Zorgpaden zijn hip. Iedereen lijkt mee te willen doen aan de uit de industrie overgewaaide trend om complexe zorgprocessen beter te plannen. Dat gebeurt echter niet altijd even verstandig. Masterstudente Patricia Herber bekeek in haar scriptie hoe het beter kan en ontving daarvoor de landelijke scriptieprijs van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren.

Wanneer een herniapatiënt zich vroeger bij de huisarts meldde, kreeg hij een verwijzing naar de neuroloog (wachttijd: zes weken), maakte daarna een afspraak voor een MRI-scan (wachttijd: acht weken) en moest dan weer terug naar de neuroloog (nog eens zes weken). “Met een goed zorgpad kan dat veel sneller”, vertelt Patricia Herber. Tegenwoordig belt een patiënt met de assistente van de huisarts, die meteen een afspraak voor een MRI-scan maakt (binnen twee weken) met aansluitend het enige consult met de neuroloog. De MRI-scanner scant bovendien zes herniapatiënten achter elkaar. “Dat scheelt kostbare insteltijd.”

Patricia Herber

Alleen maar voordelen?

Een win-winsituatie dus? “Niet per se. Zorgpaden zorgen namelijk ook voor minder flexibiliteit ‘wanneer een arts ziek is of op een conferentie zit’ en beperken de keuzevrijheid. “Vroeger kon je als patiënt vijf dagen in de week bij elke specialist terecht”, legt Herber uit. “Nu kun je nog maar kiezen uit twee neurologen op twee specifieke dagdelen.”

Denk na

De boodschap? Denk goed na voordat je een zorgpad instelt. “Kijk bijvoorbeeld naar de bevolkingsgroep om je ziekenhuis heen. Is die vergrijzend, dan moet je de accenten leggen op nieuwe heupen of knieën, maar is die jong, zorg dan juist voor ruimte voor kinderziekten en zwangere vrouwen.”

Praktisch

Herber maakte een lijst met 32 zaken waar ziekenhuizen aan moeten denken. Met een praktische vragenlijst bepaalt de organisatie vervolgens of het wel snor zit met de randvoorwaarden. “Je hebt bijvoorbeeld duidelijke communicatielijnen nodig. Anders gaan je specialisten straks extra consulten inplannen om hun wachttijd te verkorten. En wat voor gevolgen dat dan weer heeft voor de MRI-scans maakt hen waarschijnlijk weinig uit.” GH