Davarian Baldwin is hoogleraar American Studies. Hij schreef In the shadow of ivory tower: how universities are plundering our cities over de negatieve impact van hogeronderwijsinstellingen op steden. Donderdag houdt hij een lezing in Rotterdam.
In de titel van je boek staat het woord ‘plunderen’. Kun je vertellen waarom je zo’n sterke woordkeuze gebruikt?
“Hier in het Westen staat kenniseconomie centraal en daardoor hebben universiteiten veel macht, zowel politieke als economische. Vaak onderschatten we de macht van universiteiten, terwijl ze bijvoorbeeld het beleid kunnen beïnvloeden of zelfs dicteren in de ontwikkeling van de stad.
“We praten over universiteiten als een wetenschappelijk orgaan, maar hun impact op de stad is veel breder. Universiteiten zijn net grote bedrijven geworden. Ze gebruiken het onderwijs als een soort schild om overheidsgeld binnen te halen voor projecten die niets te maken hebben met onderwijs.
“In de Verenigde Staten gaan particuliere investeerders in zee met universiteiten om hun kosten voor onderzoek te verlagen. Bij de Arizona State University, bijvoorbeeld, bouwt een grote verzekeringsmaatschappij haar hoofdkwartier op de campus om de onroerendgoedbelasting te vermijden, terwijl de belasting bedoeld is om openbare scholen en publieke belangen, zoals vuilnisverwijdering, te financieren. Hier zien we een voorbeeld dat universiteiten, samen met particuliere investeerders, publieke middelen inzetten om winst te genereren. Zo plunderen ze als het ware de stad.”
Is dit plundergedrag van universiteiten een typisch Amerikaans probleem?
“Nee, het is een wereldwijd fenomeen. Bij het University College in Londen, zelfs op universiteiten in China en Duitsland, zie ik hetzelfde patroon. Onderwijs, gezondheidszorg, economische ontwikkeling waar universiteiten aan werken zijn geweldig, maar ze dienen niet noodzakelijkerwijs wie ze beweren te dienen. Vooral kwetsbare gemeenschappen lijden eronder.”
Hoe zie je dit dan terug in een universiteitsstad?
“Universiteiten breiden uit, ze bouwen een campus en jagen de inwoners weg uit hun wijk. Kijk, als een universiteit een campus bouwt, dan stijgt de waarde van het onroerend goed in de buurt. Het wordt zo duur dat inwoners zich niet meer kunnen veroorloven om te blijven.
“Een buurt wordt dan getransformeerd om te voldoen aan de behoefte van de universiteit en haar studenten. Particuliere verhuurders passen hun panden aan om ze aan studenten te verhuren, want dat levert meer geld op. Studentificatie, noem ik dat. Zelfs als de bewoners kunnen blijven, dienen de diensten en voorzieningen in de gemeenschap hen niet meer waardoor inwoners zich ontheemd voelen in hun eigen stad.”
Studentificatie vindt ook plaats in Rotterdam, in Kralingen bijvoorbeeld. Hoe heeft het probleem zo ver kunnen komen?
“De laatste twintig jaar heeft de overheid minder geld gegeven aan de universiteit. Dat gebeurt overal ter wereld. Universiteiten moeten daardoor andere manieren bedenken om de kosten te dekken, onder andere door de studentenaantallen te laten stijgen. Dus ze laten veel meer studenten toe dan ze zich eigenlijk kunnen permitteren.
“Doordat universiteiten geen infrastructuur hebben om zo veel studenten op te vangen, ontstaan er studenten-getto’s. In Europa is er veel minder huisvesting op campussen, dus studenten wonen waar ze kunnen. Maar dat wordt een probleem zodra er te veel studenten zijn. In plaats van integreren in de stad, nemen ze de hele buurt over.”
De missie van deze universiteit is positief maatschappelijke impact. Hoe zie je dat?
“In de VS gebruiken we het woord urban engagement, wat min of meer hetzelfde is als ‘maatschappelijke impact’. Helaas betekenen die kreten soms helemaal niets. Als een universiteit een campus bouwt in het midden van een kwetsbare gemeenschap, dan heet dat urban engagement, zonder enige meting of onderzoek naar de werkelijke sociale impact.
“De EUR bouwt momenteel een Cultuurcampus op Zuid, waar historisch gezien de plek is voor immigranten. Dit project trekt natuurlijk verdere investeringen van particuliere investeerders. Maar wat gebeurt er met de lokale bewoners als de Cultuurcampus er staat? Kunnen inwoners daar nog blijven als de huur- of koopprijs stijgt? De EUR onderzoekt en bestudeert graag sociale problemen op Zuid, maar beseft ze ook wat voor impact haar aanwezigheid heeft op de bevolking? En waarom bouwt de EUR in eerste instantie een campus op Zuid?”
Heb je suggesties hoe de EUR dit project moet organiseren?
“Betrek de lokale gemeenschap. De universiteit wil graag innovatie op Zuid brengen, maar de inwoners daar hebben waarschijnlijk een ander idee erover. Buurtorganisaties en bewoners moeten inspraak hebben in het project vanaf het begin. Besef ook goed wat de gevolgen zijn van je nieuwe campus en neem je verantwoordelijkheid.”
Heb je ook voorbeelden van universiteiten die het goed doen?
“Natuurlijk, ik zie hier en daar goede kleine dingen. De University of Winnipeg in Canada bouwt bijvoorbeeld woningen op de campus voor studenten én kwetsbare bewoners. Syrische vluchtelingen, immigranten, inheemse mensen kunnen daar terecht. Dit is een voorbeeld van hoe het kan werken. Dat zou de EUR ook kunnen doen op Zuid.”
Maar creëer je dan niet een nieuw probleem, bijvoorbeeld frictie tussen studenten en bewoners zoals in Kralingen?
“Dat is een goed punt. Ze moeten zich inderdaad aanpassen aan elkaars leefstijl. Je kan natuurlijk ook in de buurt van de campus sociale woningen bouwen. Mijn idee is dat je een gelijke ontwikkeling moet bieden voor de lokale bevolking zodat ze niet worden weggejaagd.”
Wat zou de EUR verder kunnen doen voor de stad?
“De universiteit moet de stad behandelen als een partner en een gastheer. De EUR streeft ernaar om bewoners uit kansarme gemeenschappen naar de universiteit te halen. Dat is een goed voorbeeld van maatschappelijke betrokkenheid. Er is niets mis met sociale impact als maatstaf, maar het moet concreet blijven. Betrek de lokale gemeenschap, die moet beoordelen of je impact ertoe doet.”