Dit verhaal begint in Singapore, vertrekt vervolgens vanuit Rotterdam richting Zimbabwe en belooft verder te gaan in India. De doelen zijn net zo ambitieus en breed als deze geografische dekking. Dat past bij Ginie Servant, docente aan het EUC: alles wat ze aanpakt, moet draagwijdte hebben. Haar geesteskind, FairFight, is een liefdadigheidsinstelling die zich richt op de empowerment van kansarme meisjes met behulp van vechtsport.
In 2012 kreeg Ginie voor het eerst het idee haar twee passies – NGO-werk en vechtsport – te combineren. “Ik maakte een moeilijke tijd door. Ik was in Singapore en liep een beetje met de ziel onder de arm. Als je in dat soort steden met al hun bankiers en corruptie belandt, vraag je je af waarom je het allemaal doet. Ik dacht: laat ik iets proberen dat echt betekenis voor me heeft. Vechtsport had mij geholpen, mij had het sterker gemaakt. Dat zou vast ook voor anderen gelden”, herinnert Ginie zich.
Ze heeft veel voor internationale NGO’s gewerkt, waaronder het Rode Kruis, dus ze wist precies wat ze wilde vermijden in haar eigen project. “Het grootste probleem met de Westerse NGO- en goededoelenwereld is dat mensen het doen om een goed gevoel over zichzelf te krijgen. Het heeft geen impact op de lokale gemeenschap. Ze gaan erheen, maken een paar foto’s en vertrekken weer, zonder iets te veranderen. Mensen hebben van die grootse ideeën over de hele wereld veranderen. Maar tenzij je een Gandhi of Nelson Mandela bent, is dat niet echt reëel.”
Vechtsport
Toch zijn er veel mensen die geïnspireerd worden door grote figuren en graag willen helpen, vaak zonder te weten waar ze moeten beginnen. Zo ook Alex Whitcomb – Ginies collega bij EUC – die iets wilde doen voor zijn geboorteland, Zimbabwe, en Emma Bouterse, een EUC-studente die haar hele leven al dol is op vechtsport. “Ik heb altijd al iets willen bijdragen aan de wereld in het algemeen, maar het is nooit bij me opgekomen om dat met vechtsport te doen – totdat Ginie met haar idee kwam”, vertelt Emma haast verontschuldigend.
Studiereis
“Pas toen kwam het allemaal bij elkaar, het concept, de locatie en het plan: empowerment van meisjes in Zimbabwe door ze vechtsport te leren. Nu moesten de middelen gevonden worden om het project te realiseren.” Daarvoor vroegen Ginie en Alex het EUC om hulp. “Toen we startten, beoordeelde Liesbeth Noordegraaf-Eelens (programmaleider Humanities en Economics & Business van het EUC – KS) ons allereerste voorstel voor het project. Ze heeft het twee keer afgewezen. Voor ons was dat erg leerzaam omdat we gedwongen werden om steeds opnieuw over alle praktische zaken na te denken – ambassades bellen, risicobeoordelingen doen – en alles in feite professioneel op te zetten. Ze lieten ons niet wegkomen met slordig werk, dat was nuttig. Ze ondersteunden ons financieel door Alex en mij naar Zimbabwe te laten gaan in plaats van ons aan ons arbeidscontract te houden. Het EUC heeft altijd initiatieven van medewerkers ondersteund.” De eerste ronde maakte deel uit van een EUC-studiereis in januari 2015.
Goed doel
Het idee pakte zo goed uit dat FairFight in de zomer officieel een goed doel werd. Ginie is vol lof over de Nederlandse wetgeving vanwege de snelle en gemakkelijke procedures: “Het moeilijkst was om de dingen op papier te krijgen waarvan we dachten het eens te zijn met elkaar. Natuurlijk was dat stilzwijgend ook zo, maar nu moesten we onze gedeelde ideeën vormgeven in een juridisch document. De rest ging vlotjes, in twee maanden waren we klaar.” Emma werd secretaris, en er kwam een andere EUC-student bij, Simone Punzo, als penningmeester.
Fondsenwerving
Als officiële NGO moest FairFight nu op eigen benen staan en geld vinden om haar activiteiten te financieren. “Dit jaar kwamen onze middelen voornamelijk uit drie belangrijke bronnen. De Rotary deed een fondsenwervingscampagne voor ons en Emma’s club organiseerde een fondsenwervingsdag voor FairFight Moreover, en een Engelse sensei, Mark Caddy, hield een online campagne voor ons. Dingen als zelfverdedigingsseminars zijn meer voor de lol dan om fondsen te werven, eerlijk gezegd. Als je je op studenten richt, wordt het lastig, want studenten hebben nu eenmaal niet zoveel te besteden.”
Nieuwe dimensie
In januari 2016 ging FairFight voor de tweede keer naar Zimbabwe. Zowel Ginie als Emma geven aan dat deze ervaring heel anders was dan de eerste keer. “Het eerste jaar was eng, omdat alles opgezet moest worden. Eerlijk gezegd vond ik het dit jaar nog steeds overdonderend. De hele opzet was nieuw nu we een officieel goed doel waren en professionelere vechtsporters hadden om ons te helpen. We hadden een echt team en dit keer konden we de lessen van tevoren plannen en organiseren”, vertelt Emma.
Niet alleen het werk was anders, ook de ontvangst werd persoonlijker ervaren. “We zijn inmiddels bekend in deze gemeenschap. Mensen die vorig jaar hadden deelgenomen aan de onderzoeksprojecten van de studiereis met studenten, kwamen ons dit keer begroeten. Ze kennen ons, ik voel me geen buitenstaander meer”, aldus Ginie.
Prachtige ceremonie
Omdat er minder studenten meededen, bleek het project gemakkelijker te runnen: “Afgelopen jaar was het lastiger omdat er voornamelijk studenten waren die niet zoveel ervaring met vechtsport hadden.” Ginie vervolgt: “Ik heb het echt getroffen met het team van dit jaar. We konden nu een soort ‘beginnerspakket’ aanbieden, dat we meerdere keren aan groepen van meer dan 200 mensen hebben gegeven. Aan het eind hadden we een prachtige ceremonie. De hele school kwam bij elkaar en we nodigden ouders uit bij de examinering van hun dochters. Er werd menige traan weggeslikt op het podium. Zelfs onze senior docent, die meer dan 23 jaar leservaring heeft, kreeg het te kwaad voor het oog van het publiek.”
Ook in Rotterdam
Over twee jaar wordt FairFight onafhankelijk van de EUC-studiereis. Het plan is nu het werk uit te breiden naar India: “Gisteren spraken we via Skype met mensen die een opvang voor meisjes leiden die zijn gevonden bij treinstations en in sloppenwijken. Deze mensen lijken vooral gericht op taekwondo.” En hoe zit het met Rotterdam? Waarom helemaal naar de andere kant van de wereld gereisd als er dichtbij ook mensen zijn die hulp kunnen gebruiken?
Inderdaad gaat FairFight ook lokaal een bijdrage leveren: “Ik heb contact gelegd met Olga Wagenaar van Zonta in Rotterdam. Zij willen een tripartite samenwerking tussen de lokale politie, ons en henzelf, gericht op meiden met een migrantenachtergrond. Dat hebben we voorlopig even uitgesteld, omdat we volop in de voorbereiding voor Zimbabwe zaten.”
Veel verwachtingen
Hoe inspirerend de plannen ook zijn, fantastische resultaten en uitbreiding hebben hun prijs. Ginie merkt op: “We hebben nu ook een externe kant. Mensen reposten wat we doen op Facebook en mensen hebben al een beeld over je voordat ze je persoonlijk kennen. Voor mij levert dat veel druk op omdat het allerlei verwachtingen schept. Tegelijkertijd opent het ook deuren. Ik leer echt enorm veel. Hoe kunnen we de energie en de wens van mensen om ons te helpen in goede banen leiden zonder de structuur van wat we doen in gevaar te brengen?”
Natuurlijk gaat het niet alleen om het lot van FairFight, maar ook over het leven van de mensen daarachter. Ginie is open over de nadelen van haar ambitie. “Laten we er geen doekjes om winden: die trips zijn zwaar. Je bent duizenden kilometers van huis, je bent buiten je comfortzone. Voortdurend moet je beslissingen nemen. Er gebeuren dingen die in je dagelijkse leventje in Nederland niet voorkomen: er zit een slang in je kamer, je krijgt een lekke band ergens in de bush-bush.”
Motivatie
Gelukkig wegen de voordelen van het werk meer dan op tegen de nadelen. Emma over haar motivatie: “Ik realiseerde me dat ik voor die meisjes dingen van me af kan zetten op zware dagen. Ik ga tot het uiterste als ik ze bezig zie en met ze werk. Op zulke momenten, als ik bij de meiden ben, ze lesgeef en ze zie groeien, denk ik nergens anders meer aan.”
Dingen kunnen veranderen
Natuurlijk verander je door zo’n ervaring. Emma kreeg een hele andere kijk op het leven. “Ik denk dat het mij net als de meisjes sterker heeft gemaakt. Ik doe nu andere dingen in mijn dagelijkse leven en ook op school. Daarnaast heb ik me gerealiseerd dat het standaardplaatje van gewoon studeren en een baan vinden niet is wat ik wil. Daar draait het nu niet meer om in mijn leven. Fairfight, dat heeft mijn leven waarde gegeven. Dit wil ik blijven doen.”
Ook voor Ginie is de reis transformerend geweest: “Ik zie nu wat er nodig is om werkelijk verandering teweeg te brengen. Ik zie mogelijkheden en ik ervaar niet langer die wanhoop, dat gevoel dat er geen verandering mogelijk is. Ik weet dat dingen kunnen veranderen, als je er maar echt voor vecht.”
Advies aan anderen
Nu ze hun vuurdoop hebben gehad geven Ginie en Emma advies aan studenten die ook verschil willen maken. Ginie denkt dat realistisch zijn en ervaring opdoen cruciaal is: “Ik zou er niet zonder advies vooraf instappen, volkomen ongeïnformeerd. Neem op zijn minst deel aan een bestaand project van een NGO om te zien hoe het werkt. Het belangrijkste is volgens mij dat je doorzet als het even tegenzit. Trek je eigen plan, niet het plan waarvan je denkt dat het wordt verwacht, wat de NGO zou moeten doen. Wees eerlijk tegen jezelf. Werk jezelf niet over de kop; niemand is erbij gebaat als je fysiek of psychisch instort.”
Emma benadrukt hoe belangrijk het is trouw te blijven aan je eigen visie: “Het allerbelangrijkst is dat je staat voor je eigen doelen en niet opgeeft. Wij hebben van die momenten gehad waarop we ons afvroegen of het überhaupt allemaal zou gaan lukken. Op zo’n moment moet je tegen jezelf zeggen: ‘Ik wil dit, dit is mijn strategie om de wereld te veranderen. En dus ga ik daarmee door.’”
Prijs
Daarnaast speelt zelfredzaamheid een cruciale rol in een wereld vol onzekerheid. Ginie benadrukt: “Wees erop voorbereid dat er soms dingen mis kunnen gaan. Dit betekent niet dat alles fout gaat. Als er iets verkeerd gaat, leer je ervan en weet je de volgende keer wat je moet doen. Het is belangrijk dat je dat kunt accepteren. Hopelijk in een fase die niet cruciaal is. En daarbij: er zijn maar weinig dingen die niet opgelost kunnen worden. Hopelijk raak je niet zo ontmoedigd dat je denkt: ‘Ik kan dit niet, ik geef op.’
Er kan iets heel gewoons misgaan, of iets persoonlijks. Dat is onvermijdelijk omdat het spannend is om zoveel van jezelf ergens in te steken. Natuurlijk zullen er momenten zijn dat je het niet eens bent met de rest van de wereld, als iets te snel of te langzaam gaat. Mijn advies is: gewoon stug doorgaan en jezelf afvragen: ‘Wat kan ik hiervan leren? Wat heb ik verkeerd gedaan? Hoe kan ik het juiste meer en het verkeerde minder doen?’ En het allerbelangrijkste is om je doel voor ogen te houden.”