De studies Fiscale Economie kampen landelijk met een daling van het aantal studenten. In Rotterdam is die trend minder sterk, maar ook hier nam het aantal studenten de afgelopen jaren af. De instroom in de bachelor daalde van rond de 140 in 2015 naar zo’n 80 in de afgelopen jaren. Dit jaar was er weer een lichte stijging.
Decaan Patrick Groenen liet in 2022 onderzoeken of de opleiding anders georganiseerd kon worden. De reden daarvoor was toen niet alleen financieel, maar ook organisatorisch. De onderwijsactiviteiten van Fiscale Economie zijn al ruim twintig jaar ondergebracht bij een bv en het onderzoek richt zich vooral op Nederland. Dat paste volgens het bestuur van de ESE niet meer bij de strategische focus van de faculteit.
Roosterproblemen
De oplossingen die een werkgroep onderzocht, bleken volgens het faculteitsbestuur stuk voor stuk niet haalbaar. Het onderbrengen van de vakken bij de Erasmus School of Law (ESL) én de ESE zou volgens een rapport veel te veel roosterproblemen met zich meebrengen. Daarbij kwam dat veel personeel van de bv niet voldoende gekwalificeerd is om als wetenschappelijk personeel bij de ESE te werken (veel docenten bij Fiscale Economie hebben een andere wetenschappelijke carrière dan een strikt economische).
Gedurende het onderzoek naar een andere werkvorm namen de studentenaantallen af en daardoor de financiële problemen toe. Dat leidde ertoe dat de decaan in september het verzoek tot beëindiging voorlegde aan de faculteitsraad en de opleidingscommissie om in te stemmen met een voorstel tot beëindiging.
‘Genoeg studenten’
Peter Kavelaars, al bijna dertig jaar hoogleraar Fiscale economie bij de opleiding, vindt het ‘heel teleurstellend’ dat het faculteitsbestuur tot deze conclusie komt. “Ik heb het idee dat de faculteit zich niet genoeg ingespannen heeft om de opleiding te redden. We hebben inderdaad te maken met dalende studentenaantallen, maar we krijgen er nog steeds tachtig per jaar in de bachelor en vijftig in de master, dat is meer dan genoeg om financieel gezond te blijven. En dit jaar steeg het aantal zelfs. Onze opleiding wordt hoog gewaardeerd.” Dat een samenwerking met de ESL te veel roosterproblemen zou veroorzaken wuift Kavelaars weg. “Je zult hier en daar iets anders moeten invullen dan normaal. Maar waar een wil is, is een weg.”
Kavelaars vermoedt dat het profiel van de opleiding, dat sterk afwijkt van het internationale karakter van de faculteit, en Kavelaars emeritaat in februari 2026, de voornaamste redenen zijn van de opheffing. Hij legt zich er echter bij neer dat er vermoedelijk geen ontkomen meer aan is. “We gaan het samen tot een goed einde brengen.” Ondanks zijn emeritaat blijft Kavelaars waarschijnlijk tot het echte einde van de opleiding in 2029 college geven.
Tegenonderzoek
De faculteitsraad ging al akkoord met het voorstel tot beëindiging, op voorwaarde dat het faculteitsbestuur tot het definitieve besluit blijft zoeken naar een oplossing. De opleidingscommissie voelt zich ernstig gepasseerd, omdat ze twee jaar lang niet op de hoogte was van het onderzoek naar de toekomst en dus ook niet heeft kunnen meedenken. Daarbij heeft de commissie de indruk dat de argumenten van het faculteitsbestuur (dalende studentenaantallen, praktische onmogelijkheid om vakken onder te brengen bij ESE en ESL) geen steekhouden. De commissie stelt nu voor om zelf een tegenonderzoek uit te voeren. Het College van Bestuur en de Universiteitsraad moeten het voorstel tot beëindiging nog goedkeuren.
Studenten uit de opleidingscommissie hebben een opiniestuk geschreven en zijn een petitie begonnen voor het behoud van de opleiding. Die is op moment van schrijven al bijna vijfhonderd keer getekend.