Psychiater Manon Hillegers weet nog goed dat ze aan de keukentafel zat en naar haar eigen kinderen keek. Haar dochter zou haar eindexamen overslaan en haar normaal zo sportieve zonen zaten thuis. “Ik hoorde dezelfde verhalen van vrienden en vriendinnen en dacht: alle jongeren zijn nu een risicogroep. Je hoeft niet familiair belast of chronisch ziek te zijn. Iedereen heeft een risico, omdat we in een risicovolle, beangstigende tijd leven.”

Hillegers, afdelingshoofd kinderpsychiatrie van het Erasmus MC, zou dat jaar onderzoek gaan doen naar het mentale welzijn van jongeren tijdens de lockdowns. De coronacrisis zette het leven van de meeste Nederlanders danig op zijn kop, maar voor wetenschappers zoals Hillegers bood de pandemie tegelijkertijd een unieke kans. Toen de overheid eind maart 2020 aankondigde 42 miljoen vrij te maken voor onderzoek naar de meest urgente coronavragen, doken vele honderden onderzoekers achter hun computerschermen om een subsidieaanvraag te schrijven.

Naast geld voor onderzoek naar de maatschappelijke effecten van de coronamaatregelen kwam er subsidie voor fundamentele studies naar de aard van het virus zelf, en voor medisch onderzoek naar behandelwijzen. Nu de studies zijn afgerond en de wetenschappelijke bevindingen zijn gepubliceerd, blikken vijf Rotterdamse onderzoekers en de programmadirecteur van ZonMw terug. Wat hebben de projecten de onderzoekers opgeleverd en wat valt er te leren van de manier waarop het geld is uitgedeeld?

Geen tijd voor stroperigheid

Normaal neemt een subsidieronde bij ZonMw snel enkele maanden tot driekwart jaar in beslag. Eerst belandt een aanvraag bij een commissie die advies geeft om de aanvraag verder uit te werken, of van deelname af te zien. De uitgewerkte aanvraag wordt vervolgens beoordeeld door experts in het veld. De indiener krijgt de kans om te reageren op hun oordeel, waarna een commissie van ZonMw tenslotte een eindoordeel velt. “Dat gaat allemaal in een rustig tempo, waarbij niemand overwerkt raakt en iedereen de tijd heeft om zijn werk goed te doen”, vertelt Hannie Bonink, indertijd directeur programma’s van ZonMw.

De werkwijze is bedoeld om de subsidies zo eerlijk mogelijk te verdelen en kwaliteit te laten prevaleren boven het hebben van de juiste contacten. Tijdens de pandemie was voor protocollen geen tijd.

“In de allereerste fase van ons COVID-programma (eind maart 2020, EV), hebben wij expertgroepen ingericht om ons te adviseren over wat er nu echt acuut moest gebeuren en wie dat zou kunnen doen”, vertelt Bonink. “Normaal krijgt iedereen de kans om in te dienen, nu werd door experts gezegd: dit moet uitgezocht worden en dan moet je die hebben. In april hadden we de eerste honoreringen al gedaan. Dat was compleet in tegenstelling tot wat we normaal doen, maar we konden er niet meer tijd voor nemen.”

Tijdgebrek speelde ook de aanvragers parten. Van de wetenschappers die reageerden op het allereerste verzoek om onderzoeksvoorstellen in te dienen, vertellen velen dat ze halsoverkop in enkele dagen, of zelfs uren, een aanvraag uittypten. Vaak betrof het studies die toch al zouden plaatsvinden, zij het in iets andere vorm.

“Wij waren al een tijd bezig om een mobiele telefoonapplicatie te ontwikkelen voor jongeren met veel problemen”, vertelt Hillegers bijvoorbeeld. “De Growit!-app werd opgeleverd toen de coronapandemie ontstond en richtte zich op het identificeren van emotionele problemen. Tegelijkertijd zit er een interventie in om jongeren met allerlei opdrachten veerkracht te laten ontwikkelen.” Hillegers en haar projectpartners besloten de app beschikbaar te stellen aan alle jongeren, niet alleen aan de gebruikelijke risicogroep.

Evelien Dietvorst 0221-003 coronawetenschap – Levien Willemse

Lees meer

Coronawetenschap: Via een app krijgen jongeren inzicht in hun mentale welzijn

Tijdens de coronapandemie doen wetenschappers uit allerlei vakgebieden onderzoek naar de…

Sociaal epidemioloog Joost Oude Groeniger van de Erasmus School of Social and Behavioural sciences (ESSB) werkte al aan een langdurig onderzoek met vragenlijsten, onder meer naar vertrouwen in overheidsinstanties. In maart 2020 zou juist de laatste vragenlijst afgenomen worden. “En toen kwam in een keer die pandemie, met half maart de eerste lockdown. We kregen een uniek natuurlijk experiment in de schoot geworpen.” Omdat sommige respondenten de survey kort voor en anderen kort na de lockdown hadden ingevuld, konden de wetenschappers het directe effect van de lockdown meten.

Oneerlijk

Terwijl het SARS-CoV 2-virus door de Nederlandse bevolking raasde, zette Marion Koopmans, hoofd van de virologieafdeling van het Erasmus MC, alle zeilen bij om te achterhalen hoe het virus zich genetisch ontwikkelde. De bevindingen waren van direct belang voor het Outbreak Management Team. De grote schaal waarop dit onderzoek kon plaatsvinden, was echter niet vanzelfsprekend: ook Koopmans moest gewoon subsidie aanvragen.

“Voor de standaardvragen bij elke uitbraak heb ik geen basisfinanciering. Van vogelgriep tot monkeypox, dat onderzoek moet allemaal uit subsidieaanvragen komen. Gelukkig had ik nog wat geld over en kregen we steun van de Erasmus MC Foundation. Daardoor konden we alvast beginnen.” Omdat niet alle wetenschappers zo ruim in de slappe was zitten, pleit de hoogleraar voor een structurele geldreserve om essentieel onderzoek tijdens crisissituaties te bekostigen.

Meteen na de start van de eerste subsidieronde klonk ook kritiek van wetenschappers die geen tijd hadden om halsoverkop een aanvraag te schrijven. Oude Groeniger herinnert zich zulke geluiden van collega’s op social media. “Vooral van vrouwelijke collega’s hoorde je klachten. Die zeiden: ‘dat is allemaal leuk en aardig, NWO, maar dat maakt het wel lastig voor mensen met zorgtaken.’ Achteraf gaf me dat een nare bijsmaak, maar op dat moment was er geen tijd om erover na te denken.”

Wat Koopmans extra wrang vindt, is dat de overheid een jaar later bijna een miljard euro uitgaf aan Testen voor Toegang, een veel bekritiseerde onderzoekspilot die doorgang vond dankzij een krachtige ondernemerslobby. “Als je dan ziet door hoeveel ringen wetenschappers moeten springen om een minieme fractie van dat bedrag binnen te halen. Ik vond het echt buiten alle proporties.”

Mosterd na de maaltijd

Jacco van Sterkenburg en Anne-Mette Hermans van de Ersamus School of History, Culture and Communication (ESHCC) spoorden jongeren aan om foto’s te maken van hun leefwereld tijdens de lockdowns: sleutels in een gesloten deur, een onaangeraakte hockeystick, kratten bier in een studentenhuis. Diepte-interviews over de beelden toonden vooral de leegte en eenzaamheid die veel jongeren voelden. Hoewel hij enthousiast is over de resultaten en de soms plots gestarte samenwerkingen, heeft hij ook zijn twijfels over de effectiviteit van sommige corona-projecten. “Het geld leek soms ad hoc uitgedeeld te worden en ik vraag me af of er veel zicht was op de relevantie van al het onderzoek. Ik ben bij congressen geweest na de pandemie waar mensen hun bevindingen presenteerden van meerjarige coronastudies. Daar was weinig interesse voor, want het was mosterd na de maaltijd. Het is vooral nuttig om tussentijdse resultaten te delen, waar beleidsmakers wat mee kunnen.”

Geluksonderzoeker Martijn Hendriks van de Erasmus School of Economics (ESE) kan zich daar wat bij voorstellen. Hij toetste hoe effectief maatregelen zijn die het geestelijk welzijn van zorgmedewerkers moeten verbeteren. Zo bleek het beter te zijn om samen te streven naar een gewenste situatie, dan te brainstormen over problemen. Hij ontdekte het nut van snelle, tussentijdse terugkoppeling van resultaten. “Wij deden actieonderzoek. Daarbij meet je op korte termijn wat het effect van een interventie is, waarna je het beleid tussentijds kunt bijstellen. Op de universiteit doen we normaal een voormeting en een nameting met een controlegroep, maar op deze manier kun je direct bijdragen aan het welzijn van medewerkers.”

Boost voor de wetenschap

Dat het verdeelsysteem zwakke punten heeft, daar zijn de meeste betrokkenen het wel over eens. Tegelijkertijd hebben de coronasubsidies een bijzonder positief effect gehad op het onderzoek van de meeste wetenschappers die Erasmus Magazine sprak.

Zo vertelt Hendriks dat hij meer mogelijkheden dan anders heeft gehad om zijn onderzoeksresultaten te verspreiden. Het onderzoek naar coronavirussen en immuniteit van de Rotterdamse virologieafdeling kreeg een stevige boost en ook studies rondom Hillegers’ mentale welzijn-app kwamen erdoor in een stroomversnelling. Inmiddels zijn er vier wetenschappelijke publicaties over de app en een grote Flagship-subsidie voor vervolgonderzoek is binnen. “We gaan de tools verder uitwerken en ons richten op de preventie van mentale problemen bij jongeren uit de algemene bevolking. Dat was zonder de pandemie niet gebeurd.”

Hannie Bonink van ZonMw denkt met trots terug aan het vele werk dat ze tijdens de coronatijd hebben verzet, al erkent ze dat niet alles perfect is gegaan. “Er was onderling heel veel vertrouwen dat we samen goede dingen aan het doen waren. Normaal gesproken is ZonMw toch een pot vol geld waar je niet zo makkelijk bij kunt komen. Mensen doen van alles om hun onderzoek bij ons onder de aandacht te brengen en wij stellen kritische vragen: waarom is dit nou het allerbelangrijkste? Maar tijdens de coronatijd voelde je dat we allemaal hetzelfde belang hadden: goed onderzoek doen naar Covid19.”

Jeroen van de Waal – Levien Willemse

Lees meer

Coronawetenschap: ‘Het was eigenlijk per toeval dat we met dit onderzoek begonnen’

Tijdens de coronapandemie doen wetenschappers uit allerlei vakgebieden onderzoek naar de…

Waar kwamen alle subsidies terecht?

Een overzichtelijk staatje met subsidiebedragen per onderzoeksinstelling is lastig te maken. Volgens een website met 190 gesubsidieerde COVID-19-projecten van ZonMw was Erasmus MC hoofdaanvrager bij 17 projecten en de Erasmus Universiteit bij 14 projecten. Van de 33 projecten die de NWO in het eerste halfjaar van 2020 honoreerde, waren 2 projecten afkomstig van Erasmus MC en 6 van de EUR. De EUR lijkt daarmee met kop en schouders uit te steken boven de andere universiteiten, maar deze getallen zeggen niet alles: de hoofdaanvrager maakt vaak deel uit van een consortium, waarbij elke partner een deel van het geld ontvangt. Daar komt bij dat ZonMw en NWO niet de enige subsidieverstrekkers waren: ook de Europese Unie, het ministerie van VWS en andere fondsenverstrekkers schoten de universiteiten te hulp. Een centraal overzicht ontbreekt en hoewel Erasmus MC zelf een lijst met ontvangen subsidies paraat heeft, geldt dat niet voor de EUR.