Het risico op babysterfte is nergens in West-Europa zo hoog als in Nederland, zo bleek half december al uit Europees onderzoek. Onderzoekers van Erasmus MC stellen tevens vast dat er in Nederland grote geografische ongelijkheden bestaan. Wonen in een ‘prachtwijk’ heeft negatieve effecten op moeder en kind.
Perinatale sterfte, vanaf de tweeëntwintigste week van de zwangerschap tot 28 dagen na de geboorte, is in Nederland omvangrijk: drie van elke duizend levend geboren baby’s sterven. De perinatale gezondheid is in de grote steden veel slechter dan daarbuiten. Voor het eerst wordt aangetoond dat wonen in een ‘prachtwijk’ 20 tot 30 procent meer kans op een slechte uitkomst betekent.
De slechte cijfers hebben te maken met stapeling van risico’s die samenhangen met het wonen in een prachtwijk. Deze risico’s vereisen een veel actievere preventie die al voor de zwangerschap begint, waarbij medische en maatschappelijke zorg moeten samenwerken. De perinatale zorg start nu rijkelijk laat: in prachtwijken ontvangen zwangere vrouwen in de eerste drie maanden van hun zwangerschap vaak geen enkele vorm van preventieve zorg. Ook is het gebruik van foliumzuur dramatisch laag. En screening op aangeboren afwijkingen blijft vanwege de verplichte eigen bijdrage veelal achterwege.
Een deel van de uitkomsten over Rotterdam zijn eerder dit jaar al bekendgemaakt. In reactie hierop zijn de gemeente, de GGD en het Erasmus MC een actieplan gestart in nauwe samenwerking met alle zorgverleners van de stad, onder de noemer Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam. De deelgemeente Noord is hierbij pilotregio. Het voornaamste doel is om (aanstaand) zwangere vrouwen die nu tegen een barrière van taal, kosten of leefomgeving oplopen, eerder te bereiken.
Rotterdam kende in de periode 2000 tot 2006 rond de 20 procent meer slechte uitkomsten dan de rest van Nederland. Den Haag volgt met 15 procent, in Amsterdam en Utrecht is de situatie minder ernstig. MM