Als leiders zichzelf verrijken ten koste van de groep hangt dit vooral samen met de manier waarop zij zichzelf definiëren, maar niet zozeer met de macht die zij hebben. Dit concludeert Diana Rus in haar onderzoek The dark side of leadership, waar zij op 3 september op promoveert.
Leiders die zichzelf definiëren als echte leider, vertonen gedrag waarbij ze eerder hun eigenbelang dienen dan het belang van de groep, als hun ideeën over effectief leiderschap aansluiten bij het nastreven van persoonlijk belang. Als leiders zichzelf niet zozeer definiëren als echte leider zijn hun ideeën over effectief leiderschap veel minder bepalend voor hoe zij zich gedragen.
Macht maakt niet per se corrupt
Naast deze invloed van ‘zelfdefinitie’ onderzocht Rus ook welke rol macht speelt in zelfdienende gedragingen van leiders. Het blijkt dat macht hier inderdaad een grote rol bij speelt, maar dat leiders met meer macht niet per se egocentrisch, zelfbevoordelend of corrupt hoeven te zijn. Het is maar net of zij het dienen van de groep een belangrijk element van effectief leiderschap vinden.
Rechtvaardigheid
Hoe egoïstisch een leider kan zijn, hangt ook van de situatie af. Door het uitvoeren van experimenten in verschillende situaties kon Rus aantonen dat machtige leiders zichzelf minder bevoordelen als rechtvaardigheid een belangrijke rol speelt. De leiders namen in dit soort gevallen eerder het perspectief van die anderen in. Het is voor organisaties dus van belang dat rechtvaardigheid een belangrijke rol krijgt toegekend (bijvoorbeeld door medewerkers mogelijkheid tot inspraak te verlenen) zodat zelfzuchtig gedrag van leiders kan worden verminderd.