Wij moeten het hebben over de interuniversitaire VoortgangsToets Geneeskunde, de iVTG. Voor als u oningewijd bent: de iVTG is een van de gebruikelijkere vormen van tentaminering van de geneeskundige stof in Nederland. De toets behelst vragen over alle grote geneeskundige disciplines, van de psychiatrie tot de dermatologie, en dient door studenten van elke jaarlaag te worden gemaakt. Zo verschilt niet de inhoud, maar de scorenorm van jaarlaag tot jaarlaag. Hierdoor hoeft er maar één toets per kwartaal gemaakt te worden, en wordt continu leren gestimuleerd, in plaats van tentamengericht leren.
Recentelijk heeft de iVTG zijn intrede gedaan binnen de master Geneeskunde in Rotterdam. Er werd namelijk geklaagd, tot aan het gerechtshof toe, over de inzageprocedure van de tot dan toe gebruikte bloktoetsen, of beter nog: over de afwezigheid van inzagemogelijkheden. Doordat de faculteit meer dan 165 toetsen per jaar (ja, ik heb het nagerekend) moest klaarstomen voor de masterstudenten, was inzage logistiek onmogelijk. Inzage moet echter kunnen volgens de rechter, dus de bloktoets moest weg. Het voorhanden alternatief is de iVTG.
De iVTG is een verschrikkelijke toets. Vier keer per jaar beantwoorden wij binnen een tijdsbestek van vier uur tweehonderd vragen. Tweehonderd! Het volume is zo tergend dat de concentratie na honderd antwoorden wegebt, en de moed je in de schoenen zinkt bij de realisatie dat er nog eens honderd vragen wachten. In de praktijk betekent dit dat de geleverde antwoorden op een gegeven moment meer te maken hebben met associatie dan doordachte afweging. De iVTG toetst daarmee misschien wel onze biomedische basiskennis, maar het oogt eerder een oefening in sadisme.
Het Erasmus MC verantwoordt het gebruik van de iVTG door de bloktoets de grond in te boren. De bloktoets leidt tot kortetermijnleren, geeft een éénmalige indruk van het kennisniveau en meet slechts beperkt de kennisontwikkeling van studenten. Naast dat dit een drogredenering is, is het op zich wel invoelbaar. Maar het gaat voorbij aan het feit dat de bloktoetsen nauw aansloten bij het onderwijskundig principe dat in de nieuwe master telkens door onze strot wordt gedouwd, just-in-time learning, waarbij wij de benodigde informatie uit de bachelor opnieuw ophalen en uitdiepen voor een coschap. Een juist principe, naar mijn idee en ervaring, want het nodigt uit om slim informatie te hanteren in plaats van domweg uit het hoofd te leren. De iVTG tentamineert dit principe niet, en volgt dus niet de logica van ons onderwijs.
Mijn grimmige oog ziet de invoering van de iVTG als een beleidskundig gekunsteld antwoord op een rechterlijke uitspraak. Maar dat is mijn grimmige oog. Mijn redelijke oog ziet ook wel in dat de bloktoets niet duurzaam was, en dat de iVTG in ieder geval een frisse wind is. Naast het feit dat het schrijven van al deze bloktoetsen docenten ontzettend veel tijd kostte, leverde het studenten enorme druk op om ’s avonds na je coschappen, waar je per dag al snel negen uur mee bezig bent, nog een paar uur te leren. Dat hoeft niet voor de iVTG. En ik begrijp ook dat tweehonderd vragen nodig zijn om in de buurt te komen van het complete geneeskundige curriculum. Maar dit rechtvaardigt de toets nog niet.
Wat te doen met de tentaminering? Misschien een hybride vorm van toetsing, waarbij er specifieke vragen worden gesteld over het voorafgaande blok, terwijl er ook basiskennis wordt getoetst? Misschien een sterk verkorte versie van de iVTG, waarin niet op alle facetten van de geneeskunde getoetst wordt, maar op de thema’s die tot dan toe al voorbij zijn gekomen in de coschappen? Zolang er maar iets van gedachtegang, iets van sparren met de studenten, iets van Rotterdamse schwung in zit, en het niet klakkeloos overgenomen is van andere faculteiten, vind ik het waarschijnlijk al best. De iVTG is echter een logge toets en een luie oplossing. Ik zeg dus: de iVTG moet weg.