Is ‘scoren’ met een wetenschappelijke publicatie tijdens de studie alleen voor de allergrootste bollebozen weggelegd? Niet meer, als het aan de makers van het nieuwe medisch ‘oefentijdschrift’ Erasmus Journal ligt.
Het schrijven van een wetenschappelijk artikel is voor studenten nog geen sinecure. Strenge reviewprocessen en hoge kwaliteitseisen, maken dat voor velen de drempel te hoog ligt om hun relatief bescheiden wetenschappelijke bijdragen al aan de grote klok te hangen. Het Erasmus MC komt daarom met het Erasmus Journal; een soort ‘oefentijdschrift’ waar de student alvast kan leren hoe een gedegen publicatie het beste in elkaar gedraaid kan worden.
Tweedejaars
Aan het Erasmus MC doen studenten al in hun tweede jaar volwaardig wetenschappelijk literatuuronderzoek. In het vierde jaar doen ze bovendien een groter keuzeonderzoek dat tussen de 20 en 22 weken mag duren. Over hun resultaten kunnen ze nu een artikel in het nieuwe tijdschrift plaatsen. Studenten krijgen daarvoor overigens geen studiepunten. “Het gaat puur om de glorie van het publiceren”, vertelt hoofdredacteur Diederik Dippel.
De eerste editie verschijnt morgen (donderdag) en staat vol artikelen van tweedejaars. Dippel hoopt in de tweede editie (die voor het najaar gepland staat) vooral artikelen van vierdejaars te publiceren.
Parasiet
Student Bas van Mourik is in het eerste nummer co-auteur van een artikel over onderzoek naar een tropische parasitaire worm waarmee wereldwijd meer dan 200 miljoen mensen besmet zijn. “Wij bekeken de bestaande literatuur en schreven een review van welke mechanismen die parasiet gebruikt om in de bloedbaan te kunnen overleven”, vertelt hij.
Van Mourik en zijn onderzoekspartner reageerden op een oproep voor bijdragen in het blad. “Er gaat best veel tijd in zo’n onderzoek zitten en op deze manier krijg je toch een beetje erkenning.”
Gewoon Nederlands
Erasmus Journal is voor studenten relatief laagdrempelig. Zij krijgen weliswaar net als bij een echte publicatie een streng ogende officiële brief met advies en opmerkingen, maar de coördinator neemt daarna ook nog in ‘gewoon Nederlands’ contact op om te vertellen wat die brief nu precies betekent.
“Veel studenten schrokken van het eerste commentaar en wilden de brief bij wijze van spreken kwaad de hoek in keilen”, vertelt Dippel. Het hielp daarom dat de coördinator kon vertellen dat de brief geen sneer of afwijzing was, maar dat het simpelweg betekende dat het onderzoek interessant was en met wat aanpassingen geplaatst kon worden.
Aanpastijd
Ook van Mourik en partner kregen commentaar op de eerste versie, al hadden zij hun stuk van tevoren al aan hun onderzoeksbegeleider laten lezen. “We wisten dat het inhoudelijk dus wel goed zat”, vertelt hij. Desondanks ging er een ‘dikke week’ aanpastijd zitten in de voorgestelde verbeteringen in taalgebruik en opbouw.
Geen eitje
De wat meer laagdrempelige opzet, wil dus niet zeggen dat het een eitje is om in Erasmus Journal te publiceren. “Een goed cijfer voor je scriptie, garandeert niet dat je een interessant artikel kan schrijven”, vertelt Dippel. Of jouw artikel goed genoeg is, bepaalt de uit docenten bestaande redactieraad, samen met geselecteerde studentreviewers die wat verder in hun studie zijn.
Begrijpelijk voor medestudenten
Bas Hullegie is één van die studentreviewers. “Wij kijken vooral of het verhaal ook begrijpelijk is voor medestudenten. Die zijn namelijk misschien niet altijd op de hoogte van de allerlaatste ontwikkelingen.” Verder kijkt hij natuurlijk ook naar niveau en kwaliteit. “Het mag heus wat dieper op de stof ingaan.” GH