52 procent van de studenten voelt zich eenzamer en 45 procent heeft een lagere gemoedstoestand sinds corona, zo blijkt uit het laatste surveyonderzoek van Caring Universities. Het aandeel studenten met milde tot ernstige depressieve klachten is inmiddels een op de drie en het aandeel studenten met lichte tot ernstige angstklachten is een op de vijf. Het aantal studenten met depressieve klachten was ook voor corona al onacceptabel hoog. Helaas schrikt bijna niemand meer van deze cijfers. Het lijkt alsof deze depressiepandemie al is geaccepteerd. Alsof depressief zijn een karaktereigenschap is die onontkoombaar is voor mijn generatie. Daar verzet ik mij tegen.
De prestatiemaatschappij
Ondanks dat de problematiek complex is, houdt het wel verband met een aantal maatschappelijke en economische feiten. Feit is namelijk dat mijn generatie te maken heeft met een oppervlakkige ‘vercijfering’ en verharding van de maatschappij. We zijn geobsedeerd geraakt door het aantal likes, volgers en vrienden op sociale netwerken, waarbij kwantiteit het steevast wint van kwaliteit. Deze trend is niet beperkt tot alleen sociale netwerken, in het hoger onderwijs maakt het namelijk ook al de dienst uit. Niets lijkt momenteel zo belangrijk als rankings. Data die jou als student keihard op je plek zet. Dat begint al bij de selectieprocedures van veel bachelorstudies, waarbij je een rang krijgt toegewezen. Vervolgens kun je bij élke toets die je tijdens je studie afneemt precies zien wat het gemiddelde was van die toets en hoe jij scoort ten opzichte van de rest. Dat dit bijdraagt aan de giftige gedachte van ’goede cijfers boven alles’ en zeer confronterend is voor sommige studenten, is minder van belang dan de beoogde competitieve omgeving die de universiteit hierbij wil creëren.
Diezelfde beoogde competitieve omgeving wordt verder versterkt door de strenge BSA-norm (Bindend Studie Advies) van de EUR: als je je eerste jaar niet in één keer haalt en je hebt geen zwaarwegende persoonlijke omstandigheden, word je er zonder pardon uitgegooid. En dat niet alleen, je mag het drie jaar lang niet opnieuw proberen bij diezelfde studie. Dit soort prestatiedrukverhogende maatregelen hebben negatieve gevolgen voor de mentale gezondheid, maar dat is van ondergeschikt belang. Immers het einddoel, het slopen van de zesjescultuur, is behaald.
Economische druk
Dat de afschaffing van de basisbeurs ook gevolgen heeft voor de druk op studenten staat buiten kijf. Immers, de studie moet toch bekostigd worden. Dus steken ze zichzelf maar in diepe schulden of ze werken zich helemaal te pletter, waarbij dat laatste nu ook bijna onmogelijk is geworden. Feit is dat de jongere generaties het economisch slechter krijgen dan hun ouders, ook omdat zij politiek gezien niet interessant genoeg zijn. Logisch: jongeren hebben zichzelf politiek verlamd door de belabberde opkomstcijfers tijdens verkiezingen en hun systematische desinteresse in de politiek, vergeleken met babyboomers.
De rol van de Erasmus Universiteit
Recentelijk heeft de Erasmus Universiteit ook erkend dat er iets aan de hand is, blijkens de 3,1 miljoen euro die zij reserveert voor plannen omtrent studentenwelzijn. Dat is op zich bewonderenswaardig. Ik denk alleen dat de manier waarop men die miljoenen wil besteden niet de gewenste impact zal gaan hebben op de studenten. Projecten zijn o.a. het ontwikkelen van een gezondheidsapp die 1,1 miljoen euro moet kosten en een studentenhuiskamer voor bijna een half miljoen euro. Deze projecten worden gefinancierd met geld afkomstig uit de afschaffing van de basisbeurs. Van deze van het Rijk gegunde miljoenen gaat niks naar extra studentpsychologen, terwijl juist die nodig zijn. Wel gaat bijna 60 procent van het gereserveerde geld naar projectleiders, coördinatoren, universitair docenten, promovendi et cetera. De Universiteitsraad heeft dit plan dan ook recentelijk geblokkeerd en de beleidsmakers terug naar de tekentafel gestuurd.
Natuurlijk is het naïef om te denken dat wij als universiteit de mentale gezondheidscrisis onder jongeren kunnen oplossen. Maar ook de Erasmus Universiteit heeft zijn steentje bijgedragen aan dit klimaat en doet dat nog steeds. Ze houdt namelijk nog steeds vast aan de strenge BSA-norm onder het mom van nominaal=normaal. Ze pretendeert dat dat aanzienlijke voordelen oplevert; kortere studietijden (financieel voordelig voor universiteiten) en hogere cijfers. Dat zal best, maar tegen welke maatschappelijke prijs?
Het wordt tijd voor een u-turn. Schaf de BSA-norm tijdelijk af en breng hem verlaagd terug. Steek miljoenen in extra studentpsychologen en projecten met redelijke budgetten die echt impact hebben. Luid de noodklok bij onze Haagse politieke vrienden en lobby voor herinvoering van de basisbeurs en volledige compensatie voor huidige studenten. Maar vooral: stop de giftige prestatiecultuur en breek de onaantastbare competitieve omgeving af. Het gaat hier namelijk nog maar om jongvolwassenen die aan het begin staan van hun leven en die het verdienen om ook gewoon een leuke studententijd te hebben. Dat wordt nog wel eens vergeten.
Armand Gozé (20) is derdejaars student Internationale Bedrijfskunde aan de Rotterdam School of Management (RSM), Erasmus Universiteit. Verder is hij dit jaar lid van de Universiteitsraad en lid van de taskforce ‘student wellbeing’.
Helemaal mee eens. Ik heb niet genoeg woorden die eer doen aan de verlammende stress van inmiddels 6 jaar “studeren” en werken door N=N, harde knip (bij geneeskunde), verplichte aanwezigheid onder kantooruren, de depressies en burn-outs heen. Als ik niet oplet, betrap ik me jaloers te zijn op mijn oud-jaargenoten die er niet meer zijn, omdat ze het niet meer aankonden. Maar tegelijkertijd doe ik ook hypocriet mee aan de rat race van de honderden EUR-programma’s om te “excelleren” en je te “onderscheiden van de rest”.
Houd alsjeblieft een keer op. Het is inmiddels een uitzondering onder mijn vrienden om normale hobbies te hebben in plaats van elke avond te werken, intra- of extracurriculair óf chronisch gestresst/depressief te besteden.
Ik dacht dat Erasmus ditzelfde soort formalisme expliciet verwierp, maar blijkbaar volgen we hem alleen nog maar in naam.
Reageren niet meer mogelijk.