Prof.dr. Susanne Janssen, hoogleraar Media en Cultuur van de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen, is per 1 januari benoemd tot lid van de Raad voor Cultuur.
Janssen is benoemd vanwege haar brede wetenschappelijke expertise op het terrein van media en cultuur, in het bijzonder op het gebied van media en informatie, internationalisering, diversiteit en cultureel ondernemerschap. Samen met de acht andere leden van de Raad zal zij de komende vier jaar de Nederlandse regering adviseren over kunst-, cultuur-, en mediazaken.
Was het voor u een wens om deel uit te maken van de Raad voor Cultuur?
“Nee, het was geen wens, maar het is een mooie kans. Dat ik door de voorzitter van de Raad werd gevraagd te solliciteren was onverwacht, maar het voelt wel als een eer.”
Wat zal uw aandeel zijn in de Raad?
“Het is nog wat vroeg om daar uitspraken over te doen. Binnenkort heb ik een kennismakingsgesprek. Daarin zal ik horen wat mijn taken worden. Bovendien wil ik me eerst inlezen om het ministerie van Cultuur goed te kunnen adviseren.”
Behalve onderzoeker bent u ook voorzitter van de Afdeling Media en Communicatie, voorzitter van de Kunstcommissie van de EUR, en bouwdecaan van de International Bachelor of Communication and Media. Heeft u wel tijd voor een extra functie?
“Ik moet inderdaad woekeren met de tijd. Mijn baan red ik niet in een normale werkweek, dat wordt algauw 70 uur. Tijd voor wetenschap moet ik maken, maar dat doe ik graag. Zeker nu ik net een subsidie heb binnengehaald voor een groot Europees onderzoek.
Hoeveel tijd de Raad voor Cultuur in beslag zal nemen, weet ik nog niet. We vergaderen eens per maand, maar die vergaderingen voorbereiden zal ook de nodige tijd kosten.” LJ/EUR