Ruim 40 procent van de Nederlandse jongvolwassenen dreigt problemen te krijgen met het gehoor doordat ze luisteren naar te harde muziek. Dat blijkt uit onderzoek van Ineke Vogel die woensdag 9 september promoveert.
De grootste boosdoener is de draagbare muziekspeler, zoals de iPod, MP3- en MP4-spelers; een kwart van de jongeren geeft aan naar te harde muziek te luisteren via zo’n apparaat. Discotheken en popconcerten zijn voor bijna een kwart van de gevallen de boosdoener van gehoorbeschadiging. Aan het onderzoek hebben ruim 1500 12- tot 19-jarigen meegewerkt op vijftien middelbare scholen verspreid over heel Nederland.
Oorsuizingen
Gehoorproblemen die kunnen optreden zijn onder andere gehoorverlies en oorsuizingen. Vogel schat dat bijna één op de tien jongeren grote problemen krijgt als ze doorgaan met luisteren naar harde muziek. Het gaat dan om problemen als vermoeidheid, depressie, sociaal isolement of arbeidsongeschiktheid.
Piep
Gehoorschade door harde muziek ontwikkelt zich langzaam. In eerste instantie merk je er niets van, aldus Vogel. Pas als meer dan 30 tot 40 procent van de haarcellen in het gehoor beschadigd zijn, gaat iemand er iets van merken. Daardoor kan de schade zich pas jaren later openbaren. “Vaak hebben jongeren wel eens last van een piep in hun oren, maar die is vaak de volgende dag weer verdwenen. Maar het laat wel schade achter, al merk je daar in het begin dus niets van”, legt Vogel uit.
Wat is hard
Vaak denken jongeren dat ze niet te lang te hard luisteren, omdat ze geen idee hebben wat eigenlijk te hard is. Vogel adviseert om de MP3-speler op maximaal 70 procent van het volume te zetten bij gebruik van een koptelefoon, en op 60 procent bij gebruik van oordopjes.
Soap
Om de jeugd op de gevaren van te harde muziek te wijzen, zouden BN’ers of jongeren zelf via de media deze boodschap kunnen overbrengen. “Of een verhaallijn in een soap over iemand die veel naar harde muziek luistert en op een gegeven moment een behoorlijke gehoorschade heeft. Dat zou invloed kunnen hebben op het bewustzijn van jongeren”, speculeert de onderzoeker.