Het bedrijf is opgericht door de Ghanese Mawuse, een geweldige vrouw die zichzelf uit armoede heeft bevrijd, en een startup heeft opgebouwd die vrouwen en hun kinderen ondersteunt bij de productie van sheaboter”, vertelt Hester.
Sheaboter is een vervanging van palmolie, gemaakt uit de noten van sheabomen. Dit is een opkomende markt die elk jaar weer groeit. Maar veel van de sheabomen in Ghana worden gekapt, vanwege de houtskool die Ghanezen van het hout van de boom kunnen maken. Hester legt uit: “In Ghana denkt men vanwege de armoede voornamelijk op de korte termijn, houtskool maken en verkopen is voor hen de snelste manier om geld te verdienen. Het feit dat het zo’n drie tot vijf jaar duurt voordat de sheabomen noten krijgen en dus wat opleveren, klinkt dus niet erg aantrekkelijk voor Ghanezen. De houtskool is meer waard dan de noten van de sheabomen, dit is daarom een veel makkelijkere manier om snel geld te verdienen, terwijl de sheaboterindustrie op de lange termijn veel meer voordelen heeft.”

Want met het beschermen van de sheabomen wordt niet alleen de natuur en biodiversiteit behouden in Ghana, maar zorgt Sommalife ook voor het levensonderhoud van de vrouwen en hun kinderen. Zo biedt het bedrijf begeleiding met spaarplannen, maar ondersteunt het ook de educatie van de kinderen, legt Hester uit.
Ontkiemingsproject
Om het kappen van de sheabomen tegen te gaan heeft Hester samen met haar team een ontkiemingsproject ontworpen. Hiermee hebben zij vijfhonderd nieuwe bomen geplant en een kas gebouwd om de continuïteit van het project te waarborgen met als uiteindelijke doel vijftienduizend bomen per jaar te planten.
Hester bedacht verder een puntensysteem. “Met het puntensysteem heb ik er eigenlijk voor gezorgd dat de Ghanese vrouwen gemotiveerder raakten om voor de bomen te zorgen. Wij gaven zakjes aan de vrouwen, die deze vervolgens vulden met de noten van de sheaboom. Deze kochten wij dan weer op en gaven hen extra’s zoals bijvoorbeeld speelgoed of schoolschriften voor hun kinderen.”
Cultuurverschillen
Het waren vroege dagen. ’s Ochtends om half zes stond Hester vaak al klaar in haar korte broek en slippers om achterop de motor op te stappen, op weg naar de dorpen. Toch begon haar dag pas echt rond een uur of 9, omdat er na aankomst eerst tijd gemaakt werd om iedereen te begroeten op de Ghanese manier. “Zo moesten wij voor iedereen buigen en een beetje Wali met hen praten, de meeste Ghanezen spreken namelijk geen Engels”, vertelt ze.

Deze zogenaamde field-dagen bestonden vaak uit verschillende onderdelen. De ene dag werden er bijvoorbeeld bomen geplant of werd er geholpen de kwekerij te bouwen. “Dit werk werd vaak als mannenwerk gezien, maar zodra wij meehielpen deden de Ghanese vrouwen vaak toch wel mee”, viel Hester op.
Hester merkte meer van dit soort cultuurverschillen. “Het is heel normaal in Ghana om meerdere vrouwen te hebben. Zo werd ik zo’n twee tot drie keer per week wel door iemand ten huwelijk gevraagd. Om hier vanaf te komen had ik zelfs neptrouwringen gekocht”, vertelt ze.
Wat ze lastiger vond was dat vrouwen anders behandeld worden in Ghana dan ze gewend was in Nederland. Zo mochten vrouwen nooit direct tegen de stamhoofden binnen de dorpen praten, dit moest altijd via de mannelijke veldwachter. “Dit was soms moeilijk om te zien, maar dit is hun cultuur en ik wilde dat wel respecteren. Toch hoop ik dat vrouwen in Ghana meer gelijke kansen zullen krijgen. Ik vind het dan ook heel mooi om te zien dat de sheaboterindustrie een industrie is die volledig door vrouwen wordt gerund.”
Terug in Nederland
Met een voldaan gevoel is Hester teruggekeerd naar Nederland. “Het project was klaar, alles wat wij hadden opgezet is gelukt”, vertelt ze. “Ik vind het heel vet dat onze ideeën nu worden toegepast en ik kijk er erg naar uit om over een paar jaar weer terug te gaan met mijn team, om te kijken of alles nog steeds goed gaat.”