Hora est – hoe vaak heeft hij deze woorden niet uitgesproken in zijn ruim dertig jaar als pedel van de universiteit. Tussen 1980 en 2013. Duizend keer? Zou zomaar kunnen. In alle waardigheid de zaal binnenschrijden, gekleed in toga en baret, zich tegenover de promotiecommissie opstellen en met de staf-met-belletjes een ferme tik op de vloer geven teneinde – soms dwars door de conversatie tussen promotiecommissie en promovendus heen – de verlossende woorden Hora est uit te spreken. Tijd, time, het is mooi geweest, de verdediging is ten einde. (Al murmelde het gesprek daarna soms door).
Ton wist precies wat hij deed, hij was de personificatie van het academisch protocol. Met én zonder toga, baret, staf. Natuurlijk had hij het vak aanvankelijk afgekeken toen hij in 1978 in dienst trad bij de afdeling Zaalplanning en Universitaire Plechtigheden. Maar eenmaal toegetreden tot de rang van pedel – toch ook een erebaan nietwaar – had hij zich de rituelen en protocollen snel eigen gemaakt. Zelfs zo dat hij de mediëvist prof. Jan van Herwaarden bereid vond een boekwerkje te wijden aan de (ontstaans)geschiedenis van deze academische gewoonten, getiteld ‘De pedel geboekstaafd’. Het boekje verscheen in 1998 ter gelegenheid van de 85e Dies Natalis.
Eerder had Ton het initiatief genomen tot een landelijke pedellendag; de unieke, allereerste samenkomst op de Erasmus in augustus 1990 haalde zowaar het NOS Journaal. Inmiddels is de pedellendag een jaarlijkse traditie, wisselend gehouden aan een Nederlandse (of Vlaamse) universiteit, met uitzondering van de coronajaren. Altijd goed voor een mediageniek plaatje, tientallen pedellen in vol ornaat – de academische Nachtwacht.
En Ton was er steeds bij, ook na zijn pensionering in 2013, als onbenoemd nestor van het pedelaat.
Hora est. Zijn afscheid eind november 2013 was allerminst bescheiden geweest, een stoet aan sprekers benoemde en roemde zijn rol als hoofd academische plechtigheden, als strakke (en toch ook soepele) verdediger van academisch ritueel. Zijn laatste ‘kunstje’ waarvoor zijn aanstelling met enkele maanden werd verlengd was de plechtige viering van de 100e Dies Natalis op 8 november in De Doelen met veel, ja zelf koninklijk vlagvertoon. Ton fier, tref- en tredzeker voorop.
Maar ook nadien diende Ton zijn opvolgers nog regelmatig van advies en repliek. Gevraagd. En als ‘gewoon’ toeschouwer in de Aula bij universitaire evenementen zoals de Opening en de Dies glom hij onmiskenbaar bij al die vertrouwde, glimlachende knikjes uit het cortège van hoogleraren.
Ook nadien bezocht hij, vaak samen met Ger Lugtenberg, emeriti die hem destijds hun vertrouwen hadden geschonken – de functionaris op de universiteit werd een vriend aan huis. Belangstellend, aimabel, bescheiden – maar wel met de camera (in plaats van de staf) in de aanslag. Nog onlangs gaf hij een zogeheten kroegcollege in ‘zijn’ stad Dordrecht: geboren, getogen, voorzitter Oranjecomité, koninklijk geëerd, veelgevraagd stadsgids, gestorven.
Een kroegcollege over het pedelaat en academische rituelen – what else – met een biertje in de hand en zijn kenmerkende rode konen. En met vele bezoekers en passanten, waaronder wij, zijn opvolgers, zijn naasten en bevriende Dordtenaren. En vanzelfsprekend zijn vrouw Ria, zijn onafscheidelijke maatje. Tot voor kort.
Hora est. Laat dat gedurende zijn lange pedelaat een enkele keer te laat hebben geklonken (niemand is onfeilbaar, nietwaar), nu klinkt het te vroeg, veel te vroeg, 75 jaar jong. Maar over leef-tijd hebben wij niets te zeggen, nou vooruit de medische wetenschap een beetje.
Zijn hart gaf het op, zijn hart dat zo groot was en dat altijd klopte voor zijn gezin, zijn collega’s, zijn vrienden, zijn vak. Ons resten de vele warme, dierbare herinneringen aan Ton, al dan niet in beeld gestold.
Marleen van Kester – pedel Erasmus Universiteit
Ger Lugtenberg – gepensioneerd medewerker marketing en communicatie
Dank je wel voor deze prachtige beschrijving. Ton ten voeten uit. We zullen hem missen en ‘pedel van de EUR’ zal altijd aan hem verbonden blijven.
Reageren niet meer mogelijk.