De universiteit is een rookvrije zone en wordt in 2030 geheel vegan. Een alcoholvrije campus ligt nog niet op tafel, ondanks dat de gevaren van drank steeds meer doordringen. Met een feestje in de Maassilo, een biercantus, een eigen festival en feesten bij verenigingen en in de stad vloeit de alcohol tijdens de introductieweek vaak rijkelijk. Toch is er ook bij de Eurekaweek veel veranderd de laatste jaren.
In 2014 ging de alcoholleeftijd van 16 naar 18 jaar: alcohol verstrekken aan minderjarigen is verboden en zij mogen geen alcohol bij zich hebben in de publieke ruimte. Voor de 17-jarige eerstejaars was dus een alternatief Eurekaweekprogramma nodig. Die onderdelen zijn nu meer dan alleen een optie voor minderjarigen. Ben je niet zo van de massale feesten en harde muziek, of wil je een avondje rustiger aan doen? Dan ben je ook van harte welkom.
Ook voor de deelnemers die wel alcohol mogen drinken verandert het beleid. Sinds 2018 gaat de tap niet meer om 12 uur open, maar om 14 uur. En sinds de pandemieprogramma’s staat er op minder plekken een bar. Drankspelletjes zijn strikt verboden, krijgen de gidsen vooraf te horen. Het imago van een drinkweek wordt zorgvuldig afgebroken, zo mag het woord ‘biertje’ niet meer genoemd worden in officiële communicatie. Biercantus veranderde bijvoorbeeld in cantus. En tijdens die cantus wordt bewust ‘festivalbier’, met een lager alcoholpercentage, verkocht.
Campus met ‘een sluipmoordenaar’
Het aantal overmatige drinkers neemt na de studietijd af, weet Wim van Dalen van de Alliantie Alcoholbeleid Nederland. Toch vindt hij het zorgelijk dat nog veel universiteitsstudenten zwaar (18.1 procent) of overmatig (12 procent) drinken, meer dan hbo-studenten. Van alle studenten zou slechts 6 procent helemaal niet drinken. Jong drinken is slecht voor de ontwikkeling van het brein, ook is alcohol behoorlijk verslavend. De zorgen worden gedeeld door het Expertisecentrum Alcohol en door bijvoorbeeld de Rotterdamse hersenwetenschappers Hanan El Marroun en Janna Cousijn, die onderzoek doen naar verslaving.
In 2018 komt de Rijksoverheid met een plan: het Nationaal Preventieakkoord. In 2040 moet het aantal studenten dat te veel drinkt gehalveerd zijn. Ook de Erasmus Universiteit staat hierachter. Volgens de laatste onderzoekscijfers hebben de maatregelen nog weinig effect: studenten zijn zelfs iets meer gaan drinken – al zijn deze data wel uit de coronatijd.
Een campus met een bar, een paviljoen en een supermarkt die drank verkopen, de Alliantie Alcoholbeleid Nederland is geen fan. “Drank zou niet onbeperkt beschikbaar moeten zijn”, vindt Van Dalen. “Dat het zelfs op een campus te koop is, stimuleert het gebruik. Of het straalt in ieder geval uit dat het geaccepteerd wordt. Alcohol is een sluipmoordenaar. Dat is een eng woord, maar het past wel. Als je te veel en te vaak drinkt, gaat alcohol sluipenderwijs z’n gang wat je gezondheid betreft. Het advies van de Gezondheidsraad is duidelijk: drink geen alcohol, of in ieder geval niet meer dan één glas per dag.”
Het College van Bestuur zei eerder tegen EM dat het de noodzaak om de beschikbaarheid en verkoop van alcohol te beperken niet ziet. “Alcoholproblematiek lijkt zich met name voor te doen bij verenigingen en in het privéleven, meer dan dat het een probleem is op de campus.” Dat vindt Van Dalen jammer. “Besturen van universiteiten zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen.”
Minder drinken in Delft
De introductieweek van Delft, de OWee, tekende vlak voor de zomer een nieuw convenant samen met dertien studentenverenigingen, de gemeente, de universiteit en meerdere gezondheidsorganisaties. Doel: studenten moeten niet drinken ook normaal gaan vinden. Dat helpt om verantwoord om te gaan met alcohol.
In Delft wordt er bij drie officiële evenementen van de introductieweek geschonken, in Rotterdam bij zeven. Tijdens de Eurekaweek staan op meerdere plekken studenten achter de bar, dat mag in Delft niet meer. Daar komt het barpersoneel voortaan zelfs uit andere steden. Ook wordt daar de hele week lichter bier geschonken (4 procent i.p.v. 5), zijn de glaasjes kleiner en staan drie alcoholvrije bieren op de menukaart.
Mooi begin, vindt Van Dalen. Hij vindt ook zeker niet dat alle drank verbieden realistisch is. Dat het woord ‘biertje’ niet gebruikt mag worden in officiële communicatie van de Eurekaweek en door partners, maar dat er wel een cantus (geen biercantus) is, daar moet Van Dalen even om lachen. Alleen het woord vermijden is niet genoeg voor verandering. “Het is belangrijker dat alcohol minder makkelijk beschikbaar is en dat niet drinken normaler wordt.”
De universiteit is gevraagd om een reactie. Door drukte en vrije dagen was er nog geen tijd deze te geven.
Het creeeren van een dicatoriale staat begint altijd met het wegnemen van de kleine keuzes en voordat men het doorheeft heb je helemaal geen keuzes meer.
Eindelijk een idee vanuit Delft die wij wel rechtstreeks over zouden moeten nemen. Van de studenten in mijn omgeving die voor hun master weer aan Eurekaweek mee gingen doen hoorde ik vrijwel altijd het zelfde verhaal: ‘Gast, dan kan je gewoon lekker zuipen op een feestje en een beetje rondneuken.’ Als dit het imago is dan krijg je ook alleen maar dit soort mensen. Er moet veel veranderen om het Eurekaweek imago te veranderen zodat mensen die niet alleen maar willen feesten het zelf waard gaan vinden om mee te doen aan de week. Het bestuur heeft hier veel invloed op en moet de organisatoren dwingen van het feestimago af te stappen. Ook al zijn de organisatoren waarschijnlijk ook feestliefhebbers omdat ze anders nooit Eurekaweek leuk hadden gevonden en het dus ook niet zouden willen organiseren.
Reageren niet meer mogelijk.