Na de val van een kabinet beslist de Tweede Kamer welke onderwerpen niet meer ter sprake komen voordat de verkiezingen zijn geweest. Sommige dingen kun je beter daarna weer behandelen, is het idee.
Krappe meerderheid
Een krappe meerderheid van de onderwijscommissie in de Tweede Kamer zette vorige week het bindend studies (bsa) op de lijst van ‘controversiële’ onderwerpen. Van de 28 aanwezige commissieleden stemden er vijftien vóór.
De Tweede Kamer moest nog officieel stemmen over de complete lijst met controversiële onderwerpen (ook van andere commissies). Dat gebeurde dinsdag.
D66 had voorgesteld om het bsa weer van de lijst te halen. De nieuwe regels zouden in studiejaar 2025/2026 van kracht moeten zijn, maar dat is eigenlijk al heel dichtbij. Als het ministerie de voorbereidingen nu op pauze zet, kan het zomaar weer een jaar later worden. D66 wil liever de vaart erin houden. “Na de verkiezingen kan een nieuwe Kamer zich over het voorstel buigen en desgewenst amenderen.”
Het voorstel kreeg steun van CDA, GroenLinks-PvdA, SP, PvdD, BIJ1, Volt, DENK, Den Haan, Gündoğan en natuurlijk D66 zelf. Samen zijn ze goed voor 78 van de 150 zetels in de Tweede Kamer.
Maar het CDA maakte een foutje, bevestigt Tweede Kamerlid René Peters aan Het Parool. “Ja, dat klopt, ik heb dat verkeerd gedaan.” Hij wil het zo snel mogelijk rechtzetten. De eerstvolgende keer dat de Kamer opnieuw kan stemmen om het bindend studieadvies controversieel te verklaren is op 26 september.
Studietempo erin houden
Veel opleidingen in het hoger onderwijs hanteren een bindend studieadvies. Als eerstejaars niet genoeg studiepunten behalen, moeten ze in principe vertrekken. Tegenstanders van het bsa vinden dat dit studenten met onnodige druk opzadelt, maar voorstanders zien het als een goede stok achter de deur voor treuzelaars.
Eerdere pogingen om het bsa te versoepelen zijn stukgelopen op weerstand in de Tweede Kamer, dus minister Dijkgraaf kwam met een variant die twee dingen tegelijk moest doen: de druk op studenten verlagen én het studietempo erin houden. Zijn voorstel: de norm gaat in het eerste jaar omlaag naar maximaal 30 punten, maar daar staat tegenover dat diezelfde norm van 30 punten ook in het tweede jaar gaat gelden.
Gesmeekt
Studentenorganisaties ISO en LSVb hadden de Tweede Kamer dinsdag nog gesmeekt om het onderwerp toch te blijven behandelen.
Maar met name de universiteiten zijn mordicus tegen een verandering van het systeem. Zij vinden het belangrijk om studenten te kunnen wegsturen als ze niet goed genoeg presteren en vrezen dat een versoepeling tot extra werkdruk gaat leiden. Dan blijven zwakke studenten immers langer in de opleidingen hangen, is de redenering.
Een slechte zaak, dat lagere BSA. Hoe eerder een student weet dat hij de verkeerde studie heeft gekozen hoe beter. Beter voor de student en de universiteit. Niets is zo frustrerend om er na 2 jaar alsnog achter te komen dat je het nooit gaat halen.
Weet ook dat er financieel zeer zware tijden aankomen voor universiteiten dankzij de 9% CAO stijging. Universiteiten kunnen het zich niet permitteren om studenten jaren aan het lijntje te houden zonder dat er ooit een diploma volgt.