Begrijp me niet verkeerd: ik zou niet weten hoe ik zonder ons ondersteunend personeel mijn weg door de bureaucratie van de universiteit zou moeten vinden (een onderwerp dat een eigen column verdient). Maar momenteel groeit het ondersteunend personeel op veel universiteiten, waaronder de EUR, sneller dan het wetenschappelijk personeel. Dus ik vraag me af: zijn we echt zo behoeftig, of is het inhuren van ondersteunend personeel het standaardantwoord van de universiteit geworden telkens als wetenschappers een probleem aan de orde stellen? Zelfs als er meer personeel wordt aangenomen, wordt onze hoop dat dingen makkelijker worden snel de bodem ingeslagen door een constante stroom van nieuwe, verwarrende regels.

Neem de kwestie Diversity Travel als voorbeeld. In plaats van de zaken te vereenvoudigen, voegt dit initiatief vooral onzekerheid toe: met wie moet je contact opnemen, welke documenten moet je opstellen? We zijn nu meer tijd kwijt aan het uitzoeken hoe we hulp kunnen krijgen dan aan het daadwerkelijk ontvangen daarvan.

En dan zijn er nog de workshops. Het alsmaar groeiende aantal workshops voor medewerkers. We worden vaak uitgenodigd, en soms zelfs verplicht, om sessies bij te wonen die in theorie bedoeld zijn om onze uitdagingen aan te pakken. Maar hoe is dat een meer betaalbare of effectieve oplossing? Er worden meer mensen aangenomen en we zijn meer uren van onze tijd kwijt aan het volgen van workshops die vaak niet aansluiten bij onze zorgen. Als wetenschappers bijvoorbeeld vragen stellen over het gebrek aan financiering voor openaccesspublicaties, worden we uitgenodigd voor weer een andere workshop over het belang van open science.

Ik ben niet de enige die hierover tekeergaat. Uit onderzoeken naar de mentale gezondheid van medewerkers blijkt iedere keer weer dat wetenschappers het steeds moeilijker hebben. Maar hoe kan dat toch nu we meer ondersteuning dan ooit hebben? Misschien is het probleem wel dat, ondanks de goede bedoelingen achter het systeem, het groeiende doolhof van procedures en beleid de universiteit minder efficiënt en uiteindelijk minder ondersteunend heeft gemaakt.

Ik geloof oprecht dat elk ondersteunend personeelslid wil helpen en ik waardeer hun inspanningen echt. Maar de realiteit is dat, in plaats van de kloof tussen ons te overbruggen, het systeem vaak meer afstand creëert. Hulp krijgen is een proces op zich geworden. Een dat nog meer van onze tijd en energie vraagt. Dus als het echte doel van dit systeem is om ons te ontmoedigen om steun te zoeken, dan werkt het perfect. Maar als het doel is om zinvolle ondersteuning te bieden, dan pakken we het verkeerd aan.

Irena Bošković is universitair docent Forensische en juridische psychologie.

Lees meer

De situationship tussen Nederlanders en internationals

Columnist Irena Bošković begint moe te worden van de situationship waarin zij en veel…

Al 8 reacties — discussieer mee!