“Wat wij vandaag presenteren, heeft te maken met gelijkheid en met wat wij beschouwen als fundamentele mensenrechten”, zei docent Jeroen Euwe bij de presentatie van de handleiding. In één jaar tijd is het volgens hem twee keer voorgekomen dat in zijn colleges een student nog onder een oude naam geregistreerd stond. Zo is de voormalige naam van een transgender student eens getoond, terwijl niet iedereen wist dat deze persoon transgender is.

“Ik heb gezien hoeveel onnodig leed en stress dit veroorzaakt”, vervolgde Euwe. “Dit kan worden vermeden, en wij zijn moreel verplicht te doen wat wij kunnen om dit te voorkomen.” De handleiding is een eerste stap in die goede richting, vinden ook de andere initiatiefnemers docent Ana Uribe Sandoval en studentlid van de faculteitsraad Pepijn Op de Beek. “Deze handleiding komt voort uit de wens om van de ESHCC en van de colleges binnen de faculteit veilige ruimtes te maken”, vertelt Ana Uribe Sandoval, docent en voormalig voorzitter van de faculteitsraad.

Veiligheid

De tips uit de handleiding zijn ingedeeld in drie categorieën: ‘voor de start van het college’, ‘in college’, en ‘bij het schrijven’. De lijst is dus niet alleen voor docenten, maar ook voor onderzoekers en studenten zelf. Naast tips over aanspreekvormen gaat het ook over ‘niet-discriminerend taalgebruik’. Waarom bijvoorbeeld ‘the common man’ gebruiken als het ook ‘the average person’ kan zijn? Het is aan iedereen om te bepalen of ze ermee aan de slag willen gaan. Het is een handleiding, geen beleidsstuk, zo staat in de inleiding van het stuk.

“Al helpen we hiermee één student”, zegt geschiedenis- en filosofiestudent Pepijn. “Dat is al heel fijn.” Pepijn hoopt dat de handleiding ook buiten de eigen faculteit wordt opgepakt. “Er staan geen buitenissige dingen in, maar basale, respectvolle omgangsvormen. Overigens kunnen studenten om tal van redenen hun naam veranderen. Dit hoeft niet per sé met gender te maken te hebben.”

Belangrijk

Of de handleiding belangrijk is? Absoluut, vindt filosofiestudent Aniek. “Nu ligt het initiatief om te beginnen over zaken als voornaamwoorden altijd bij de student, en die drempel is best hoog.” Hen spreekt uit eigen ervaring. Aniek is non-binair en gebruikt de voornaamwoorden die en diens of hen en hun, maar wordt veelal als vrouw gezien en ook zo aangesproken. “Als die drempel hoog ligt, laat je het als student makkelijker gaan. Of nou ja, makkelijker… Het moeten uitleggen van je voornaamwoorden of identiteit kost voor mij persoonlijk vaak meer energie. Het is natuurlijk niet fijn. Als non-binair persoon zie ik elke dag hoe vol de wereld is met gendernormen, dus ook de universiteit. Ik hoop dan ook dat deze handleiding helpt hier een begin te maken bij het normaliseren van inclusief taalgebruik.”

Lees één reactie