In de collegebanken van de universiteit zijn ze steeds meer te vinden: internationals, buitenlandse studenten. Van mijn beste vrienden komt bijna niemand uit hetzelfde land, laat staan dezelfde windstreek. Het is geweldig om met een Estlander, Sloveen en Braziliaan mosterdsoep en bolussen te delen, maar er blijft één enorm nadeel. Elke zomer pakken ze hun koffers weer in, geven hun planten aan mij en verdwijnen naar hun ouders. Ik blijf alleen achter.

Niet helemaal alleen natuurlijk, ik heb altijd Bumble nog. Maar investment managers en cocktails in Café Labru kunnen het gat niet opvullen. Terwijl op het terras een van deze finance bros mij vertelde over zijn favoriete McDonalds-burger, keek ik over zijn schouder naar de menigte. Een oudere vrouw was op het terras gaan zitten. Ze leek gepensioneerd, vrij in haar comfortabele kleren, maar met een niet te ontkennen je ne sais quoi.  Ze dronk net als ik een pastis (mijn ultieme zomerdrank), werkte haar make-up bij en leek in gedachten verzonken. Ze was alleen, maar alleen maar tevreden.

Geïnspireerd door haar, zat ik een paar dagen later in mijn eentje tiramisu te eten op het terrasje van de Italiaanse delicatessenzaak op de Nieuwe Binnenweg. Ik wisselde de dichter Rilke af met een oud boek van Francine Oomen. Die eerste had ik nog over van een paar zomerbijeenkomsten van de filosofiefaculteit, waar ik me voor had opgegeven in de hoop wat nieuwe vrienden te ontmoeten. Ik werd geraakt door Brieven aan een jonge dichter van Rilke. Hij drukte mij en alle jonge dichters op het hart om eenzaamheid te omarmen. Als de mensen van wie je houdt ver weg zijn, ontstaat er ruimte om je heen, om te kijken en te groeien. Ik dacht aan de familie die ik hier wel heb. Ik dacht aan de vriendschappen die rondom de filosofische zomerschool zijn ontstaan. Ik dacht aan de tiramisu en al het zoete dat de wereld te bieden heeft.

Ondertussen zijn veel van mijn liefste internationals Rotterdam weer binnen komen druppelen. Ter ere van hen, ter ere van eenzaamheid, riep ik op een nazomerige vrijdagavond iedereen bij elkaar voor een feest. Mijn beste vrienden in mijn woonkamer met kersverse kennissen, familie, en vrienden die ik al te lang niet meer had gesproken. Ineens was die ruimte om me heen weer helemaal gevuld. Ik nipte van mijn champagne en nam het dankbaar in me op. Rilke had gelijk: mijn eenzame zomer heeft me de ruimte gegeven meer mensen te ontdekken. Maar nu het collegejaar weer begonnen is, ben ik stiekem best blij dat ik wat minder mensen hoef te missen.

 

Giselle Timmers studeert Management of International Social Challenges en Filosofie. Met deze column won ze de columnistenwedstrijd van EM. Vanaf nu schrijft ze iedere maand een column.

Lees één reactie