Nederland biedt perspectief als vestigingsplaats voor hoofdkantoren van de grote bedrijven, maar qua ‘belastingen’ en ‘talent’ kan het beter. Dat blijkt uit onderzoek van onder andere professoren Henk Volberda en Frans van den Bosch van de Rotterdam School of Management, Erasmus University.

Het onderzoekrapport “Wederzijds Profijt”, in opdracht van VNO-NCW, is afgelopen woensdag 25 november aan premier Balkenende overhandigd. De premier kon erin lezen dat internationale hoofdkantoren van bedrijven als Philips en Unilever een belangrijke motor zijn voor de Nederlandse economie en kennisindustrie. De vraag in het onderzoek was echter ook of de Nederlandse overheid genoeg ‘teruggeeft’ om de hoofdkantoren te behouden voor Nederland.

Volberda en zijn collega’s onderzochten dat door ernaar te vragen bij de CEO’s en topmanagers van de hoofdkantoren. “Er is een redelijke match tussen Nederland en de hoofdkantoren”, zegt Volberda, “maar die is niet optimaal.” Veel bedrijven beschouwen landen als de VS, Zwitserland en Singapore als aantrekkelijk alternatief.

De managers geven aan dat locatiefactoren als infrastructuur (met bijvoorbeeld luchthaven Schiphol), bescherming van intellectuele eigendom en het culturele klimaat hier beter zijn dan in andere landen. Maar het schort bijvoorbeeld aan talent. Volberda: “Er zijn meer kenniswerkers nodig in de perceptie van de bedrijven. Misschien moet het makkelijker zijn om die uit het buitenland te halen, en moet er meer geïnvesteerd worden in Nederlandse topuniversiteiten en selectie van talent.”

En minder belasting willen we natuurlijk allemaal wel. Volberda: “Maar het gaat de bedrijven niet altijd om de tarieven, wel om een stabieler belastingstelsel. Het vertrouwen daarin is nu misschien wat minder door de discussies over fundamentele bezuinigingen, afschaffing van innovatiebevorderende stimuleringsmaatregelen en beperking van de hypotheekrenteaftrek.”

Balkenende antwoordde alvast dat hij van Nederland ‘een nog sterkere bedrijvenmagneet’ wil maken. Maar hij zei ook dat de belastingdruk in Nederland relatief laag en wel degelijk ‘uiterst concurrerend’ is. DR