BigPot begon in april 2023 met de verkoop van vegan maaltijden vanuit het Erasmus Food Lab in het Mandevillegebouw. Tijdens een proeverij, waarbij EM aanwezig was, waren de eerste gasten zeer positief over de smaak. Nadien verkocht het bedrijfje drie keer per week maaltijden tijdens de lunch, ongeveer vijftig per dag.
Nieuwe locatie
Maar die vijftig maaltijden waren niet genoeg om rond te komen, zegt eigenaar Rajarshi Chakraborty . En dat terwijl het bedrijf nog profiteerde van allerlei gratis services, in de vorm van vrijwilligers en het gebruik van het Erasmus Food Lab als verkooppunt.
Het Food Lab is echter nooit bedoeld als plek voor commerciële activiteiten, dus was een nieuwe locatie nodig. Dat zou veel meer geld kosten, want de universitaire gebouwendienst rekent een commercieel tarief voor commerciële activiteiten. Daardoor zouden de idealen van Chakraborty, kwalitatief goed eten voor een betaalbare prijs, uit het zicht verdwijnen.
Nieuw plan
Daarom koos de oprichter van BigPot eieren voor zijn geld en gooide hij het bedrijfsplan om. Eind juni werd de laatste vegan maaltijd verkocht in het Food Lab. Chakraborty ziet dat als iets heel normaals. “De eerste 12 tot 16 maanden van een bedrijf zijn bedoeld om te experimenteren en te leren waar de behoeften en gaten in de markt zitten. Onze aannames werden uiteindelijk niet bevestigd, maar we blijven testen totdat we het geschikte product voor de markt hebben gevonden”, zegt hij.
BigPot richt zich nu niet meer op de rechtstreekse verkoop aan gasten, maar aan bedrijven – buiten de campus. “Een andere verandering is dat we niet meer zelf koken, maar een platform zijn geworden en werken met lokale chefs. Dat zijn koks die bijvoorbeeld vanuit een ‘dark kitchen’ (een restaurant dat alleen via een bezorgdienst werkt, ES) werken en voorheen vooral ’s avonds maaltijden serveerden. Die hebben er dankzij ons ook klanten bij tijdens de lunch”, legt Chakraborty het nieuwe concept uit. Ook zijn de maaltijden niet meer strikt vegan. “Onze voorkeur gaat daar nog steeds naar uit, maar we houden rekening met wat de klant wil.”
Proeftuin
Chakraborty is teleurgesteld over de afloop van het avontuur op de campus, maar benadrukt dat hij de universiteit niets kwalijk neemt. “Het bleek gewoon dat de idealen die we hadden niet te vertalen waren naar een gezond bedrijfsplan, als je niet minstens tweehonderd maaltijden per dag verkoopt. En dus moesten we wat anders proberen.”
Wel betreurt hij het dat de universiteit weliswaar veel aandacht heeft voor startups, bijvoorbeeld via Erasmus Enterprise en het Erasmus Centre for Entrepreneurship, maar dat het nalaat de campus daarbij aan te bieden als proeftuin. “Ik zie de universiteitscampus als een klein stadje, waar je perfect nieuwe bedrijfsconcepten kunt testen onder de campusbewoners. Daar zou de universiteit veel meer mee kunnen doen. Nu zijn al die bedrijfjes grotendeels onzichtbaar voor de studenten en medewerkers.”