Die avond arriveren we bij het grote huis. Eén van de bewoners ijsbeert door de voortuin met een koptelefoon op. Zijn vrouw instrueert ons. De hond moet twee of drie keer naar buiten en mag absoluut niet op de imponerende leren bank in de woonkamer. Ze zegt dat haar zoon trouwens ook thuis is. Ik vraag bijna waarom hij niet gewoon op de hond past, maar herinner mij gelukkig de kleine vergoeding.
Mijn broertje en ik zitten op de leren bank terwijl we om de beurt een speeltje weg trappen die de pup dan weer terugbrengt. Mijn broertje is geconcentreerd woordjes voor Engels aan het leren en ik probeer te bedenken hoe ik in vijfhonderd woorden de bredere context van de personenvervoersector in Europa definieer aan de hand van een selectie wetenschappelijke artikelen.
Na een uur laat ik de hond in de tuin. In een slaapkamerraam denk ik kort de zoon te zien. De pup begint wild te blaffen wanneer ze een postbezorger buiten het hoge hek voor de oprit ziet staan. De bezorger heeft een pakketje met breekbare inhoud voor onze kennissen. Mijn broertje en ik proberen het bedieningspaneel voor het hek te ontcijferen zodat we kunnen opendoen. Al snel besluit mijn broertje de bewoonster te bellen. Ze vraagt of we voor de zekerheid het pakketje over het hek heen kunnen laten aangeven. Mijn broertje trekt zich op aan het hek en weet met moeite de doos aan te nemen.
Later op de avond probeer ik er via Google achter te komen wat een bredere context is. Er flitst kort een silhouet langs de glazen deur naar de gang. “Laten we hopen dat dat hun zoon was”, zegt mijn broertje.
Aan het einde van de avond besluit ik tactisch om morgenochtend maar te gaan schrijven, de deadline is toch pas morgenmiddag. Ik zet de televisie aan. Ranking the Stars is bezig. Vijf minuten later komen de bewoners binnen. Een vrolijke ‘hooooii’ wordt gevolgd door een ernstige ‘oh’. We haasten ons richting de voordeur en worden overvallen door een intense walm. Verspreid over de keukenvloer ligt verse hondenstront. Er worden snel ramen opengegooid zodat de stank iets minder heftig is. Half verstijfd pakken we wat velletjes keukenrol en helpen we met schoonmaken. Nadat alle drollen in een vuilniszak zitten, beginnen we de vlekken weg te boenen. De bewoonster springt plotseling omhoog en haast zich richting de woonkamer. De hond ligt op de leren bank.
Wanneer het schoonmaken klaar is mompelen mijn broertje en ik ‘sorry’, waarna de bewoonster liegt dat het niet erg is. We haasten ons door de voortuin richting het hek, dat godzijdank nog open staat. Eenmaal van het terrein hurkt mijn broertje met zijn gezicht bedekt door zijn shirt, vol schaamte. Ik staar naar de kleine vergoeding in mijn handen die nog ruiken naar kak.
Ik vind deze column MEGA grappig! Wahahhahhaha ik lees alle columns van Onno. Ik LOEV het maatje! Ga zo door topper! Xxx bye bye champ alias fabbie
Reageren niet meer mogelijk.