Vrouwenquotum in wetenschap is dilemma

Uit onderzoek van onder andere het Rathenau Instituut is gebleken dat jonge vrouwelijke onderzoekers net zo goed presteren als mannen. Toch domineren mannen nog in de wetenschappelijke wereld. Hoe zien docenten van de EUR dat? Zijn zij wel eens gediscrimineerd?

Emy Koopman, docent media en communicatie op de ESHCC, wetenschapper sinds december 2011

Emy Koopman

“Ik heb eigenlijk nooit het gevoel gehad dat ik een baan niet kreeg, omdat ik een vrouw ben. Je kandidaat stellen voor een PHD is vaak lastig, maar dat was bij mij ook geen punt. Hier op de afdeling zitten vooral vrouwen, dus misschien is het hier juist moeilijker voor mannen om binnen te komen.

Ik denk dat er tegenwoordig bij een sollicitatie niet meer gekeken wordt naar het geslacht. Als twee kandidaten gelijk zijn aan elkaar, kan ik me voorstellen dat je voor een bepaald geslacht kiest omdat die beter in het team past, dat is ook logisch.

Over het algemeen kun je misschien zeggen dat mannen toch vaker serieus worden genomen bij vergaderingen.”

Masja van Meeteren, docent sociologie, wetenschapper sinds 2005

“De Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek organiseert een dag (de NWO-dag) speciaal met cursussen voor vrouwen. Sommige vrouwen vinden het misschien handig om op zo’n dag tios te krijgen over bijvoorbeeld leiding geven. Toch vind ik het jammer dat het nodig is, want vrouwen kunnen juist veel leren van mannen en andersom. Het emancipatiebeleid van tegenwoordig richt zich op vrouwen binnen een mannenwereld, maar ik denk dat het andersom ook belangrijk is.

Een quotum instellen lijkt me niet goed. Je moet de persoon kiezen die het best voor de baan is en niet omdat iemand een vrouw is. Als je de vrouw kiest vanwege een quotum kan dat juist negatief uitpakken voor het imago van de vrouw als ze niet goed presteert. Toch is het in sommige gevallen wel goed om een balans te hebben tussen mannen en vrouwen.”

Erik Snel, docent sociologie, begonnen als onderzoeker in 1998

“Ik denk dat het beter is als meer vrouwen een hoge functie krijgen. Ongeveer de helft van de studenten is vrouw, maar dat zie je niet terug in de wetenschappers. Toen ik in 1998 begon was er op de hele afdeling maar één vrouw. Sindsdien is bijna niemand weggegaan, dus 80 procent is nog steeds man en dat is jammer. Natuurlijk moet je bij een vacature in eerste instantie gaan voor de beste kandidaat. Maar het is ook belangrijk dat er vrouwen bij zitten. Ik denk niet dat dat op te lossen is met een quotum, maar de sollicitatiecommissie moet wel open staan om vrouwen aan te nemen,

Er is geen kwaliteitsverschil tussen mannen en vrouwen, maar vrouwen krijgen minder vaak een hoge functie omdat ze zich verplicht voelen om voor het gezin te zorgen. Mannen zullen sneller overwerken of in het weekend werken omdat ze weten dat er iemand voor de kinderen zorgt.” CW