GroenLinks-PvdA en D66 worden de grootste partijen als het aan studenten en medewerkers ligt. Beide partijen kunnen op minstens 21 zetels rekenen en worden het vaakst genoemd door kiezers die nog twijfelen tussen twee of meer partijen. Het verschil in de EM-peiling onder ruim zeshonderd studenten en medewerkers is zo minimaal dat niet te zeggen valt welke van de twee het grootst is. Ook het CDA, JA21 en de Partij voor de Dieren kunnen op veel steun rekenen op de campus.
Bij studenten is D66 net iets populairder dan GroenLinks-PvdA. Onder wetenschappers is die partij juist veruit de grootste: bijna 30 procent weet al dat ze op de partij van lijsttrekker Frans Timmermans zullen stemmen op 29 oktober, en nog eens 14 procent twijfelt tussen GroenLinks-PvdA en een of meer andere partijen. EUR-wetenschappers lijken sowieso wat linkser te stemmen dan ondersteunend personeel en studenten. Naast GroenLinks-PvdA en D66 doen ook de Partij voor de Dieren en Volt het goed bij wetenschappers, terwijl er niet of nauwelijks animo is voor partijen rechts van het CDA. GroenLinks-PvdA krijgt ook de meeste stemmen bij ondersteunend personeel, minstens 20 procent stemt op die partij.
JA21 populair bij studenten, mannen en de RSM
Een ander opvallend verschil tussen studenten en medewerkers is het animo voor JA21. 8 procent van de studenten is van plan om op die partij te stemmen en nog eens 7 procent noemt de partij van Joost Eerdmans als een van de partijen waarover ze twijfelen. Slechts één medewerker wil op 29 oktober op die partij gaan stemmen.
De partij is ook aanzienlijk populairder bij mannen. JA21 staat bij de mannen in deze peiling in de top drie, na D66 en op gelijke hoogte met GroenLinks-PvdA, terwijl nog geen 2 procent van de vrouwen overweegt om op die partij te stemmen. Eerdmans doet het vooral goed bij RSM-studenten, voor een derde van de respondenten van die faculteit is JA21 een optie.
Coalitie verliest
Naast JA21 doen het CDA en de Partij voor de Dieren het veel beter dan in de peiling die EM voor de verkiezingen van 2023 hield. Volt is juist wat minder populair geworden, maar is met zes zetels en veel twijfelaars nog steeds de zesde partij op de campus.
Net als in de landelijke peilingen verliezen (voormalig) coalitiepartijen VVD, BBB en NSC flink. De PVV kan juist op iets meer steun rekenen bij EUR-studenten dan twee jaar geleden, maar geen enkele medewerker in de peiling is van plan om op die partij te stemmen.
Wonen belangrijkste thema
Wonen is overduidelijk het belangrijkste onderwerp bij deze Tweede Kamerverkiezingen. Meer dan de helft van de respondenten laat dat thema meewegen in het kieshokje. Wetenschappers noemen juist vaker klimaat en hoger onderwijs als belangrijkste thema’s.
“Ik denk dat de wooncrisis op dit moment het belangrijkst is wat betreft mijn toekomst, en die van mijn leeftijdsgenoten”, schrijft een ESSB-student. “Ik wil in de toekomst graag een eigen huis hebben”, schrijft een eerstejaars van de RSM. “De samenleving, inclusief de huizenmarkt, moet geen monopolie worden voor de meest vermogende personen”, een eerstejaars van de ESSB. Een ESE-masterstudent verwoordt wat iedereen denkt: “Nederland moet meer huizen bouwen.”
Klimaat is voor veel medewerkers en studenten ook een belangrijk thema, vooral wetenschappers, en studenten van de ESSB, ESPhil en het Erasmus MC. Ook asiel en migratie lijkt een belangrijk thema. Dat onderwerp leeft het meest onder RSM- en ESL-studenten.
Hoger onderwijs terug op de agenda
Onderwerpen als zorg en belastingen zijn in vergelijk met twee jaar geleden wat naar de achtergrond verdwenen. Ook bestaanszekerheid, hét verkiezingsthema van 2023, lijkt voor EUR-studenten en -medewerkers bij deze verkiezingen minder relevant dan bij de vorige.
Hoger onderwijs is juist terug op de agenda. Bijna een kwart van de respondenten noemt hoger onderwijs als belangrijk thema. Bij de verkiezingen van 2023 was dat onderwerp maar voor 13 procent van de respondenten van belang. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de bezuinigingen: “Stoppen met de bezuinigingen op het hoger onderwijs”, is bijvoorbeeld wat een medewerker als opmerking bij de peiling geeft.
Economie is voor economen en bedrijfskundigen
Voor RSM-studenten is de economie het belangrijkste verkiezingsthema. Meer dan zes op de tien geeft aan dat de economie een rol speelt bij het bepalen van hun stem. Ook voor ESE-studenten is de economie een belangrijk onderwerp, na wonen staat het op plek twee. Economie is voor mannen een belangrijker thema dan voor vrouwen.
Bij klimaat is dat juist andersom: meer dan de helft van de vrouwen noemt dat als belangrijk verkiezingsthema, en maar een op de drie mannen.
Genocide
Ook de oorlog in Gaza lijkt een belangrijk verkiezingsthema voor veel studenten en medewerkers. Dat was niet als apart onderwerp opgenomen in de peiling, maar komt vaak terug in de open antwoorden. “De onderdrukking van Palestijnen door nakomelingen van Westerse Tweede Wereldoorlogvluchtelingen doet mij veel”, schrijft een ESL-student bijvoorbeeld. “Ik wil stemmen op een partij die de genocide in Palestina erkent, sancties wil opleggen aan Israël zoals een wapenembargo en economische banden verbreken”, aldus een ESSB-student die Partij voor de Dieren wil gaan stemmen.
Ook populisme, polarisatie en goed bestuur komen veel terug in de open antwoorden. Zo pleit een student voor ‘een nuchtere herziening van het huidige politieke systeem: minder populisme, meer ratio’. “Ik vind de politiek de laatste jaren best verhard”, vindt een medewerker. “Het mag wat liever zijn voor iedereen.” “Een stabiele overheid”, is wat een filosofiestudent wil. “Niet weer een demissionair kabinet, en verder vooral rust, reinheid en regelmaat.”
Van 7 tot 20 oktober deden 629 studenten en medewerkers mee aan de peiling van EM. 489 van hen zijn student, 67 ondersteunend medewerker en 66 wetenschappelijk medewerker. Ze beantwoordden vragen over op welke partij ze gaan stemmen, tussen welke partijen ze twijfelen, en welke thema’s bepalend zijn voor hun keuze in het stemhokje.
Bijna 60 procent van de respondenten identificeert zichzelf als man. Mannen zijn daardoor oververtegenwoordigd. De kans is groot dat deze peiling daardoor iets rechtser uitpakt dan het geval zou zijn bij een representatieve steekproef onder alle studenten en medewerkers. Mannen stemmen gemiddeld rechtser dan vrouwen.
We hebben ervoor gekozen om Israël-Palestina niet op te nemen als apart thema om de peiling goed te kunnen vergelijken met twee jaar geleden. Toch is dat een belangrijk verkiezingsonderwerp voor veel studenten en medewerkers, blijkt uit de open antwoorden.
Partijen die volgens deze peiling op minder dan een halve zetel kunnen reken zijn buiten beschouwing gelaten, omdat het aantal stemmers op die partijen zo klein is dat we daar niets zinnigs over kunnen zeggen.
Met medewerking van Elmer Smaling.
- Onderaan dit artikel vind je de verantwoording en enkele opmerkingen over de representativiteit. ↩︎

Mwa, er is best wel een kloof tussen GL/PvdA en D66 stemmende intellectuelen en PVV stemmende niet-intellectuelen.
Polarisatie en verdeeldheid creëren. Goed bezig, H.Tuil.
Of ze zijn toch niet zo “intellectueel” 🤣