Dertigduizend studenten verliezen binnenkort hun recht op een ov-studentenkaart, maar dat gebeurt vier maanden later dan gedacht: niet op 1 september, maar op 1 januari.

In de voorlichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs stond dat de nieuwe regels al met ingang van het nieuwe studiejaar zouden gelden, maar dat blijkt niet te kloppen. Staatssecretaris Zijlstra zette dit vandaag recht in een debat met de Tweede Kamer.

Opbrengst: 30 miljoen

De Kamerleden debatteerden over de restanten van het wetsvoorstel ‘studeren is investeren’. Daar staat niet langer in dat de basisbeurs voor masterstudenten wordt afgeschaft, want daar konden de vijf partijen van het Lenteakkoord (gesloten toen de PVV het kabinet liet vallen) het niet over eens worden. Maar het inperken van het studentenreisrecht bleef overeind: studenten mogen voortaan vrij reizen tijdens hun studieperiode plus één uitloopjaar. Dat levert de schatkist dertig miljoen euro per jaar op.

Flexibel opnemen

Studenten zouden eigenlijk de mogelijkheid moeten hebben om de kaart ‘flexibel’ op te nemen, meende GroenLinks-kamerlid Van Gent. Dan konden ze ervoor kiezen om in hun tweede uitloopjaar nog altijd een kaart te hebben. Maar dat kost DUO tijd en geld, stelde Zijlstra. Bovendien gaan studenten de kaart dan vooral gebruiken als ze veel reizen, waardoor de vervoersbedrijven een hogere prijs zullen bedingen die niet in de begroting past. “Ik wil best een telefoontje plegen”, zei Zijlstra. “Maar dit wetsvoorstel moet voor 1 september ook door de Eerste Kamer, dus zullen we elkaar deze rituele dans besparen?”

Dinsdag zullen de partijen over de wet stemmen. HOP

Lees ook Dertigduizend studenten verliezen recht op ov-kaart