Slechts één van de dertig Rotterdamse masteropleidingen kent meer dan één instroommoment, terwijl dit landelijk voor bijna de helft van alle masteropleidingen (49 procent) geldt.
Voor studenten die vertraging oplopen in hun bacheloropleiding scheelt het als zij niet allemaal in september hoeven te beginnen met hun master. Leiden loopt voorop qua aantal instroommomenten: van de 88 masteropleidingen hebben er 85 extra inschrijfmomenten. Helemaal achteraan staat de Erasmus Universiteit, waar één van de dertig masteropleidingen meer dan één instroommoment kent.
Dat blijkt uit een overzicht dat minister Plasterk de Tweede Kamer heeft gestuurd. Slechts vier universiteiten hebben voor meer dan de helft van hun masteropleidingen verschillende instroommomenten.
Eigenbelang
Verschillende instroommomenten zijn een ‘welbegrepen eigenbelang’ voor de universiteiten, vindt minister Plasterk. Als studenten straks niet meer aan hun masteropleiding mogen beginnen voordat ze hun bachelordiploma op zak hebben, is het verstandig om studenten niet alleen in september te laten starten, maar bijvoorbeeld ook in februari.
Er bestaan uitzonderingen
Volgens de minister hoeven masteropleidingen alleen uitgezonderd te worden als ze erg klein zijn of een ‘heel sterke curriculaire opbouw’ hebben. Ook voor internationale masteropleidingen is het soms lastiger te regelen. HOP