Iran executeerde vorige week donderdag de 23-jarige Mohsen Shekari vanwege protesten tegen het Iraanse regime. Deze week vermoordde het regime Majidreza Rahnavard (22). Sinds september komen Iraniërs in opstand tegen het regime, nadat de 22-jarige Mahsa Amini werd opgepakt door de religieuze politie en vervolgens overleed.
Sociale media spelen een belangrijke rol in de protesten. Op Instagram delen mensen beelden en berichten uit Iran. Een video bijvoorbeeld, waarin een moeder het onverwachte, onvoorstelbare nieuws hoort dat haar zoon is geëxecuteerd.
De video is meer dan een half miljoen keer bekeken en meer dan duizend keer geretweet. Het Amerikaanse weekblad Newsweek schrijft erover. Mensen over de hele wereld retweeten, sturen gebroken hartjes of roepen op tot actie. Maar wat kunnen wij hier verder eigenlijk? En helpt het, dat zulke beelden door de wereld gezien worden?
Delia Dumitrica doet onderzoek naar de rol van sociale media en digitale technologieën bij protesten, als universitair docent op de afdeling Media en Communicatie van de Erasmus School of History, Culture & Communication. Hoe hebben sociale media en digitale technologieën protesten veranderd? “Protesten hebben een meer wereldwijde aard gekregen.”
Welke rol hebben digitale technologieën bij de protesten in Iran?
“Dat is een behoorlijk brede vraag. Ik denk dat het twee kanten heeft. Aan de ene kant kan de westerse wereld daardoor gemakkelijk zien wat er aan de hand is. Het is een belangrijke bron van informatie voor ons. Aan de andere kant is daar het gevaar van misinformatie, wat zich op sociale media relatief gemakkelijk verspreidt. Om dat tegen te gaan zie je dat we nog altijd terugvallen op traditionele media.
“Wat mij opvalt als ik kijk naar de protesten in Iran is wat ik slideshow-activisme noem. Grote accounts met miljoenen volgers die slideshows posten met informatie over de protesten. Het bereikt een groot publiek. En ook daar zie ik een belangrijke link met de traditionele media.”
Wat is de rol van traditionele media, hoe ziet die relatie eruit?
“Vaak zie je dat de informatie waar de mensen achter die accounts zich op baseren komen van traditionele media. Ze delen een samenvatting van wat Reuters of het AFP schrijft. Die media hebben de middelen en zijn gewend om informatie te checken. En mochten ze fouten maken, dan zijn er regels over hoe ze die fouten kunnen verbeteren.”
Wat is de meerwaarde van sociale media dan?
“Door sociale media zien we dingen die we niet zouden zien als we alleen traditionele media zouden consumeren. Journalisten, die moeilijk het land in komen, gebruiken het ook als een bron waar ze vervolgens extra bronnen bij zoeken om informatie te verifiëren.”
Zit dat in een bepaalde vorm van nabijheid? Ik volg bijvoorbeeld iemand uit Iran die in Nederland woont en wiens neef is opgepakt door de autoriteiten.
“Zeker. Het kan dichterbij voelen, je kunt meer emotionele betrokkenheid voelen met iets wat ergens anders gebeurt. Het komt dichterbij en wordt persoonlijker als je posts leest van mensen wiens familieleden vermist raken.”
Heeft het zin als ik zulke berichten in mijn netwerk zou delen?
“Het verspreiden van zo’n bericht kan belangrijk zijn, omdat journalisten sociale media ook gebruiken. Zij kunnen zo’n post tegenkomen als het veel gedeeld wordt, en die informatie vervolgens verifiëren voor hun artikelen. Zulke posts zijn bovendien getuigenissen van wat er gebeurt, voor later, in de geschiedschrijving. En zodat hopelijk de mensen aan de macht verantwoordelijk kunnen worden gehouden.
“Maar ik ga je geen kant-en-klaar antwoord geven. Volg je hart en je eigen beoordelingsvermogen. En het belangrijkste: voorkom dat je desinformatie verspreidt.”
Hoe is het socialemediagebruik in Iran?
“Dat is niet per definitie een afspiegeling van de samenleving. 84 procent van de Iraniërs gebruikt internet, dat is nog vrij veel. Maar op Instagram is dat 30 procent en op Twitter is dat 12 procent.
Het regime kan ook gebruikmaken van sociale media voor de eigen repressieve agenda of juist om mensen op te sporen. Zijn digitale technologieën niet juist bedreigend voor activisten?
“Als activist of burger in Iran is er een duidelijke dreiging van de overheden. Het is daarbij altijd een kat-en-muis-spel. Machthebbers hebben veel meer middelen tot hun beschikking om controle te pakken over digitale technologieën en die voor hun eigen gewin in te zetten. Het vergt enorme moed van die jonge vrouwen en activisten die foto’s de wereld in sturen van zichzelf zonder hijab.
“Je ziet dat Iraanse mensen zich aanpassen. Het valt mij op dat veel vrouwen zich niet meer herkenbaar laten fotograferen, maar vanaf de rug. Dat is ook het iconische beeld dat het blad Time heeft afgebeeld op hun voorpagina bij de keuze van held van het jaar.”
Wat zijn de grootste veranderingen in de aard van protesten dankzij sociale media en digitale technologieën?
“Activisme is niet langer lokaal. Activisten hoeven niet alleen maar op lokaal niveau te handelen, ze kunnen dat lokale niveau met lokale betrokkenen en media omzeilen in het geval van censuur. Door sociale media kunnen activisten zelf meer agenderen, ook bij internationale media. En activisten kunnen gemakkelijker een wereldwijd publiek bereiken. Dat wereldwijde publiek kan ook in gesprek met die activisten en wordt zo beïnvloed door die activisten.”
Heeft u daar een voorbeeld van?
“Dat zag ik duidelijk bij protesten tegen corruptie in Roemenië in 2017. De Roemeense diaspora stond in nauw contact met mensen in Roemenië en sprak met politici in Nederland en het Europees parlement en vroeg hen erover te praten met Roemenië. Ze zamelden geld in om lokale activisten te helpen.
“Je ziet de rol van de diaspora door de digitale technologieën bij protesten groter worden. Het contact is heel direct. En de mensen in de diaspora vertalen belangrijke berichten en delen het in hun eigen netwerk in hun nieuwe thuisland. Ze kunnen helpen bij het verzamelen van geld.”
De protesten in Iran hebben geen duidelijke leider en geen naam. Extinction Rebellion bijvoorbeeld heeft ook geen duidelijke leider. Past dat bij deze tijd?
“Organisaties lijken steeds horizontaler. Er is nog steeds leiderschap, maar meer op onderwerpen binnen de protestbeweging. Je ziet mensen het voortouw nemen in de organisatie van protesten, anderen in de communicatie, weer anderen in mensen bewegen mee te doen. Dat gebeurt meer achter de schermen.
“Dat kan in het voordeel werken van de activisten. Dat zag je in Rusland bij de burgerprotesten na de Russische verkiezingen in 2011 en 2012 ook, toen er nog een sterke oppositie was in het land. De horizontale aard van het protest maakte het voor de overheid lastiger om de burgerprotesten te stoppen. Wanneer de overheid één belangrijk figuur oppakte, stapte er een ander naar voren. Die decentralisatie wordt mogelijk door sociale media.”
Leven we in een tijd van steeds meer betrokken burgers, of juist in een tijd van passiviteit?
“In de politicologie leeft het idee dat burgers passiever zijn geworden en niets meer geven om politiek. Sommige wetenschappers kijken naar opkomstpercentages bij verkiezingen en zien dat die dalen. Dat is problematisch, dat begrijp ik. Maar ik zie die passiviteit als onderzoeker die zich bezighoudt met digitale technologieën en burgeractivisme niet. Ik zie een enorme wilskracht bij burgers om iets te doen aan de politieke context waarin ze leven. Impact maken, hun stem laten horen.
“Mensen doen alleen op andere manieren mee. En bij die andere manieren zijn digitale technologieën een centraal onderdeel van hun repertoire geworden.”
Hoe dan?
“Op veel verschillende manieren. Ik heb bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar ouders in British Columbia, Canada. Hun kinderen dreigden niet naar school te kunnen vanwege stakingen van docenten die in onderhandeling waren met de overheid. De overheid bewoog niet en de ouders organiseerden zichzelf toen om de lokale overheid ertoe te bewegen met de leraren te praten.
“Via sociale media en offline contact bedachten ouders creatieve ideeën om de politici onder druk te zetten te praten. Ze organiseerden bijvoorbeeld ‘speelafspraakjes’ waarbij ze met hun kinderen grappige dingen deden voor de kantoren van de politici.
“Uit deze nieuwe vormen van activisme online komen ook oproepen om te stemmen bijvoorbeeld. Niet per se op een specifieke kandidaat, maar oproepen om gebruik te maken van je stemrecht. In de Verenigde Staten zie je dat veel. Een andere ontwikkeling: mensen die deelnemen aan bewegingen worden politieke kandidaten. Dat zie je bij mensen achter de gele hesjes in Frankrijk.
“Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Niet iedereen vecht voor sociale rechtvaardigheid. Ook conservatieve of opportunistische mensen maken gebruik van dezelfde dynamieken. IS-propaganda werd groot door de manier waarop IS sociale media gebruikte. En repressieve staten gebruiken het voor hun repressieve doelen.
“Het is daarom ongelooflijk, de moed die de jonge vrouwen en activisten in Iran hebben en de risico’s die ze nemen. Daar kun je alleen maar respect voor hebben.”