Negen EUR-studenten willen een zonnebloemoliefaciliteit opzetten in Tanzania om banen te creëren voor de lokale gemeenschap. Hoe krijgen ze dit voor elkaar?

Dodoma, de hoofdstad van Tanzania, kent een warme steppeklimaat. Het is er gortdroog met weinig kans op een gezonde oogst. Juist dit is pijnlijk voor het land omdat de agrarische sector de belangrijkste inkomstenbron is; landbouw biedt tachtig procent van de beroepsbevolking werkgelegenheid. Het gevolg is dat de helft van de Tanzanianen ondervoed is en in armoede leeft. Om dan niet te spreken over de misère die aids daar veroorzaakt.

Nog zo’n goed doel in Afrika? Dan zijn er negen financiële wondertjes, (oud)studenten van de Erasmus Universiteit, die de boeren van Dodoma een positieve toekomst willen bieden. Samen zetten zij zich in voor het door EUR-studenten opgerichte goede doel Kembé. Hebben die studenten genoeg kennis om een significante verandering teweeg te brengen in een gebied waar armoede al járen een probleem is?

Nathan Kizilirmak, verantwoordelijk voor de acquisitie bij Kembé vindt van wel: “We geloven in een positieve impact, dat betekent echter niet dat wij Tanzania even uit de armoede zullen helpen. Maar elk beetje helpt. We hebben ten eerste kennis opgedaan middels onze studies aan de EUR. Daarnaast is er een supervisory board, bestaande uit alumni die werken bij mooie bedrijven als Unilever, Google en ING en ons wekelijks van advies en trainingen voorzien. Ze delen hun ervaringen uit eerdere projecten.”

Behapbare projecten

Omdat Kembé een kleinschalig initiatief is, ligt haar kracht in het realiseren van concrete haalbare doelen. Denk aan 1500 kippen in Haïti die dagelijks 1200 eieren leggen en daarmee vijf boeren en veertig vrouwen door middel van doorverkoopactiviteiten van werk voorzien (het project dat Kembé in 2010 verwezenlijkte). Of een melkproductiebedrijf in India met zes koeien – goed voor 1600 liter melk per maand – en vijf directe medewerkers (2012). En het doel van dit jaar: vijf banen creëren voor de lokale gemeenschap in Dodoma. Er is daar veel vraag naar frituurolie (men eet er veel gefrituurd voedsel zoals samosa’s en bakbananen), maar er is nauwelijks een lokale zonnebloemolieproductie. Momenteel wordt er vooral palmolie geïmporteerd. Dit is ongezonder dan zonnebloemolie, en met een eigen zonnebloemplantage ontstaat er weer werkgelegenheid voor boeren uit de gemeenschap. 

Zelfredzaamheid van lokale bevolking

Voordat Kembé écht van start gaat met het project in Tanzania, is er een totaalbedrag van 35.000 euro nodig, waarvan de helft wordt opgehaald via een crowdfundingcampagne op Indiegogo (de rest is o.a. opgehaald met een benefietdiner en loterij). De deadline verstrijkt op 23 mei, daarna is het de bedoeling dat Kembé naar Tanzania afreist om met haar lokale partner Sharing Worlds Tanzania te werken.

Nathan: “Sharing Worlds Tanzania zal onder andere de sollicitaties afhandelen voor de banen in het zonnebloembedrijf. Het gaat vooral om veiligheidswachters en mensen die de machines zullen bedienen en de verkoop van olie regelen. Een accountant en projectmanager van Sharing Worlds zijn dan dagelijks betrokken bij het project.” Kembé wil in het eerste jaar naar Tanzania om het bedrijf te bezoeken. Daarna moet de lokale gemeenschap zichzelf bedruipen. “Dan zullen we hoogstens maandelijks contact opnemen om de voortgang te bespreken en eventuele problemen aan te pakken.” 

Het geld dat Kembé verzamelt, gaat naast de voor de hand liggende kosten (land, oliefabriek, zonnebloemzaden, loonkosten), voor een deel (28%) naar de training van boeren. Dit zijn kleinschalige boeren uit omliggende dorpen, niet in dienst van de oliefaciliteit. Met een training leren ze de juiste ploegtechnieken en krijgen ze de nodige middelen – mest en zonnebloemzaden – om de oogst te laten slagen. Het bedrijf koopt deze zonnebloemen vervolgens op en verhandelt de olie weer op de markt. Hiermee hopen de Rotterdamse studenten dat er een zonnebloemoliehandel ontstaat en dat dit de gemeenschap uit het slop trekt. NB

Lees hier meer informatie over het crowdfundingproject van Kembé.