Kees van Paridon is de nieuwe voorzitter van de Universiteitsraad. Hij volgt René Karens op, die na bijna drie jaar afscheid neemt.
Van Paridon, die sinds 1999 hoogleraar Economie is bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW), was als student Ruimtelijke Economie tussen 1976 en 1978 al eens lid van de Universiteitsraad. “Dat vond ik toen een hele waardevolle instelling. Ook nu is er veel aandacht voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek en voor de strategische ontwikkeling van de EUR.”
'De Uraad was veel politieker'
“Ik heb nog vergaderingen meegemaakt die om vier uur ’s middags begonnen en tot twee uur ’s nachts duurden”, blikt Van Paridon terug. “De Universiteitsraad was toen veel politieker. Je had verschillende fracties, links en rechts. Nu zit er een vertegenwoordiging van de faculteiten.” Van Paridon, die tot voor kort voorzitter van de capaciteitsgroep Bestuurskunde was, herinnert zich vooral dat iedereen in die tijd moest wennen aan medezeggenschap. Dat gold zeker voor de toegenomen invloed van studenten. “De eerste Maagdenhuisbezetting was nog niet zo lang geleden en daarnaast speelde de samenvoeging van de Medische Faculteit en de NEH (De Nederlandse Economische Hogeschool en de Medische Faculteit Rotterdam gingen in 1973 samen verder als de Erasmus Universiteit Rotterdam, red.) een rol.”
Oliemannetje
Veertig jaar en heel wat Maagdenhuisbezettingen later gaat Van Paridon opnieuw de universitaire medezeggenschap in. “Ik ken de instelling vrij goed, heb hier gestudeerd en werk er al lang. Ik ben net voorzitter van Bestuurskunde af en heb nog twee jaar tot mijn pensioen, dus ik hoop dat ik als voorzitter van de Universiteitsraad nog een bijdrage kan leveren aan de EUR.”
Inhoudelijke plannen heeft Van Paridon niet. “Je bent als voorzitter van de Universiteitsraad vooral een technisch voorzitter en een beetje het oliemannetje tussen wat het College van Bestuur wil en wat de raad prefereert.” Hoe hij de versterking van de medezeggenschap (een van de projecten die René Karens samen met collegevoorzitter Pauline van der Meer Mohr startte) wil voortzetten weet Van Paridon nog niet. “We krijgen namelijk ook een nieuwe collegevoorzitter, dus wat mij betreft moeten we weer even opnieuw vaststellen hoe we daarmee verder gaan. Wat wil zij? Welke ruimte is er? Kunnen we een gemeenschappelijke koers varen? Ik kan niet nu al zeggen: we gaan het zo doen. Dat zou onhoffelijk zijn jegens de nieuwkomer. Er komt een voortgangsnotitie over ‘het goede gesprek’ aan. Dat lijkt me een mooi startpunt voor een vervolg.”