Het achtuurjournaal opent en eindigt met berichtgeving over de nasleep van de terroristische aanslagen. Vorige week maandag kwamen zo’n 600 studenten op de campus bijeen om de slachtoffers te herdenken. Het terreur blijft het gesprek van de dag.
Voor EM blikt Petra Stienen alvast vooruit op haar lezing ‘What’s Next for Syria?’, op woensdag 25 november in het Erasmus Paviljoen. Stienen werkte op de Nederlandse ambassades in Damascus en Caïro en is daarnaast arabist, auteur, onafhankelijk adviseur en senator voor D66.
U werkte vijf jaar lang (1999-2004) als diplomaat op de Nederlandse ambassade in Damascus, herkent u het Syrië van toen in het huidige Syrië?
“Ik ben er al een tijdje niet meer geweest, maar wat ik wel herken is de wreedheid van het regime van Bashar al-Assad. Als iedereen toen de Amnestyrapporten had gelezen, waarin werd beschreven wat de zeventien geheime diensten de bevolking aandeden, dan kun je niet verbaasd zijn over de wreedheid. Geweld creëert altijd ander geweld.
“Het huidige Syrië is een vernietigd land. Mijn hart bloedt, een land met zoveel culturen en bijzondere mensen. De Syrïers zijn gewoon op alle niveaus slachtoffers van de dictatuur van Bashar al-Assad, maar ook van de zogenaamde Islamitische Staat die vaak in het Arabisch ‘Daesh’ wordt genoemd. Daesh dringt een levenswijze op die niet bij Syrië past, en jaagt intussen in grote delen van het land zoveel angst aan dat mensen besluiten te vluchten.”
Minister-president Mark Rutte heeft de dag na de aanslagen in Parijs verklaard dat we nu in een oorlog zijn met IS. Heeft zo’n oorlogsverklaring zin?
“Het is spierballentaal van Rutte en ik vraag me af of het werkelijk de wortels van het probleem aanpakt. De oorzaak voor de problemen in de regio is niet alleen Daesh. Elke arts kan je uitleggen dat als je een gezwel wilt weghalen, dat je je eerst moet afvragen waar het vandaan komt. Veel mensen zien een samenwerking met Assad wel zitten om Daesh te bestrijden. Assad zou voor stabiliteit moeten zorgen. Dan heb je de situatie naar mijn mening niet begrepen.”
Gezien de besprekingen tussen Poetin en Obama, lijken we toch langzaam maar zeker aan te sturen op een oplossing met Assad.
“Waar ik het in ieder geval mee eens ben, is dat er op een serieuze manier gepoogd moet worden om alle strijdende partijen om de tafel te krijgen en op zoek te gaan naar een politieke oplossing. Op termijn heb je drie scenario’s: Assad geeft toe, stopt met het bombarderen van de eigen bevolking en draagt zelf de macht over aan iemand die Syrië weer kan opbouwen. Dit lijkt me een fantastisch scenario, maar ik ben bang dat het niet gaat gebeuren. Een tweede scenario is dat Assad, samen met Rusland, Hezbollah en Iran, ons voor de gek houdt. Dat hij doet alsof hij stabiliteit kan brengen en hij een vredesproces in wil gaan, terwijl de bombardementen doorgaan omdat wij geen eisen stellen. Dat is de huidige situatie. Het derde scenario is dat Daesh Damascus, een stad van vier miljoen mensen, verovert en dat we de zwarte vlag in heel Syrië hebben.”
Een doemscenario.
“Dat is zeker niet denkbeeldig en in de tussentijd blijft er een vluchtelingenstroom waarbij mensen met veel potentie niet of nauwelijks toegang hebben tot onderwijs, werk of voeding.”
De titel van uw lezing is ‘What’s Next for Syria?’, maar kunnen wij woensdag 25 november daadwerkelijk een antwoord verwachten?
“Wat ik hoop is dat mensen door mijn lezing zien dat er in Syrië vanaf het begin meer opties waren dan het donkerzwart van Assad en het donkerzwart van de islamitische groeperingen. Ik wil laten zien dat er nog steeds andere alternatieven zijn.”
Wil je de lezing ‘What’s Next for Syria?’ bijwonen? Helaas zijn er vanwege de grote belangstelling geen kaartjes meer te krijgen, maar gelukkig houdt EM twee stoelen in de zaal vrij.
Kans maken op die vrije plekken? Stuur een mail naar [email protected] met als onderwerp ‘Weggeefactie’ en laat ons weten waarom jij graag naar de lezing wilt gaan.
‘What’s Next for Syria?’ en het daaropvolgende debat vinden plaats op woensdag 25 november om 16.00 uur in het Erasmus Paviljoen. De voertaal is Engels.
De lezing wordt georganiseerd door SG Erasmus in samenwerking met het NGIZ (Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken).
