Op het podium van de Aula stond tijdens de Opening Academisch Jaar een blokkentoren opgesteld. De opeengestapelde blokken stonden symbool voor de bijdrages die universiteiten leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen en vormden de basis van het protest van de Universiteiten van Nederland tegen de voorgenomen bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap.
Instabiel bouwwerk
Annelien Bredenoord, sinds 1 september voorzitter van het College van Bestuur, sprak in felle bewoordingen haar bezorgdheid uit over de plannen van het kabinet om 1 miljard te korten . Ze gebruikte daarbij de metafoor van de blokkentoren waar ‘steeds steentjes uit het bouwwerk worden gehaald, waardoor de toren instabieler wordt of gedeeltelijk instort en je steeds weer opnieuw moet opbouwen’. Ze noemde dit een beleid van ‘penny wise, pound foolish’.
Uitholling concurrentiekracht
Verder sprak ze haar ongerustheid uit over de Wet internationalisering in balans, die de groei van het aantal internationale studenten aan banden moet leggen. Ook daarmee wordt de ‘toren van de wetenschap’ aan het wankelen gebracht, vond ze. “Internationalisering ontmoedigen betekent een uitholling van de Nederlandse concurrentiekracht. Dat dit echt zo werkt, is elders in Europa te zien. Afgelopen jaar draaide Denemarken na twee jaar het beleid terug om internationale studenten te weren. De reden? Het grote tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten in cruciale sectoren”, betoogde Bredenoord.
Ook scheidend collegevoorzitter Ed Brinksma maakte zijn ongenoegen kenbaar. “Ik roep de minister op om terug te keren van deze heilloze weg. Door ons achter de dijken terug te trekken worden we juist alleen maar meer een speelbal van internationale bewegingen.”
'Lelijke' bezuinigingen
Minister Bruins kreeg ook gelegenheid zich te verweren. Bruins, zelf afkomstig uit de sector van wetenschap en techniek, noemde onderwijs ‘de basis van de samenleving en de motor van de economie’. Hij hoopte dat universiteiten plekken blijven waar mensen ‘hartstochtelijk’ van mening kunnen verschillen en iedereen in vrijheid voor zijn mening mag uitkomen.
De aangekondigde bezuinigingen noemde hij ‘lelijk’. “Er zullen bezuinigingen komen en ik begrijp de bezorgdheid goed, maar ik zal me onvoorwaardelijk inzetten voor onderwijs en onderzoek en een strijd leveren in financieel krappe tijden. Maar we hebben nu eenmaal ook te maken met een demografische krimp van het aantal jongeren dat gaat studeren. Ik hoop dat u na mijn ministerschap in ieder geval kunt zeggen: hij heeft zijn best gedaan. Ik zal niet de minister zijn die het laatste blokje weghaalt.”