Van Huut komt tot de conclusie dat het niet de afbeelding is die hem zo raakt, maar de omgang met leed, het verwerken ervan. Mayhem is een vaag verbeeld, pastelkleurig paintgun-gevecht, met verfpistolen en kleine muurtjes die lijken op schuimsnoepjes. Tuymans schilderde dit doek na 9/11, Van Huut zag het na het nieuws dat zijn moeder ernstig ziek was geworden. De herkenning raakt hem. Hij stelt: “De ervaring van kunst kan, doordat het indirect is, helpen om open te staan voor alles wat het leven te bieden heeft.”
Wie zichzelf openstelt voor ervaringen, die kan zich laten bewegen, emotioneren. Die leert om te gaan met gevoelens, maar ook te reflecteren op de buitenwereld. Wie daar geoefend in is, ziet de kunst van de wereld in. Maar wie zich niet openstelt, kapselt zijn gevoelswereld in. Veel is er niet voor nodig: een beetje trauma, een beetje halsstarrigheid. De gevoelswereld als etterend sekwester, met alle gevolgen van dien.
Kunst als broccoli
Kunst is dus therapie. Kunst is therapie? Eén pil kunst graag!
Flauw, maar er zit een kern van waarheid in. De MCHOPIN-studie van de onderzoeksgroep Muziek als Medicijn, bijvoorbeeld, onderzoekt het effect van muziek onder narcose op postoperatieve uitkomstmaten. De verwachting is, kort door de bocht, dat muziek tijdens de narcose tot minder stresshormonen leidt. Of neem Eric Scherder, de hersendokter, die onvermoeid missionair alle Hilversumse podia afstruint om ons te vertellen over de invloed van muziek op het brein. Kunst wordt tot op de synaps gereduceerd.
Niets verkeerds aan de welwillende onderzoeker of spreker. Maar het probleem is dat dit de gangbare manier van nadenken over kunst is binnen de geneeskunde. Kunst wordt als middel gezien. Het is deel van de patient-based lifestyle healthcare. Een museum bezoeken staat gelijk aan de consumptie van anderhalve broccoli. Goed bezig, patiënt!
Kunst als patroon
Wat ligt er ten grondslag aan deze reductiedrang? Ik denk dat het een product is van de huidige neoliberale tijdsgeest waarin alles controleerbaar, optimaliseerbaar en kwantificeerbaar moet zijn. Inhoud baant ruim voor reproduceerbaarheid.
Ook op de universiteiten is de neoliberalistische cultuur pijnlijk vertegenwoordigd. Alfastudies worden wegbezuinigd; hen wordt ten laste gelegd dat ze geen relevantie meer hebben in een markt-gedreven maatschappij. Zelfs de belangenbehartiger bij uitstek, demissionair minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Ingrid van Engelshoven, brandt haar vingers er niet aan. Studenten wijken uit naar bètastudies, die juist enorm worden opgeschaald. Om een goede doorstroom te bewerkstelligen wordt het onderwijs steeds nauwer gedefinieerd, steeds meer opgebroken in modules, steeds meer voorgekauwd.
Dat maakt de poule aan studenten enorm homogeen. Des te meer doordat we elkaar zo enorm opjutten. Iedere Rotterdamse geneeskundestudent neemt in zijn tweede jaar een bijbaantje om zijn of haar CV te beletten van een gat. Hoe om te gaan met zulke competitie? Doorbijten of bezwijken? De oproep van Marijn Houwert in Medisch Contact om niet collectief te springen is leuk, maar reduceert het probleem.
Herkent u het patroon?
Kunst als paradox
Het kan grimmiger. Het reduceren van kunst kan ook betekenen dat je het belang ervan mag erkennen zonder dat je jezelf er open of kwetsbaar voor hoeft op te stellen. Enerzijds wordt gangbare kunst vergoddelijkt, terwijl andere kunst juist wordt genegeerd. We bejubelen het feit dat de Nachtwacht tijdelijk in het Erasmus MC is, maar weinig studenten weten dat de De Verwoeste Stad, in Rotterdams idioom desnoods, van Zadkine is. En, nee, dan bedoel ik niet het MBO.
Kunst wordt zo een nogal pervers en paradoxaal trucje in eigenbelang. Case in point: Thierry Baudet, die de kunst in de Tweede Kamer wil vervangen.
Een echt discours over kunst ontbreekt. In zijn essay citeert Van Huut socioloog Hartmut Rosa. Die stelt dat als je ervoor openstaat, kunst een emotioneel affectieve reactie kan bewerkstelligen die resonantie genoemd wordt. Dat contact verandert je, het opent je voor ideeën en leert je empathisch te zijn. Een kernkwaliteit van de moderne arts, zou je denken!
Kunst als oplossing
Een maatschappelijk probleem dat zijn doorwerking ziet op de universiteit en in de geneeskunde, dus. Wat eraan te doen? Mijns inziens: geen zolderkamerpolitiek, geen revolutie. Geen commissies, geen gepolder en ook geen beleidsmakerij. De meeste artsen zijn niet bezig met kunst of existentiële filosofie. Een volledige integratie van kunst haalt de pit ook uit de kunst.
Nee, wat nodig is zijn openhartige gesprekken. Discours. Voor wie daar behoefte aan heeft, natuurlijk. Mogelijkheden binnen en buiten het geneeskundecurriculum, opiniemakers die zich bewust zijn van het belang van kunst, meer ruimte tot maatschappelijke reflectie. In andere woorden: het begint bij jezelf. Je moet open durven te zijn.
Dino Gacevic is geneeskundestudent en oprichter van Muziek in de Zorg (MindZ), een studenteninitiatief dat geneeskunde en muziek (en andere kunsten) met elkaar wil verbinden. Geïnteresseerd? Stuur ze een mailtje: [email protected].