Dat staat in het wetsvoorstel dat minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Thuiswonende studenten ontvangen straks 110,30 euro per maand. Voor uitwonende studenten is dat 274,90 euro. De aanvullende beurs bedraagt maximaal 416 euro en is mede afhankelijk van het ouderlijke inkomen.

Voor studiejaar 2023-2024 komt daar nog 164,30 euro per maand bij voor uitwonende studenten. Daarmee wil het kabinet de snel oplopende inflatie voor studenten deels compenseren.

De bedragen verschillen enigszins van eerdere overzichten, maar niet veel. Alleen de maximale aanvullende beurs springt in het oog: daar komt 15 euro per maand bij, oftewel 180 euro per jaar.

Overigens zijn deze bedragen niet meteen een gift. Studenten krijgen de basisbeurs en aanvullende beurs als een lening, net als de ov-studentenkaart. Ze moeten binnen tien jaar afstuderen, anders moeten ze alles terugbetalen.

Lichtpuntje

Het wetsvoorstel gaat ook over de rente op studieschulden en de terugbetaaltermijn. Studenten gaan inderdaad rente betalen, maar Dijkgraaf ziet een lichtpuntje: de inflatie is hoger dan de rente, dus ‘in reële zin’ worden de studieschulden kleiner, schrijft hij in de toelichting op het voorstel.

Er komt voorlopig geen maximum aan het rentepercentage. “De renteontwikkeling valt niet te voorspellen”, stelt de minister. Over een periode van vijfendertig jaar kan de rente dus hoger of lager uitvallen dan verwacht. “Daar tegenover staat dat een schuld over 35 jaar in reële zin kleiner wordt als de inflatie hoger is dan de rente op de studieschuld”, verklaart hij. “Dit was de afgelopen decennia wel het geval.”

'Te laag'

Het wetsvoorstel was eerder online gezet, zodat iedereen die dat wilde er commentaar op kon geven. Volgens veruit de meeste respondenten zijn de bedragen te laag, meldt minister Dijkgraaf in zijn toelichting. Ze verwijzen naar de inflatie en de hoge kosten voor huisvesting.

Maar de minister ziet geen bezwaar. De basisbeurs zal “nooit een volledige dekking geven van alle kosten van de student tijdens de studie”, schrijft Dijkgraaf. Studenten, ouders en overheid dragen altijd samen de kosten voor scholing, en nu verschuift het evenwicht weer iets meer naar de overheid. Studenten gaan er dus op vooruit.

Kritiek

De studentenorganisaties hinken in hun kritiek op de nieuwe basisbeurs altijd op twee gedachten: enerzijds is het goed dat studenten erop vooruitgaan, anderzijds zijn de bedragen volgens hen te laag.

In een reactie hekelt het Interstedelijk Studenten Overleg bijvoorbeeld de 164 euro die uitwonende studenten een jaar lang krijgen als tegemoetkoming voor de huidige inflatie. Veel ouderejaars studenten lopen het geld mis omdat ze straks geen recht hebben op de basisbeurs of bij hun ouders wonen, stelt voorzitter Terri van der Velden.

compensatieprotest studentenprotest leenstelsel rutte geen actieve herinnering 5 februari demonstratie – josephine hartmann

Lees meer

‘Pechstudenten’ krijgen maximaal 3272 euro compensatie

Minister Dijkgraaf trekt in totaal één miljard euro uit om de studenten die de…