Warner, Sony en Universal zijn grote namen in de media-industrie en brengen wereldwijd films en muziekproducten uit. Op Warner na hebben ze altijd lokale muziekproducten in Nederland gehad. Tot eind jaren negentig vonden de hoofdkantoren dat aan het uitbrengen van Nederlandse films te veel risico zat. Lokale managers die inspelen op de lokale markt bepalen echter uiteindelijk het reilen en zeilen van het lokale kantoor. Dit concludeert Miriam van de Kamp in haar proefschrift Where Corporate Culture and Local Markets Meet. Music and Film Majors in the Netherlands, 1990-2005. Aanstaande donderdag, 25 juni, promoveert zij bij de FHKW.
Van de Kamp onderzocht hoe grote multinationale muziek- en filmbedrijven in de periode 1990 – 2005 omgingen met de Nederlandse markt. Ze keek welke muziek- en filmproducten in die periode succesvol waren en interviewde managers van Sony, Universal en Warner. Deze media- en entertainmentconglomeraten hebben ieder een zelfstandig opererende muziek- en filmtak.
Geen samenwerking
Het hebben van meerdere entertainmentdivisies wordt vaak aangehaald als reden voor fusies en overnames omdat het mogelijkheden biedt om kosten te delen en te profiteren van schaalvoordelen door samenwerking. Van de Kamp constateert dat de muziek- en filmtak van hetzelfde media en entertainment conglomeraat helemaal niet samenwerken in de Nederlandse markt. In plaats van te gaan voor synergie, zetten lokale directeuren van de muziek- en filmtak ieder hun eigen beleid uit.
Dat er meer aandacht kwam voor lokale films en muziek was het gevolg van economische en politieke ontwikkelingen, maar vooral het feit dat Nederlandse directeuren die hun nek uitstaken voor Nederlandse films en muziek.
Lokale producten behouden
Nu de winstgevend van lokale producten onder druk staat, zijn de internationale muziek- en filmmaatschappijen geneigd om minder geld en energie te steken in het ontwikkelen en behouden van lokaal product. Lokaal personeel heeft echter vaak veel affiniteit met lokaal product. De digitale ontwikkelingen kunnen voor hen een prikkel vormen om op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden om lokaal product te behouden en succesvol uit te brengen.
Gezien de stabiele positie die Nederlandse muziek en films verworven hebben na de opleving daarvan midden jaren negentig is het onwaarschijnlijk dat zij deze positie in de toekomst snel zullen verliezen. Volgens Van de Kamp is het echter wel de vraag of lokale muziek- en filmproducten door de grote internationale media- en entertainment bedrijven ontwikkeld, gepromoot en uitgebracht zullen blijven worden. Nu al worden de ontwikkeling en marketing daarvan steeds vaker door andere bedrijven dan de internationale media- en entertainment bedrijven gedaan voordat zij de producten uitbrengen. Zo worden Guus Meeuwis en Marco Borsato uitgebracht door respectievelijk EMI en Universal maar ontwikkeld en als merk in de markt gezet door de Entertainment Group.