In het voetbal gaan elk jaar grotere bedragen om, met name op de transfermarkt, waar clubs spelers kopen en verkopen. Nooit werd er zoveel geld uit gegeven als dit jaar. Dat komt vooral omdat Engelse clubs alleen al bijna 3 miljard euro hebben gespendeerd, en door de plotselinge opkomst van Saudi-Arabische voetbalteams, die bijna 1 miljard euro neertelden voor een aantal van de bekendste voetballers van de planeet. Omdat veel mensen zich bij dergelijke bedragen achter de oren krabben, legt Thomas Peeters, universitair hoofddocent Economie aan de Erasmus School of Economics, uit wat er achter deze trend van enorme transfersommen voor voetballers zit.
Thomas Peeters is universitair hoofddocent aan de Erasmus School of Economics. In zijn werk kijkt hij naar het snijvlak tussen strategische economie, innovatie, industriële organisatie en sporteconomie.
Hoe kunnen teams zoveel geld uitgeven zonder regels te overtreden?
“Dat heeft onder andere te maken met de manier waarop transfers in de boeken komen. In de media zie je transferbedragen voorbijkomen van bijvoorbeeld 120 miljoen of 200 miljoen. Maar deze bedragen worden niet op de dag van de transfer zelf betaald. Het bedrag wordt boekhoudkundig gezien uitgesmeerd over de looptijd van het contract van de speler. Als ik jou dus vandaag bel en 80 miljoen betaal voor een vierjarig contract, kost me dat dit jaar in feite 20 miljoen, volgend jaar 20 miljoen enzovoort.
“Maar vergeet niet dat wat een club gisteren heeft uitgegeven ook meetelt. Ze kunnen kosten dus doorschuiven, maar de kosten uit het verleden zijn de kosten van vandaag. Daar ging het dan ook fout bij FC Barcelona, toen de club vijf jaar geleden een miljard aan inkomsten verwachtte, en er uiteindelijk maar 600 miljoen binnenkwam.”
Zijn enorme uitgaven zoals die in de transferperiode op de lange termijn houdbaar?
“Nou, voetbal zit in de lift. In 2014 spendeerde het grootste deel van de Europese clubs samen 5 miljard aan transfers. Vijf jaar later was dat bedrag verdubbeld. Is dat een zorgelijke ontwikkeling? Als we kijken naar de inkomsten in hetzelfde tijdvak, laten die een vergelijkbare trend zien. Het voetbal groeit elk jaar met zo’n 10 tot 15 procent. De economie groeit in een goed jaar met 2 procent. De voetbalsector groeit dus zeker vijf keer sneller dan de economie als geheel, en dit is al sinds 1995 zo.
“Er zijn steeds weer nieuwe inkomstenbronnen. Eerst was er de stijging van de inkomsten uit uitzendrechten. Iedereen vroeg zich af of mensen wel bereid zouden zijn om 100 miljoen euro neer te tellen om naar de Engelse Premier League te kijken. Tegenwoordig praten we over een bedrag van 3 miljard euro. Vervolgens begonnen clubs hun eigen inkomsten uit commerciële activiteiten te genereren. En nu is er de interesse vanuit het Midden-Oosten. Ik geloof dat de transferhonger in Saudi-Arabië het Europese voetbal alleen dit jaar al 500 miljoen euro gaat opleveren. In een sector waarin 20 miljard omgaat, bedraagt de groei dit jaar nu al 500 miljoen. Is dat houdbaar? Misschien niet, maar er komt voorlopig nog geen einde aan.”

Zegt deze overinflatie in het voetbal volgens jou iets over de economie?
“Ik vind de term ‘overinflatie’ niet op zijn plaats, omdat deze suggereert dat we weten wat een juiste situatie is, en dat is volgens mij niet zo. Ik zou me bijvoorbeeld wel zorgen maken als de salarissen van de spelers met 30 procent zouden stijgen en de inkomsten maar met 10 procent. Daar is nu geen sprake van, al zijn sommige topvoetballers wel meer gaan verdienen. Maar over het algemeen zijn ook de inkomsten van de clubs gestegen.
“Clubs in de Engelse Premier League hebben deze zomer miljarden uitgegeven, maar als je kijkt naar het gat tussen kosten en opbrengsten, geeft de league eigenlijk nog te weinig uit. De inkomsten zijn meer geëxplodeerd dan de salarissen, en eerlijk gezegd zou de Premier League best nog dieper in de buidel kunnen tasten als ze dat zouden willen.”
De enorme bedragen die in de transfermarkt omgaan komen dus niet als een verrassing?
“Nee, niet echt. Ik kijk als econoom natuurlijk alleen naar de cijfers. Je zou je ook kunnen afvragen of het ethisch verdedigbaar is. Is het juist dat mensen zoveel geld krijgen? Mensen zeggen vaak ‘zoveel geld om tegen een bal te trappen?’ Ik antwoord meestal: naar wie moet al dat geld dan gaan? Het zijn die jongens die voor entertainment zorgen waar miljoenen mensen naar willen kijken, toch? Als alternatief zou er veel geld naar de clubs kunnen gaan, en minder naar de spelers. Dan zouden de eigenaren van de clubs meer verdienen. Het gaat daarbij veelal om Amerikaanse zakenlieden, Russische oligarchen en oliesjeiks. Hebben zij geld nodig? Volgens mij niet. Ik geef het liever aan Messi dan aan sjeik Mansour. Het is als water naar de zee dragen.”