Alle Nederlandse universiteiten hebben jong talent hoog op de beleidsagenda staan, maar de uitvoering van het beleid verloopt niet altijd goed. Het talentbeleid vertoon hiaten, concluderen onderzoekers.
Om de internationale ‘battle for brains’ het hoofd te bieden investeren de Nederlandse universiteiten in het aantrekken en behouden van jong wetenschappelijk talent. Met verschillende maatregelen, van talentscouting tot tenure tracks, werken zij aan een betere werving, selectie en begeleiding van jonge wetenschappers. Maar werken deze maatregelen ook? Komen zij tegemoet aan de behoefte van jonge talenten? In opdracht van Sociaal Fonds voor de Kennissector SoFoKleS, de Vereniging van Universiteiten en het Promovendi Netwerk Nederland voerden de Radboud Universiteit Nijmegen en de Hogeschool Utrecht een onderzoek uit.
Een talent onderscheidt zich
Het staat buiten kijf dat elke wetenschapper moet beschikken over professioneel kapitaal. Een talent springt er juist uit door kenmerken van individueel en sociaal kapitaal. De talentvolle moderne academicus kan communiceren, enthousiasmeren, is proactief, ondernemend en omgevingsbewust. Bovendien is een talent in staat om zich sneller dan gemiddeld te ontwikkelen.
Verbetermogelijkheden
Alle Nederlandse universiteiten hebben jong talent hoog op de beleidsagenda staan. De uitvoering loopt echter sterk uiteen. De onderzoekers concluderen dat universiteiten goed op weg zijn. Hier en daar vertoont dat talentbeleid niettemin hiaten. Er is bijvoorbeeld meer transparantie nodig op het gebied van carrièreperspectieven. Met name wetenschappers met een tijdelijke aanstelling dreigen tussen wal en schip te vallen.
Ook richt het beleid zich niet op alle aspecten van in-, door- en uitstroom. Er blijkt onvoldoende aandacht besteed te worden aan uitstroommanagement. Tevens verdienen de werving en begeleiding van jonge wetenschappers extra aandacht. In deze taak kan de hoogleraar zich goed laten bijstaan door de personeelsadviseurs van zijn universiteit. MM