op een ondernemersuniversiteit als de Erasmus Universiteit Rotterdam lopen heel wat studenten rond met een geweldig nieuw idee voor een product of dienst. Net als bij Mark Zuckerberg (Facebook) en Larry Page (Google) begint dat natuurlijk op een zolder of in een garage. Beetje knutselen, beetje bouwen, beetje prototypen, beetje bier drinken, beetje luchtfietsen, beetje dagdromen. Niks mis mee.

Maar wat als je idee écht goed blijkt te zijn? Waar kun je dan terecht in Rotterdam om je nieuwbakken bedrijf op te kweken en uit te bouwen? Om daarachter te komen, spraken we met allerlei spinnen in het web van de wondere wereld van meetups, bootstrapping, co-workingspaces, incubators en angel investors.

Overzicht van startup hubs in Rotterdam. Mis je er één?

Goed. Fase 0 is achter de rug en je hebt een idee waarmee je aan de slag wil gaan. Blijkbaar is je idee goed genoeg om er ook echt wat mee te doen. Je gaat de sprong wagen en kijken of je er écht iets van kan maken. Superspannend natuurlijk, maar ook supermoeilijk. Want waar begin je? Hoe vind je kapitaal? Wie zijn je concurrenten? En hoe transformeer je je papieren eigenlijk naar de realiteit?

Goed nieuws: Rotterdam heeft iets unieks in handen met het Erasmus Centre for Entrepreneurship (ECE voor intimi). In één van de Marconitorens, vlakbij het gelijknamige metrostation, biedt dit centrum op vier verdiepingen plek voor starters, inclusief coaching, events, trainingsprogramma’s en netwerkbijeenkomsten. Zo kunnen start-ups onder structurele begeleiding hun idee gecontroleerd uitbouwen.

De programma’s die start-ups op het ECE kunnen volgen, zijn bijvoorbeeld het Get Started Programme (‘een intens, doorlopend programma van tien weken om ambitieuze, debuterende start-up-ondernemers te steunen’) en Essentials of Entrepreneurship (‘eendaagse praktische masterclass over ondernemerschap voor een brede groep werknemers’).

Nu zegt elk verzamelgebouw voor freelancers, start-ups en andere bedrijven uniek te zijn, maar volgens campusmanager Gianluca Bellan is het ECE écht wat anders. Sterker nog: sinds het ECE er is, claimt Bellan, is het landschap voor start-ups veranderd. “Wij zijn uniek in Europa. Ja, je hebt Rocket Internet in Berlijn, maar dat is een venture generator. Zij creëren bedrijven op basis van bestaande businessmodellen uit de VS. Wij leren mensen echt ondernemen op basis van hun eigen idee.”

Ook is het ECE geen incubator, een omgeving waarin bestaande bedrijven via geld en services start-ups helpen groeien in ruil voor aandelen en beslissingsbevoegdheid. “Dat doen wij niet. Bedrijven kunnen hier gewoon zaken met elkaar doen.”

Het ECE richt zich niet op een specifieke markt. “Je denkt bij Rotterdam al snel aan business, maar we hebben hier heel diverse ondernemers. We gaan van gezondheid en economie naar voeding en internet.” Dat kan, weet Bellan, omdat alle bedrijven nog aan het begin van hun levensloop staan en nog geen grote machines of specifieke omgeving nodig hebben. “Pas later groei je door naar een andere plek die beter past bij de fase en het karakter van je bedrijf.”

Wel hanteert ECE selectie aan de poort. “Als je niet hoopt dat jouw idee de nieuwe Facebook wordt, dan wordt het lastig. Het hoeft niet altijd al van tevoren duidelijk te zijn hoe alles werkt, maar het idee moet duidelijk zijn. Je gaat hier dus niet zitten omdat je wat vrije tijd over hebt. Nee, jouw idee moet the next big thing worden. Je concept moet dus in ieder geval nieuw en schaalbaar zijn.”

Het ECE mag dat eisen, want het heeft inmiddels enkele grote klappers afgeleverd. Neem Nestpick, een soort AirBnB voor het verhuren van woningen. “Dat startte hier in 2014 met één jongen van Erasmus. Inmiddels is het gegroeid naar zeventig medewerkers en opgekocht door Rocket Internet. Afgelopen november stond de waarde op 6 miljoen euro.”

Ook Synbid, dat drie jaar geleden startte als crowdfundplatform voor start-ups, heeft nu meer dan dertig werknemers en vestigingen door heel Europa. En dan is er nog Housing Anywhere, het platform waar internationale studenten kamers kunnen uitwisselen. “Die dienst is nu beschikbaar in achttien landen, bestaat uit een team van 27 medewerkers en heeft net een miljoen euro opgehaald bij investeerders. Dat is allemaal hier gestart.”

Natuurlijk is het ECE niet de enige plek in Rotterdam waar je naartoe kunt als starter. Sterker nog: het aantal hotspots voor starters is amper meer te tellen. Een populaire spot is de Startup Foundation, die recent is verhuisd naar de Bierstraat (in de Wijnhaven). Hier krijg je geen formeel begeleidingstraject, maar wel een groot en divers netwerk van beginnende en ervaren ondernemers die hier hun kantoor houden. Ook zijn er meet-ups en andere activiteiten om visitekaartjes te scoren en problemen te bespreken.

In het Groothandelsgebouw vind je Kleinhandel, een werkplek waar zo’n twintig starters van divers pluimage op hun MacBook zitten te rammen. Dat is ideaal voor bootstrapping: het met eigen middelen je onderneming de eerste stappen laten zetten, hopend op het moment dat er inkomsten en groei komen.

Ook kun je terecht in Het Industriegebouw, een historisch pand aan de Goudsesingel met een duizelingwekkende 20 duizend vierkante meter aan vloeroppervlak. Iedereen is welkom om kantoorruimte te huren, dus ook hier vind je veel start-ups. En ook op Zuid kun je terecht, zoals bij de Creative Factory in de Maassilo. Hier vind je vooral veel creatieve start-ups, zoals in architectuur, audio en video, communicatie en online. Ook op Zuid: Tribes, een keten van huurbare kantoorruimte voor ondernemers, te vinden in de Wilhelminatoren.

Nog meer? Goed, nog eentje dan, maar dan wel een met een randje. Aan de Middellandstraat in West vind je in een honderd jaar oude textielfabriek de Impact Hub, een idealistisch georganiseerd netwerk van zzp’ers en startende ondernemers. Impact Hub Rotterdam is onderdeel van een wereldwijd netwerk van 82 ‘hubs’ dat zichzelf beschrijft als een ‘beweging voor duurzaamheid en sociale innovatie’. “Wij werken aan een wereld die voor iedereen werkt. Samen vormen wij een ecosysteem”, aldus Amelie Veenstra, directeur van de Rotterdamse franchise. “Starters kunnen hier bijvoorbeeld hun prototypes testen in de community. Hier kun je zowel vragen wat anderen ervan vinden als wat launching customers vinden.” Dat bestieren van de Impact Hub doet ze met veel plezier, maar Veenstra vraagt zich wel hardop af waarom de gemeente Rotterdam enkel geld in het Cambridge Innovation Center stopt. “2,7 miljoen euro, dat is veel geld om een ecosysteem voor ondernemers te bouwen. Ik zou zeggen: gemeente, kijk om je heen naar wat er al is.”

Volgende week lees je het derde deel in deze serie, over waar je terecht kunt om gespecialiseerd te kunnen doorgroeien.