Op de witte toren van het Erasmus MC schittert deze week elke avond een lichtprojectie met het portret van Kuipers en teksten als ‘We gaan je missen’ en ‘Ernst bedankt!’. Lovende boodschappen die in allerlei vormen op sociale media als LinkedIn hun weerklank vinden.
Risico’s
Bestuurder Joke Boonstra werkte jaren intensief met hem samen en plaatste maandag een bericht op het platform waarin ze Kuipers ‘onmisbaar’ noemde om tal van redenen. Ze roemt Kuipers bovenal om de manier waarop hij risico’s nam, vertelt ze. “Kuipers geloofde sterk in het belang van een goede samenkomst van technologie en zorg, daarom was hij de juiste persoon op de juiste plek toen de samenwerking tussen het Erasmus MC en de TU Delft begon. In het begin was het niet duidelijk of de grote investeringen opwogen tegenover wat er eventueel bij gewonnen kon worden, er waren risico’s.”
Ze vervolgt: ”Hij zag als geen ander voor zich hoe de Delftse technici konden helpen bij behandeling en onderzoek van zeldzame aandoeningen in het ziekenhuis.”
Ook tijdens de verhuizing van het ziekenhuis schuwde Kuipers het nemen van risico’s niet, herinnert Boonstra zich. “Hij wilde drie ziekenhuizen in één dag verhuizen terwijl de levertransplantaties vol bleven doordraaien. Dat lukte toch maar mooi en dat doe je hem niet makkelijk na.”

Concentratie
Dat hij risico’s durft te nemen hangt samen met sterke overtuigingen. En die leverden hem ook kritiek op. Zo verdedigde hij in december het idee om de kinderhartcentra in Groningen, Amsterdam en Leiden te sluiten zodat expertise zich concentreert in Rotterdam en Utrecht. Volgens hem zorgde die concentratie voor een verbetering in de kwaliteit van de zorg. Artsen in Groningen waren woedend op Kuipers, die overigens nu als minister de sluiting doorzet. Zo vreesden ze dat die zou leiden tot onbedoelde sterfte van kinderen met hartcomplicaties in het noorden van Nederland.
Wat zijn geloof in de concentratie van de zorg benadrukte, was het feit dat Kuipers geen kans ongemoeid liet om te betogen dat grotere ziekhuizen niet per se slechter zijn. In een NRC-opiniestuk uit 2018 zette hij uiteen waarom de voordelen van een breed ziekenhuis zoals het Erasmus MC, dat investeert in onderzoek en specialistische behandelingen, wel degelijk opweegt tegen dure specialistische centra en kleine regionale ziekenhuizen.
Eindpunt
Oog voor de lange termijn is Kuipers niet vreemd, zegt internist ouderengeneeskunde Rozemarijn van Bruchem-Visscher. Ze promoveerde op medische ethiek en maag-darm-leverarts Kuipers was één van haar begeleiders, ook al viel haar onderzoek buiten zijn vakgebied. Hij vond het belangrijk onderzoek en bleef haar begeleiden, ook nadat hij in het bestuur van het Erasmus MC stapte.
Ook tijdens het onderzoek bleek dat hij oog had voor de consequenties van beslissingen: “Een vraag in het onderzoek was of je oudere patiënten met gevorderde dementie met een sonde zou moeten voeden. Op de korte termijn lijkt dat een goed idee, want patiënten krijgen voeding binnen. Maar daar is op de lange termijn veel op af te dingen volgens Van Bruchem-Visser: “Mensen worden er erg onrustig van, trekken hem uit en je doet er mensen geen goed mee. Kuipers had daar een goed oog voor.”
Oog voor de ander
Van Bruchem-Visser herinnert hem zich ook als iemand die tijd maakte voor mensen. Ze lacht: “Kuipers is iemand die mijn werk altijd grondig doorlas en dossierkennis had. Hij kwam dan met commentaar waar je wat mee kon en waar je dan weer veel werk aan had.” Boonstra vond zijn interesse in anderen ook opmerkelijk: “Hij verdiept zich echt in de ander en benoemt het belang van de ander.”
Arts-assistent Bo van den Berg liep tijdens haar studie in oktober 2020 drie weken mee als coassistent bij Kuipers. Ze herinnert zich dat hij actief met haar meedacht over haar ambities en de vakgebieden die ze kon kiezen. “Als hij met je sprak, kon hij echt goed luisteren en focuste hij zich op je verhaal. Dat deed hij ondanks dat hij een overvolle agenda had tijdens de tweede coronapiek. In die dagen was hij vaak op de intensive care te vinden om met artsen en patiënten te spreken en moest hij vaak overleggen. Dat vond ik bewonderenswaardig.”

Kat in de Maastunnel
Met humor stelde hij veel mensen in het ziekenhuis op hun gemak. Van den Berg grinnikt: “Net voor een persconferentie kon hij je in de lift nog vragen wat je zou zeggen als journalisten je moeilijke vragen zouden stellen. Gelukkig heb ik die vragen nooit echt hoeven te beantwoorden.”
Tijdens de verhuizing werd één van de patiënten-escortes opgehouden door een kat in de Maastunnel. Kuipers maakte behendig gebruik van het voorval. Boonstra vertelt: “In die situatie waarin iedereen op scherp stond bleef hij maar grappen maken over dat die kat alles in de soep zou laten lopen. Daar konden we wel om lachen.”
Had Kuipers dan geen mindere kanten? Boonstra: “Hij kon soms wel ongeduldig zijn, maar goed, dat kwam denk ik voort uit zijn betrokkenheid.”