Voor een Zweedse is het verwarrend om omringd te zijn door Midden-Europese ambitie. Wordt er dan ook van mij verwacht dat ik meteen na mijn studie aan het werk ga? Zelfs mijn vader, een toonbeeld van de protestantse arbeidsmoraal, is zo Zweeds dat hij zegt dat ik na mijn afstuderen eerst maar eens zes maanden de wereld moet verkennen voordat ik een baan zoek.
Maar of ik mijn nieuwe baan nu zes maanden voor of na mijn afstuderen op LinkedIn moet zetten is niet het probleem. Het probleem is dat ik geen flauw idee heb waar die post over moet gaan. De traditionele route die mijn medestudenten volgen – consultancy, traineeships, start-ups of fintech – is nooit mijn ding geweest. Toch besef ik nu pas dat mijn vijfjarige studie Bedrijfskunde me precies daarop heeft voorbereid. Het is net alsof ik vijf jaar lang een verkooppraatje van een winkelmedewerker aanhoor in de veronderstelling dat dit voor ons beiden alleen maar tijdverdrijf is, totdat de verkoopster zegt: “En, is het wat voor u?” En dat ik dan antwoord: “Oh, nee hoor, ik was niet van plan iets te kopen.”
Als ik dit verwarrende gevoel bespreek met vrienden, krijg ik het pragmatische advies om in het hier en nu te leven. Een prima tip als je weet welk pad je volgt: het is niet moeilijk om naar zingende vogels te luisteren als je over een 3 kilometer lang wandelpad loopt. Maar als je midden in het bos verdwaald bent zonder wandelpad in de buurt en zonder bereik, dan ziet het hier en nu er net iets minder gezellig uit.
Wijze filosofen blijven me voorhouden dat een leven zonder doel ook zinvol is. Maar op dit moment loop ik tussen alle paden die ik niet heb genomen, zonder dat ik de poëtische schoonheid daarvan zie. Volgens mij ben ik geen hosselaar die voldoening haalt uit het ene na het andere doel bereiken, maar ook geen monnik die helemaal geen doelen in het leven nodig heeft. Ik ben gewoon in de war.