Studeren is er verboden, midden op de universiteitscampus. De grote witte tent op de Erasmus Plaza is de ideale pauzeplek: er staat een tafelvoetbaltafel, je kunt er poolen of gewoon even rustig zitten. Of met iemand praten, bijvoorbeeld een studiegenoot of student die er werkt. The Living Room is er voor iedereen, vertelt Sigita Lapina (23), een van de drie studentassistenten die zorg draagt voor de huiskamer. “Toen ik hier kwam studeren, kreeg ik van alles te zien”, vertelt ze. “De collegezalen en de bibliotheek, maar niemand vertelde waar ik kon ontspannen.”

Dat kan sinds eind 2019 in The Living Room, die is bedoeld om studenten een plek te geven om even bij te komen. De frisse lucht van ontspanning, tussen de muffe geur van het eindeloze werken door. De studentenhuiskamer is er niet voor niets: studenten hebben veel last van eenzaamheid en depressieve gevoelens, problematiek die tijdens de coronapandemie alleen maar erger werd. Volgens de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs van onder andere het Trimbos-instituut van eind 2021 ervoer driekwart van de studenten eenzaamheidsgevoelens.

“De universiteit kwam er ook achter dat er veel mensen met depressieve klachten zijn”, vertelt Lapina in de huiskamer. “Dat was voor corona al zo, maar de pandemie heeft die enorm vergroot.”

En de Erasmus Universiteit probeert daar, onder andere met The Living Room, wat aan te doen. Maar is de EUR ook verantwoordelijk voor het mentale welzijn van haar studenten, en moet de universiteit daar ook oplossingen voor aandragen? Lapina is daar duidelijk in: “Als de universiteit deel is van de reden dat iemand zich niet goed voelt, is het ook aan de universiteit om met een oplossing te komen.”

Leeromgeving

Foto Armand Gozé

Lees meer

‘Pomp geen geld in een welzijnsapp, maar verlaag de prestatiedruk’

Het gaat allesbehalve goed met de mentale gezondheid van studenten. De Erasmus…

Universitair hoofddocent Marieke Meeuwisse onderzoekt wat Lapina bedoelt, hoewel haar onderzoeksveld zich richt op een specifiek thema: de zogenaamde ‘sense of belonging’ van studenten in het hoger onderwijs. Een goede Nederlandse vertaling bestaat volgens haar niet: “Het gaat erom dat je je als student herkent in de leeromgeving”, vertelt Meeuwisse. “Dat je je erkend, gewaardeerd, gezien en gerespecteerd voelt. Of je op je gemak voelt, dat zeg ik ook weleens.” Een gevoel dat invloed heeft op de mentale gezondheid.

Volgens Meeuwisse moet de EUR proberen ervoor te zorgen dat iedereen op de campus zich prettig voelt. “Je moet als universiteit bij jezelf te rade gaan: wat kunnen we voor onze studenten betekenen?”, zegt ze. “En als dat niet goed lukt, dan moeten we kritisch naar onszelf kijken. Maar de context is heel belangrijk.”

En daarmee bedoelt Meeuwisse (die ook programmadirecteur van de bachelor Pedagogische Wetenschappen is) dat de universiteit voor een prettige omgeving moet zorgen. Maar of dat betekent dat een universiteit verantwoordelijk is voor hoe al haar studenten zich voelen? Zover wil Meeuwisse niet gaan. “We leven in een grote stad, met veel studenten van verschillende achtergronden”, vertelt ze. “Je moet goed kijken naar wie je studenten zijn, wat ze nodig hebben en wat je kunt aanbieden voor de verschillende groepen.”

Academische prestaties

In haar onderzoek legt Meeuwisse de focus dus op groepen en niet op individuele gevallen van studenten met mentale gezondheidsproblematiek. Die zullen er altijd blijven en niet binnen de verantwoordelijkheid van de Erasmus Universiteit vallen. Dat ziet ook Sandra Constantinou (19), lid van de Universiteitsraad en in die hoedanigheid bezig met mentale gezondheid. “De EUR kan en wil je alleen helpen als mentale problematiek je academische prestaties beïnvloedt”, zegt Constantinou. Dat staat ook op de webpagina van de studentpsychologen van de universiteit: studenten kunnen hulp krijgen voor mentale problemen als deze ‘de voortgang van de studie belemmeren’. Is dat niet het geval, dan kan een hulpbehoevende student wel doorverwezen worden naar een psycholoog buiten de campus.

En dat begrijpt Constantinou eigenlijk wel, hoewel het pijnlijk is. “Het is aan de ene kant heel oneerlijk, dat je alleen hulp kunt krijgen als je je vakken niet haalt”, zegt ze. “Aan de andere kant is de hulp van een psycholoog heel duur, dus als de universiteit dat zomaar aan iedereen zou aanbieden, dan kost dat veel geld. Dat is een beetje het dilemma: wanneer bied je genoeg, maar niet te veel?”

Daar weet Constantinou het antwoord ook niet op. Om studenten te helpen met hun mentale gezondheid bestaan er allerlei initiatieven op de universiteit, waaronder The Living Room . Daar wordt het intussen steeds drukker. Het is rond het middaguur, dus veel mensen op de campus hebben even vrij. Lapina vertelt dat er dagelijks zo’n 120 studenten langskomen op de plek die tussen de universiteit, de studenten en de hulpinstanties in zit. En dat is niet alleen figuurlijk, vertelt Lapina met een glimlach: “Daar zitten de studentpsychologen”, wijst ze in de richting van de het E-gebouw. “En daar de studieadviseur”, zegt Lapina terwijl ze zich omdraait. “The Living Room zit er dus precies tussenin.”