Uit de resultaten blijkt dat wetenschappelijk personeel meer werkstress ervaart dan ondersteunende medewerkers. Op een schaal van 1 tot 10, waarbij een hoger cijfer een betere situatie aanduidt, scoren zij gemiddeld een 4,7 tegenover een 5,6 bij hun niet-wetenschappelijk collega’s. Zij rapporteren bovendien een hogere werkdruk en een slechtere werk-privébalans.
Bijna 30 procent van alle medewerkers die werkstress ervaren, kampt hiermee al langer dan drie maanden. Hoge taakeisen, zoals zware verantwoordelijkheden en een te hoge werklast, worden als de voornaamste oorzaak benoemd. Ruim een kwart van de medewerkers zegt onvoldoende tijd te hebben om het werk naar behoren uit te voeren, en twintig procent geeft aan wekelijks twee tot vier extra uren nodig te hebben om taken af te ronden.
Daarnaast zouden minder mensen de universiteit aanbevelen als werkgever. Als redenen noemen ze onder andere gebrek aan baanzekerheid, te veel bureaucratie en een hoge werkdruk.
Hybride werken gewaardeerd
Tegelijkertijd zijn medewerkers blij met de mogelijkheid om hybride te werken. Meer dan 80 procent geeft aan tevreden te zijn met deze flexibiliteit. Ook de samenwerking binnen teams wordt als goed ervaren. 70 procent van de medewerkers voelt zich daarnaast erbij horen en 80 procent voelt zich vrij om zichzelf te zijn op de werkvloer.
Meer dan 70 procent van de medewerkers heeft het afgelopen jaar gewerkt aan (loopbaan)ontwikkeling. De meerderheid vindt dat de universiteit voldoende mogelijkheden biedt om zich professioneel te ontwikkelen. Van de medewerkers die geen gebruik maakten van die mogelijkheden, noemt de helft tijdgebrek als reden.
In totaal vulden 2016 medewerkers de enquête in, dat is bijna 60 procent van het totale aantal medewerkers.