Twee jaar geleden kwam tweedejaars bedrijfskundestudent Geert Vliegenthart (20) uit Wassenaar tijdens de Eurekaweek aan in Rotterdam, een nog onbekende stad waar hij niemand kende. Hij had zich ingeschreven als ‘slapertje’ in een huis van de studentenvereniging SSR. Hij was behoorlijk nerveus en – ‘zoals altijd’ – een beetje te laat. Andere slapertjes stonden al klaar op het terras van het huis. In het begin hadden ze het wat over koetjes en kalfjes, maar diezelfde dag merkte Geert al dat ze het heel goed konden vinden. In de introductiedagen erna werden de vier mannen beste vrienden.
Dat deed hem goed. “Ik had altijd in een klein dorp gewoond, nu stond een gigantische stad voor me. Dat was best spannend”, zegt hij. “Vrienden zijn dan een soort totempaal waar je je veilig voelt.”
Mentale gezondheid
“Zonder vrienden zou niemand willen leven”, schreef de Griekse filosoof Aristoteles zo’n 2500 jaar geleden in Ethica Nicomachea. Misschien een beetje dramatisch, maar er zit een kern van waarheid in: vriendschappen zijn goed voor de mentale gezondheid, blijkt ook uit onderzoek van Chantie Luijten, universitair docent aan de EUR. Zij schreef een proefschrift over mogelijke risico- en beschermende factoren voor de mentale gezondheid van adolescenten (tussen de 11 en 17 jaar) en keek hiervoor onder andere naar hun relaties met vrienden.
“Vriendschappen kunnen beschermen tegen angst en depressieve gevoelens én bevorderen het welzijn, zoals tevredenheid met het leven”, vertelt Luijten. Daarbij geldt wel: hoe beter iemand de kwaliteit van de vriendschap ervaart, hoe beter de mentale gezondheid. “Kwaliteit stijgt uit boven kwantiteit.”
Door het maken van zijn nieuwe vriend Kailesh tijdens de Eurekaweek vorig jaar voelde tweedejaars rechtenstudent Raja Ramlal (24) zich zekerder. “Hij was rustig, net als ik”, vertelt hij. “Ons Eurekaweekgroepje bestond uit drukkere mensen. Als ik de enige rustige persoon zou zijn geweest had ik me misschien ongemakkelijk gevoeld en me afgevraagd waarom ik niet zoals de rest ben. Maar omdat hij er ook was, wist ik: ik ben niet de enige, ik hoef me niet te schamen.”
Belangrijker dan relatie met ouders
Goede kwaliteit vriendschappen blijken zelfs belangrijker voor de mentale gezondheid dan goede kwaliteit relaties met ouders, blijkt uit het proefschrift van Luijten. “De relatie met ouders blijft belangrijk voor adolescenten, maar de rol van vrienden neemt toe, bijvoorbeeld in het ontwikkelen van hun autonomie, eigen identiteit en het leren aangaan van intieme relaties. Ook halen ze steeds meer steun uit hun vriendschappen.”
Dat proces gaat door bij jongvolwassenen, zo ook bij Geert. “Toen ik naar Rotterdam kwam, wilde ik niet dat mijn sociale leven alleen bij mijn ouders was”, zegt hij. “Mijn vrienden werden een thuishaven waar ik dingen kwijt kan. Het is fantastisch om dat in een nieuwe stad te hebben.” Bovendien kon hij zich met zijn nieuwe vrienden tijdens de Eurekaweek meer losmaken van de regels van thuis. “Dit was de eerste keer dat ik tot laat kon doorgaan zonder dat ik een appje van mijn moeder kreeg waar ik bleef.”
Herinneringen
Inmiddels woont Geert met twee van zijn vrienden samen in een studentenhuis. Maar met alle drie heeft hij nog dagelijks contact. “Als er iets aan de hand is, kan ik altijd bij hen mijn verhaal kwijt, zonder dat ze me veroordelen. Het is fijn om te weten dat er altijd iemand aan je zijde staat.”
Raja sloot zich na de Eurekaweek samen met zijn vriend aan bij de studentenvereniging RSG. “Daar zijn de meeste mensen ook wat drukker, maar omdat ik met Kailesh ging voelde ik me wat zekerder om met anderen contact te maken.” Ze zien elkaar wekelijks. “Als ik niet lekker in mijn vel zit is het fijn om elkaar op te zoeken en de stress te vergeten.”
Soms halen Geert en zijn vrienden nog herinneringen op aan de Eurekaweek. “Als iemand eerder naar huis ging omdat hij te dronken was, ging de rest hem later kloten”, vertelt hij. “Dan lag hij op zo’n opblaasbedje te slapen, en jankten de anderen dat omver.”